Nou minister, dat gaat allemaal niet zo lekker deze week met Defensie. Eerst zakken we nog een plekje op ranglijst van het financieren van de Krijgsmacht en vervolgens lijkt het erop dat de Tweede Kamer op zijn minst niet helemaal juist is ingelicht over 2 aanvallen door F16’s in Irak, en niet geheel juist is ingelicht over de Klokkenluiderszaak van Victor van Wulfen. Nou gebeurde dat niet helemaal juist voorlichten niet door u persoonlijk, maar wel door uw ambtsvoorganger, mevrouw Hennis.
Verkeerde inlichtingen
Laten we met die laatste punten beginnen. Het lijkt erop dat verkeerde inlichtingen twee keer hebben gezorgd voor een afloop van een bombardement die je als natie, als Krijgsmacht, als militair, en ook als bewindspersoon liever anders ziet, zeker omdat er burgerdoden te betreuren waren. Het is niet dat de piloten iets verkeerd hebben gedaan, die hebben op basis van wat ze wisten, hun taak uitgevoerd en het aangewezen doel geraakt. Maar 1 keer klopte achteraf gezien het doel niet, en de andere keer was er een onvoorziene hoeveelheid explosieven opgeslagen in de bommenfabriek, waardoor de ontstane schade veel groter was dan voorzien, omdat die explosieven ook ontploften. Dat is al erg genoeg natuurlijk, maar hier is op zich nog niets mis mee. Het OM heeft deze zaken ook onderzocht, en gesteld dat er niets strafbaars is gebeurd. Maar toenmalig minister Hennis meldde aan de Kamer dat er tot dan toe nog niet bekend was of er burgerdoden waren gevallen. Dat lijkt onjuist te zijn, omdat er al een rapport was waarin stond dat er wel burgerdoden waren gevallen. De andere zaak gaat om de klokkenluiderszaak van voormalig vlieger Victor van Wulfen. In een zaak die hij tegen de Defensie-artsen aanspande bij het Medisch Tuchtcollege is hij voor het grootste gedeelte in het gelijk gesteld. Het ging hem onder meer om de aantekening in zijn medisch dossier dat hij een psychiatrische aandoening had. Dat had nooit in zijn dossier mogen komen, omdat het niet waar was. Het medisch Tuchtcollege veroordeelt de betrokken arts dan ook en geeft hem een berisping wegen medisch onzorgvuldig handelen. Minister Hennis sprak over die arts, die werd bevorderd als ‘de arts die dus echt niets fout heeft gedaan’. En dat is, zo blijkt nu ook bezijden de waarheid geweest.
Geen toeval
Dat deze zaken in 2015 en 2016 speelden, lijkt geen toeval te zijn. Die jaren waren wel het hoogtepunt bij Defensie met ellende die naar buiten kwam, met angstcultuur die naar buiten kwam, met falend leiderschap dat naar buiten kwam. Enerzijds heeft dat te maken met bezuinigingen, maar aan de andere kant heeft integer handelen weinig met geld te maken, maar alles met cultuur. En een minister verzint meestal niet zelf wat ze aan de Tweede Kamer vertelt, een minister wordt gevoed door voorlichters en beleidsspecialisten, veelal (hogere) officieren en hoge ambtenaren. Dus in die jaren is bij die informatieverstrekking al dan niet bewust wel het een en ander misgegaan. Het is te hopen minister, dat die cultuuromslag naar een meer integere organisatie, zonder angstcultuur die duidelijkheid verschaft inmiddels is ingezet. Veel signalen lijken daar wel op te wijzen, maar tegelijk zijn veel van de topmedewerkers die in die jaren het beleid bepaalden nog in dienst, het is te hopen dat hun slechte invloed tanende is, want zij waren ook de hoeders van de angstcultuur waar de vakbonden over gerapporteerd hadden, en in een angstcultuur is het niet fijn werken.
Personeel op 1?
De bonden hebben ook nog een brief gestuurd naar de vaste Kamercommissie Defensie. Of u nu eindelijk het personeel echt op 1 wilt zetten. En misschien moet u dat echt maar eens gaan doen. Mij bereiken berichten van officieren die de dienst verlaten. Dat zijn de officieren die schaars zijn, want behoorlijk onderlegd op IT gebied, in de leeftijd van 35-45 jaar, een doelgroep die je zou willen behouden, lijkt me. Die officieren horen precies helemaal niks vanuit de P-lijn of de commandanten-lijn over waarom ze eigenlijk weg gaan. Hen wordt niet gevraagd wat de organisatie zou kunnen verbeteren om militairen beter vast te houden. En minister, let wel, dit zijn militairen die zeggen dat ze ‘tot enkele jaren geleden nooit gedacht hadden ooit weg te willen bij Defensie’. En dan is er ook nog de verhoogde uitstroom bij mariniers en commando’s die maar niet tot stoppen wordt gebracht. En zijn er die vacatures bij geneeskundige eenheden, bij techneuten. Er zijn inmiddels dus wel reserveonderdelen, maar er is niemand meer die zo’n reserveonderdeel kan plaatsen. Die werving wordt dus ontzettend belangrijk, maar dat wervingsproces duurt af en toe ook erg lang door stroperigheid bij de organisatie, en dat is ook niet bevorderlijk voor de vulling.
Geld en vertrouwen
Uiteindelijk kom je toch weer uit op geld. Niet zozeer om cultuur te verbeteren, want daar heb je in principe geen geld voor nodig. Maar wel om de Krijgsmacht toekomstbestendig te maken. Geld is wel nodig om dat personeel beter te behouden, door ze onder meer marktconforme arbeidsvoorwaarden binnen een modern loongebouw te bieden. Personeel waarderen doe je ook door ze perspectief te bieden, maar ook door als politiek te doen wat je belooft. Zeggen dat de begroting stijgt, om dan te melden dat we een plek gezakt zijn op de ranglijst, is niet goed voor het vertrouwen. Zeggen dat je een loongebouw gaat moderniseren, maar er geen geld voor reserveren is niet goed voor het vertrouwen van het personeel in de leiding. En de Tweede Kamer verkeerd inlichten is niet goed voor het vertrouwen van de politiek in de Defensie-organisatie, waardoor zeker Defensie-kritische partijen er alles aan zullen doen om de geldkraan niet verder open te zetten, maar juist dicht te draaien.
Vertrouwen is dus het toverwoord. Doen wat je belooft. Eerlijk zijn, ook als het geen goede boodschap is. Geen bullshit, maar het eerlijke verhaal.
Met vriendelijke groet,