We leven in een steeds gevaarlijkere en in zekere mate onvoorspelbare wereld. Tenminste dat horen we te pas en te onpas uit de monden van ministers, leiders in organisaties, en andere deskundigen. Die onvoorspelbaarheid wordt nu als excuus gebruikt om de bezuinigingen van de afgelopen decennia op de Krijgsmacht goed te praten. ‘We hadden niet verwacht dat de dreiging ooit zo dichtbij zou komen’, hoor je dan. Maar ja, de vraag is of de huidige onveiligheid echt zo onvoorspelbaar was. Of waren we slecht in voorspellen? Of was het wel voorspeld, maar is er niet geluisterd?
Toestand Krijgsmacht
Voor de toestand waar de Krijgsmacht zich in bevindt, maakt dat geen verschil. Onze Krijgsmacht kan niet voldoen aan de taken die voortvloeien uit de grondwet. Onze Krijgsmacht kan geen grootschalige gevechten aan. Onze Krijgsmacht kan eigenlijk niet reageren op het onvoorspelbare, terwijl dat eigenlijk precies is waar onze Krijgsmacht op voorbereid moet zijn: het uitvoeren van de taken als het onverwachte gebeurt. Voorbereid zijn op het voeren van het (grote) gevecht als dat nodig moet zijn. Want de Krijgsmacht is er niet alleen om vredesmissies te doen, niet alleen om hulp te verlenen, niet alleen om de strijd aan te gaan die wij kiezen, maar vooral ook de strijd die ons kiest, om te verdedigen wat ons dierbaar is. Om ons land en ons bondgenootschappelijk grondgebied te verdedigen als dat nodig is. Om te vechten als het onverwachte gebeurt.
Dit artikel in het kort:
- Defensie moet vechten in een onvoorspelbare wereld
- Daarvoor moet de financiering van Defensie voorspelbaar zijn (minimaal 2% BNP structureel) en de taken duidelijk
- Om de Krijgsmacht in te richten op het gevecht, moeten commandanten hun zeggenschap terugkrijgen
- Om de Krijgsmacht het gevecht te kunnen laten voeren, moet de burgerstem minder luid klinken in de top
- Om de Krijgsmacht het gevecht te kunnen laten voeren, moeten de vechters onder de militairen weer centraal staan.
- Om geld en middelen effectief te besteden, moet de Krijgsmacht stoppen met de interne stammenstrijd
Om dat te kunnen moet onze Krijgsmacht fundamenteel anders worden ingericht, aangestuurd én gefinancierd. Maar dat niet alleen: ook de (top)militairen moeten bij zichzelf nagaan of de stammenstrijd (om geld en invloed) tussen de Krijgsmachtdelen onderling enerzijds, en binnen de Krijgsmachtdelen anderzijds, echt zo helpend is voor de toekomst van de Krijgsmacht. Ik kan wel een voorzet geven: Nee, dat is het niet helpend. De interne stammenstrijd wordt juist uitgebuit door politici en militair leiders die de Krijgsmacht daarmee ontwrichten. Disruptie vanuit eigen gelederen.
Wat is wel voorspelbaar?
Maar wat was dan wel te voorzien? Als er iets voorspelbaar is, dan is het dat de wereld onvoorspelbaar is. Als er iets voorspelbaar is, dan is het dat de mens altijd wel weer een reden vindt om oorlog te voeren. En de komst van een extra domein (cyber of space bijvoorbeeld), zorgt ervoor dat er extra domeinen zijn waarin oorlog gevoerd gaat worden. Om het even te versimpelen: de opkomst van cyber betekent niet dat er niet meer op het land of ter zee gevochten wordt. Het betekent dat het land en de zee ook vanuit cyber aangevallen kan worden. De komst van space betekent niet dat er alleen nog star-wars-achtige strijd in de ruimte wordt geleverd. Het betekent dat we betere systemen moeten hebben om doelen in space uit te schakelen vanaf de grond, of vanaf zee, of door ze te hacken. Het betekent ook dat op het land nog steeds het gevecht van staal op staal gevoerd wordt. Dat militairen elkaar nog steeds van dichtbij proberen uit te schakelen, zoals we nu ook in Oekraïne zien. Maar de omgeving waarin dat gebeurt, wordt nog complexer.
Randvoorwaarden
Dat betekent weer dat randvoorwaarden waarmee de Krijgsmacht zich moet kunnen voorbereiden op het onvoorspelbare, juist wel voorspelbaar moet zijn. Voorspelbaar qua financiering. Voorspelbaar qua taken die uitgevoerd moeten kunnen worden. Dus ook voorspelbaar qua inrichting. En daar ligt een uitdaging voor de politieke en militaire top. Kunnen politici over hun schaduw stappen en zorgen voor een minimale financiering van 2% voor Defensie, structureel. En kunnen bevelhebbers hun rol zo gaan invullen dat ze wel kunnen, willen en durven aangeven wat er nodig is om onze Krijgsmacht weer aan de grondwettelijke taken te laten voldoen. Zonder elkaar als Krijgsmachtdelen uit de tent te vechten om geld. Dat kan als er een breed gedragen plan ligt. En een plan is wat anders dan een visie.
Geef commandanten hun zeggenschap terug
Maar ook de politiek moet dan een stap terug doen in de aansturing van de Krijgsmacht. Het aantal burgers dat beslist over de Krijgsmacht moet worden teruggebracht. Dat de Commandant der Strijdkrachten als enige militair in de Bestuursraad zit, is een farce. Carrière-politici en burgerambtenaren die hoppen van het ene ministerie naar het andere beslissen over de koers van een militaire gevechtsorganisatie en hebben de meerderheidsstem. Laat dat soort beslissingen aan de Krijgsmachtdeelcommandanten over. Geef hen hun zeggenschap terug. En budget.
Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we eerst weer naar stap 1: voldoende en stabiele financiering plus een stabiel beleid als dé voorwaarde voor een sterke Krijgsmacht. En dat is haalbaar: Wat de Krijgsmacht moet kunnen staat in de wet, hoe de Krijgsmacht dat moet kunnen, bepalen de militairen, de politiek bepaalt welk budget er beschikbaar komt, zodat de taken uitgevoerd kunnen worden uitgevoerd. Dat vereist respect voor elkaars kunde, en goed overleg. Je zou van volwassen mensen met verantwoordelijkheid mogen verwachten dat ze dat kunnen.
Ook de Krijgsmacht moet aan de bak
Maar binnen de Krijgsmacht is er ook nog werk te verzetten. Want onze zwaardmacht moet in de basis gevechten kunnen voeren. Grootschalige gevechten. In verschillende domeinen. En dat tegelijk. Dan moet de Krijgsmacht niet ook nog intern gevechten voeren over geld. Of gevechten met politici over beleid of financiering. Of gevechten met vakbonden over arbeidsvoorwaarden voor personeel. Juist dat gedeelte moet voorspelbaar en betrouwbaar zijn, zodat onze militairen op het onvoorspelbare kunnen reageren. En de militaire vechters moeten hun plek bij de aansturing van de gevechtseenheden weer krijgen. Zodat de Krijgsmacht ingericht kan worden voor de strijd. Zodat militairen niet tegen en in een reorganisatie vechten, maar het echte gevecht kunnen voeren. Aangestuurd door commandanten die weten hoe ze zo’n gevecht moeten voeren.
Want als ons leger niet kan vechten dan is 1 ding erg voorspelbaar, namelijk dat onze veiligheid in het geding is. Want als ons leger niet kan vechten, wie beschermt dan nog wat ons dierbaar is?
- Volgende week deel 2 over de impact van de jaren bezuinigingen op de gevechtskracht en hoe dat verbeterd kan worden.
Door: Eduard van Brakel
Foto’s bij artikel: Defensie.nl
Waardeer dit artikel!
Het Defensie Platform zet zich al meer dan 8 jaar belangeloos in voor een sterke Krijgsmacht. In elk artikel zit (vrije) tijd, moeite en kunde. Als je dit waardeert, kun je een kleine donatie doen. Dank voor je bijdrage!