Oef. Verkrachtingen en mishandelingen bij een ontgroening in Schaarsbergen. Dat is militair gedrag dat uit den boze is. En nog erger is het dat de slachtoffers zeggen dat ze er ‘van defensie met niemand over mochten praten.’ Militaire vakbonden roepen bij monde van Anne Marie Snels en Jean Debie op tot afschaffing van ontgroeningsrituelen, omdat militairen veilig hun werk moeten doen.
In 1998 werd ik zelf ontgroend op de KMA. Dat heet daar de Co-tijd en die duurt een week. Het was niet altijd leuk. Sommige dingen waren wel leuk, en sommige dingen en gedragingen van mensen waren ronduit bizar. Zoals de voorzitter van de senaat van het Cadettencorps die mij dreigde met de witte koppel voor slechtste nuldejaars (degenen die ontgroend worden zijn de nuldejaars of ‘stiertjes’), omdat ik weigerde mijn excuses aan een sabel aan te bieden. Het krijgen van een witte koppel, daar heb je overigens de rest van je militaire carrière last van, zo begreep ik later van actief dienende officieren. En dat is eigenlijk heel fout, omdat een ontgroening voor het cadettencorps los zou moeten staan van het functioneren als officier bij de Landmacht, Luchtmacht of Marechaussee (die in 1998 overigens nog niet op de KMA werden opgeleid).
De jaren er na was ik als ouderejaars betrokken bij de ontgroeningen, maar niet in een ‘officiële’ functie. Ik kreeg kritiek dat ik te soepel was, want ik deed zo veel mogelijk normaal tegen iedereen. Dat probeerde ik tenminste, want ja, ik heb zelf ook grappen gemaakt ten koste van de nuldejaars. Helaas, moet ik zeggen, want het is niet normaal en niet nodig om mensen af te zeiken. Tegelijk moet ik ook zeggen dat ik persoonlijk geen echt wangedrag in de vorm van mishandeling of verkrachting heb gezien, of heb gehoord dat dit is gebeurd.
En ik heb me afgevraagd waarom toekomstig officieren het zo nodig vonden om mensen, collega’s, te kleineren door tegen ze te schreeuwen, door ze aan een kassa te laten draaien, door ze op een bok te zetten, door de nuldejaars de rug liggend elkaar spaghetti te voeren, of door ze een een zogenaamde walk-of-shame te laten lopen. Maar ik heb ook niet ingegrepen, niet geklaagd, of iets anders gedaan, want ik zag ook de positieve kanten: van een opkomst werd in no-time een zeer met elkaar verbonden eenheid gesmeed, met gemeenschappelijke tradities, en een verbondenheid die tot op de dag van vandaag voortduurt. En ik zag dat de ontgroeningen op de KMA behoorlijk onder toezicht stonden van kader, en dat er veel geëvalueerd werd. Maar eigenlijk zou je ook kunnen zeggen dat alleen al het feit dat er idioot gedrag (dat hoeft geen wangedrag te zijn) plaatsvindt, genoeg reden moet zijn om het niet te doen.
Tradities
Ontgroeningen horen bij de tradities van veel Krijgsmachtonderdelen. En tradities moet je in ere houden, werd mij geleerd tijdens die ontgroening. Maar tradities moeten ook aangepast worden aan nieuwe tijden. Vroeger hadden we tijdens de opleiding een sportschoenprotocol om te wennen aan de gevechtslaarzen, tegenwoordig schijnt er een mobieltjesprotocol te zijn, om mensen te laten ontwennen van de mobiel. Niet alles zit in beton gegoten dus.
Waar het om gaat is dat wangedrag nooit mag plaatsvinden. En als een ontgroening alleen al de schijn van wangedrag of mishandeling heeft, dan moet die stoppen. En nee, militairen zijn geen mietjes en moeten dat vooral niet worden. Maar tussen een mentaal en fysiek zware opleiding onder leiding van ervaren instructeurs en wangedrag bij een ontgroening zit een groot verschil.
Militairen moeten van onbesproken gedrag zijn. Militair kader al helemaal. Want dat zijn de mensen die de grenzen stellen. Die de lat neerleggen, die de standaard zetten. Als over mensen heen plassen als acceptabel gedrag wordt ingeschaald, dan vraag ik me af hoe je in hemelsnaam door de selectie bent gekomen? Want dan zit er echt een steekje aan je los. Als anaal verkrachten van je collega’s moet kunnen – want ontgroening – dan dien je linea recta je uniform in te leveren om door de poort de gevangenis in te wandelen.
Groepswerking die doorslaat
En het feit dat de slachtoffers daar geen aangifte van durven of wilden doen, geeft precies aan wat de slechte kant van groepsdruk en groepswerking is. Groepswerking die ook door ontgroeningen wordt verstrekt. Die groepswerking is heel hard nodig bij gevaarlijke missies, want het zorgt er ook voor dat militairen letterlijk voor elkaar door het vuur gaan. Maar die groepswerking kan ook doorslaan, zodat normen vervagen, en negatief gedrag onder de pet wordt gehouden.
Defensie ligt al onder vuur na het mortierincident in Mali. Defensie ligt al onder vuur doordat Klokkenluiders toch zijn weggepest. Defensie ligt al onder vuur omdat de can-do-mentaliteit in sommige gevallen te ver is doorgeslagen. Defensie ligt nu onder vuur omdat er zeer ernstig wangedrag plaats heeft gevonden tijdens ontgroeningen, die in het verleden ook al in een negatief daglicht kwamen te staan. De Telegraaf schrijft dat betrokken slachtoffers zeggen dat ze niet met derde mochten praten over de gebeurtenissen en dat ze daarom geen aangifte konden doen. Dat riekt naar een doofpotcultuur. En ook dat is iets waarvoor Defensie onder vuur ligt.
Tradities moet je in ere houden, dat is een mooie stelregel. Dus laten we de tradities dat je bij Defensie goed en veilig je werk kunt doen, de traditie dat je je bij Defensie goed kunt ontwikkelen en de traditie dat je bij Defensie al jong veel verantwoordelijkheid kunt dragen vooral in ere houden. Maar wellicht is het inderdaad tijd om andere tradities bij het grofvuil te zetten. En de ontgroening is er wat mij betreft 1 van.
Door: Eduard van Brakel
‘De zin van de onzin’. Na vijf dagen in het Mastbos de Trip van Zoutlandtkazerne door de hoofdpoort binnenmarcheren naar de eetzaal. ‘t Was etenstijd tegen de avond. Niets daarvan echter: door de achterpoort weer naar buiten. ‘t Hoort erbij. Bij de reserve-officiersopleiding (ROLM 65/4) in Breda geen ontgroening. Jonge burgers ‘blauw spuiten’ heette dat. Kern van de opleiding is teambuilding: één Team, één Taak, noemde Generaal Berlijn later en zo was het ook. Niets meer, niets minder. Wie dat concept niet aansprak en eerst voor zichzelf opkwam, kon maar beter vertrekken. En dat gebeurde dan ook (met S-5 !) Het was midden in de ‘60-er jaren: de tijd van nozems, lange haren, krakers en vrije seks. Misstanden zoals die nu de media halen, heb ik tijdens mijn opleiding nooit meegemaakt. Ik denk met veel plezier terug aan onze pelotonscommandant, 2e Luitenant Borgsteijn, cadet-sergeant De Goede en Sergeant-1 Broers.
Mijnheer van Brakel,
Ik heb op uw LinkedIn bladzijde uw militaire palmares bekeken en begrijp nu denk ik iets beter dat u uw artikel afsluit met de opmerking dat de ontgroeningstraditie bij het vuilnis kan worden gezet. U bent ook Defensie specialist las ik in de kop van uw LinkedIn pagina. Uw mening over ‘can do’ en de relatie daarvan met het mortierincident, alsmede uw mening over klokkenluiders leest misschien wel lekker maar doet ook veel onrecht aan de principes die hieronder liggen. Gaarne bereid eens koffie met u te drinken, ervan gedachten te wisselen over waardevolle tradities en nutteloos en af te straffen wangedrag!
Ontgroeningen. Zolang het leuke geintjes zijn, leuk! Onderofficieren die schreeuwen, soms is dat de enige manier om tot sommigen door te dringen, cq. te verduidelijken! Maar vernederen, daar trek ik de grens! Als een nieuweling denkt de boel te kunnen “verkloten”, geef je ze 5 kilometer extra marcheren. MET volle bepakking, uiteraard!
Schreeuwen is eigenlijk onmacht, maar aan de andere kant, als men niet wil luisteren, geef je als kader wel aan dat het mooi is geweest! En als je als “verse” binnen komt, en ze spuiten je nat, of iets dergelijks, soit! Maar je moet wel het beeld van een goede Defensie overeind houden, dat is prio 1!! Met ons hebben ze ook geintjes uitgehaald, zoals midden in de nacht “alarm” geven, en als je dan op de plek kwam waar je je moest melden, was er niks aan de hand. Zolang het op die manier gaat, vind ik het niet erg. Een beetje eelt moet ook worden gekweekt!