Bij de eerste operationele parachutesprong in decennia die in Afghanistan door het Korps Commando Troepen werd uitgevoerd, sprong ook een tolk mee. Die daarna samen met de groene baretten ook onder vuur van de Taliban kwam te liggen. Veel duidelijker kan het gevaar niet zijn dat tolken in Afghanistan hebben gelopen om onze militairen daar te ondersteunen. Onze militairen, met onze tolken. Tolken die nu vaak in Afghanistan groot gevaar lopen, omdat ze met onze missie meewerkten. Nederland zou hen bescherming bieden en naar ons land brengen, maar dat proces lijkt niet snel genoeg te gaan.
Anne-Marie Snels, voormalig voorzitter van de militaire vakbond AFMP maakt zich sterk voor de terugkeer van tolken en hun gezin. Ze zegt: ‘Als Nederland de Afghaanse tolken en hun gezinnen nu niet heel snel naar Nederland haalt gaan er onnodige slachtoffers vallen. Ik vind dat de regering zeer laks omgaat met de toezegging eind 2019 om Afghaanse tolken sneller in ons land toe te laten.’
De zaak heeft eindelijk de aandacht van de politiek, nadat er al anderhalve week volop aandacht was in de schrijvende pers. Het was de oproep van de Afghanistan veteranen in de Volkskrant die hen wakker schudde. Kamerlid Jeroen van Wijngaarde twitterde dat ‘onze Afghaanse tolken in Uruzgan gevaar lopen, want de Taliban ziet hen als verraders’ en Kamerlid Sjoerdsma van D66 vindt het een erekwestie om de tolken terug te halen. Uit Afghanistan komen namelijk berichten dat tolken die voor de coalitietroepen werkten, vermoord worden.
Tolken deden meer dan vertalen
De tolken deden tijdens de missie veel meer dan alleen vertalen. Zo droegen tolken vaak communicatiemiddelen zodat ze radioverkeer van de taliban konden afluisteren en waarschuwden voor bijvoorbeeld hinderlagen. Maar ook vielen hen ongewone dingen op, waardoor troepen extra waakzaam waren. Daarnaast leerden militairen door de gewone gesprekken met de tolken, bijvoorbeeld tijdens het wachtlopen, veel over de cultuur en gebruiken in het land. Binnen veteranenkringen overheerst de gedachte dat er zonder de tolken meer Nederlandse slachtoffers waren gevallen in Afghanistan.
‘Het is een ereschuld om de tolken en hun familie bescherming te bieden.’ zegt Anne-Marie Snels, ‘Je kunt niet vragen aan mensen om levensgevaar te lopen in het belang van onze missie en voor de veiligheid van onze mensen, om ze vervolgens in de steek te laten. Daarom moet er meer en snellere actie van het kabinet komen om de tolken en hun families een veilige toekomst in Nederland te bieden. Zeker nu de troepen aan het terugtrekken zijn en het geweld in Afghanistan met de dag toeneemt én er een prijs op de hoofden van de tolken staat. De Taliban ziet hen immers als verraders.’
‘Meer urgentie nodig’
Het ministerie heeft een brief over de kwestie naar de Kamer gestuurd. Daarin staat dat er vertraging is opgelopen bij het terughalen van de tolken en hun families, omdat er door Corona geen vliegtuigen vlogen. Maar de achterstand gaat ingehaald worden. Het kabinet heeft speciale aandacht voor de tolken en hun families, zo schrijft minister Bijleveld. Snels vindt dat er geen openheid van zaken wordt gegeven: ‘We weten niet hoeveel tolken er nog in Afghanistan zijn, daarover wil men uit het oogpunt van veiligheid geen cijfers geven. Dat is klinkklare onzin, het wordt pas gevaarlijk als er lijsten met namen gaan circuleren. Cijfers zijn nodig om te weten of we daadwerkelijk niemand achter laten. Bovendien zijn de procedures enorm bureaucratisch, dat gaat mensenlevens kosten als die niet aangepast worden. We laten niemand achter is altijd het motto, dat zou ook voor de Afghaanse tolken moeten gelden. Er is echt veel meer urgentie bij de politiek nodig om de volgende humanitaire ramp te voorkomen.’
Door: Eduard van Brakel
Foto: Defensie.nl