Een van de gevolgen van voortdurende bezuinigingen op Defensie is de opgelopen achterstand bij de bestaande inventaris. Daardoor is de krijgsmacht nog minder inzetbaar dan op papier zou lijken. Het begint al bij de kleding. Militairen moeten spullen lenen van elkaar of kopen zelf maar bij, omdat de krijgsmacht het niet in voorraad heeft. Het is te gênant voor woorden dat beginnende officieren voor hun beëdiging petten moeten lenen. Niet alleen gênant, maar hier begint al de erosie van de motivatie.
Er is een structureel gebrek aan munitie. Dit is om drie redenen onaanvaardbaar. Ten eerste is om militaire redenen een gevuld munitiedepot vanzelfsprekend. Ten tweede is deze armoedige vertoning ook weer fnuikend voor het moreel van de troepen. Ten derde kunnen deze tekorten ook niet snel worden ingelopen. Nederland is geen grootbesteller bij de internationale leveranciers en moet soms jaren op zijn beurt wachten. Dat accentueert nog eens te meer dat deze achterstanden niet eens zouden mógen ontstaan.
Er is een tekort aan brandstof en aan reserve onderdelen. Dat laatste is buitengewoon ernstig. Op papier kan de krijgsmacht beschikken over tal van wapensystemen. In de praktijk wordt het ene gat met het andere gestopt. Van drie kapotte F-16’s wordt één luchtwaardig gemaakt en zo blijven de werkplaatsen improviseren.
Teamwork veronderstelt dat iedereen zijn bijdrage levert. Als wij gaten laten vallen zijn dat gaten in de totale kracht van de NAVO. Als andere landen gaten laten vallen, wordt onze gezamenlijke verdediging nog kwetsbaarder. Europa heeft het er de laatste 25 jaar een beetje bij laten liggen. De tevredenheid over het einde van de Koude Oorlog was zo groot, dat we alle aandacht gingen richten op welvaart en welzijn.
Intussen werd de wereld niet rustig, maar steeds onrustiger. Onze grootste bondgenoot, de Verenigde Staten, was steeds paraat en heeft veel opgevangen. Langzamerhand werden de verhoudingen scheef. Nee, werkelijk veel te scheef voor vrienden die hebben afgesproken samen een klus te doen. Van een bijdrage tussen de VS en Europa van ieder de helft, betaalt Washington nu drie kwart en Europa één kwart. Dat is niet eerlijk. Dat is slecht voor de verhoudingen. Dat is beneden ons peil.
Zo duur is Defensie nu ook weer niet. De NAVO vraagt 2% van wat we met elkaar verdienen. Dat is toch te doen? Welnu, we betalen nog maar de helft daarvan, net één procent. Wat een armoe! Terwijl het om onze eigen veiligheid gaat!
Europa begint in de gaten te krijgen hoe ze de kantjes er af lopen. Ook Nederland. Er wordt gesproken over verhoging van het defensiebudget, er zou een trendbreuk zijn. Maar het gaat nog mondjesmaat. De meeste partijen zitten ergens tussen een en twee miljard extra. Dat lijkt veel, maar bij elkaar verdienen we 700 miljard.
Er moeten drie dingen gebeuren:
- We moeten zo snel mogelijk naar de norm van de NAVO. Dat is 2% van ons totale inkomen. Dat wil zeggen zo’n € 7 miljard erbij. Dan is € 2 miljard nog maar een klein stapje.
- De afspraken voor Defensie moeten voor zeker vijf jaar gelden. Dus langer dan het nieuwe kabinet. Dat vraagt om een brede basis in de Staten-Generaal.
- Pensioenen en wachtgelden tellen niet meer mee voor de Nederlandse inspanning voor Defensie
Door: Ton Welter – Coalition for Defensie
Dit is deel vijf van het Manifest Ik zal handhaven – Steun voor de Krijgsmacht van Coalition for Defense. Volgende week deel 6, over Investeringen.
Lees ook de vorige hoofdstukken:
Er wordt altijd zo gezeurd dat de pensioenen drukken op de defensiebegroting. Maar dat is onjuist. De pensioenen worden betaald uit de pensioenpot van het ABP wat weer bij elkaar gespaard is door de deelnemers. Alleen de UMG uitkeringen drukken op de defensiebegroting.
Waarde heer Welter,
Ben benieuwd hoe lang wij nog moeten blijven schreeuwen aan de zijlijn, eer er eindelijk geïnvesteerd gaat worden in onze veiligheid! Niet alleen voor nu, maar ook voor de latere generaties! Helaas voert korte termijnpolitiek nog steeds de boventoon! Verder sta ik voor de volle 100% achter uw zienswijze.