Deel 1: Het scharrelt en krabbelt maar voort…
Gedurende mijn diensttijd (1995 – 2011) ben ik, eerst als (dienstplichtig) manschap en later als officier, getuige geweest van een voortdurend reorganiseren, reduceren en hergroeperen of zelfs opheffen van operationele eenheden en het staken van operationele activiteiten. Het ene personeelsproject na het andere werd aangekondigd en al dan niet succesvol uitgevoerd. Aandacht en tijd voor verwerking en aanvaarding was er niet.
Visie ontbrak, veelal was het beleid gebaseerd op ad hoc besluiten om op korte termijn maximale financiële besparingen te realiseren. Besparingen over de rug van de medewerkers. Besparingen die voortdurend en vooral de medewerkers troffen. Met een afkalvend vertrouwen tot gevolg.
Het daadwerkelijk daadkrachtig doorpakken op verandering om deze vervolgens te borgen bleef (en blijft!) telkenmale uit.
Anno 2015 is er voor de medewerkers weinig veranderd, het scharrelt en kabbelt maar voort…
- Negatieve consequenties in eigen loopbaan- en ontwikkelings-mogelijkheden of liever on
- Onvoldoende operationele en functiegerichte opleiding & training. Vorming stopt na de initiële opleidingen. En dat ondanks het feit dat opleiding & training juist het primaire proces van de Koninklijke Landmacht is. Dit wetende, stuurt de leiding haar medewerkers toch op uitzending.
- Een voortdurend toenemende druk, omdat het ambitieniveau niet naar beneden wordt bijgesteld en aangepast aan de nieuwe situatie. Er wordt niet toegegeven op het voortzettingsvermogen. Door personeelstekorten krijgen veel medewerkers dubbelfuncties en veel reguliere werkzaamheden worden onder het mom van een project toegewezen aan medewerkers die vaak al dubbelfuncties hebben. Er wordt dan een mooie naam aan gegeven: ‘Projectofficier’.
- Medewerkers bewegen zich voortdurend van overgangsregeling naar overgangsregeling, van nieuw beleid naar nieuw beleid. Waarbij duidelijkheid omtrent de persoonlijke gevolgen telkens uitblijft.
- In de media worden de medewerkers voor de gek gehouden, omdat de beleidsmakers op onder meer social media uitdragen er geld bij te krijgen, terwijl dit niets anders is dan een minimale verlaging van de reeds lopende bezuinigingen.
- Operationele inzet waarbij een personeelsplafond leidend is in plaats van de doelstelling en de te bereiken effecten. Ook hier weer ‘work arounds’, zoals medewerkers die dan maar op basis van werkbezoek worden uitgezonden en afspraken met betrekking uitzendbescherming die worden geschonden.
Maar ook andere ad hoc en korte termijn besparingen of miskleunen op gebieden als materieel en ICT hebben grote impact op de motivatie en het vertrouwen van de medewerkers. Te denken valt aan: aankoopbeleid en afstoten van de PzH2000 of CV90 en het ERP systeem ‘Speer’. De overheid als geheel heeft door dergelijk falen vele miljarden euro’s aan belastinggeld verspild.
Een meerderheid van de medewerkers heeft weinig tot geen vertrouwen meer in de beleidsmakers en de Koninklijke Landmacht als werkgever. Te vaak verbinden medewerkers daar consequenties aan: er is sprake van een exodus. En dat nota bene in een krappe markt.
Personeel wordt geëxploiteerd tot voorbij de pijngrens
De Koninklijke Landmacht, en defensie als geheel, blijft maar in staat van verbouwing.
Vele knelpunten en problemen worden niet of nauwelijks geadresseerd, laat staan opgelost. Resultaten vallen tegen en de medewerkers zijn ontevreden. Ze voelen zich ernstig tekort gedaan. “We doen maar wat!”, klinkt het vaak in gesprekken.
Maar de medewerkers tonen zich nog steeds loyaal en betrokken. Wat krijgen zij er echter voor terug?
Geen cao, bureaucratie waarin ze verzuipen, een nullijn, een AOW-gat, een Wul-drama, continue baanonzekerheid en achterstand in loonontwikkeling op de rest van de overheid en nog meer op de markt. Verassend nieuws? Neen!
Althans, dat kan ik mij niet voorstellen.
Nog veel ernstiger: de bizarre omstandigheden, de verstoorde arbeidsrelatie tussen de Koninklijke Landmacht en haar medewerkers, de onvrede, onmacht en soms zelfs paniek van de medewerkers wordt voortdurend en tot in de hoogste gelederen gebagatelliseerd met die twee kleine woordjes: “Can do!”
De militaire leiding beroept zich keer op keer op de extreme loyaliteit, onuitputtelijke creativiteit en ‘can do’ mentaliteit van haar medewerkers door met steeds minder personeel en middelen, steeds meer van hen te vragen. Voortdurend poogt de militaire leiding haar eigen medewerkers te overtuigen van hun eigen commitment en kunnen: “Doorgaan waar anderen stoppen!”, “Ik daag u uit!”
Juist omdat de medewerkers zich loyaal, creatief en gemotiveerd blijven gedragen, wordt er op deze manier roofbouw gepleegd op deze medewerkers, uw eigen personeel.
- “Personeel is de meest kritische succesfactor van de krijgsmacht.”
- “Zorg voor het personeel staat centraal in 2015.”
Op papier leest dit zo lekker weg, maar hoe gaat het in de praktijk…?
De organisatie blijft nemen en verwachten van haar medewerkers dat ze blijven geven om de (politieke) organisatiedoelen te bereiken. Maar de liefde moet van twee kanten komen. Ook, en misschien zelfs juist, bij een bijzondere organisatie als de Koninklijke Landmacht met haar gezagsrelaties.
Vergeet niet: het personeel is de organisatie en de organisatie is het personeel. Zonder haar medewerkers is de Koninklijke Landmacht met al haar projecten, maatregelen, plannen, procedures, aanwijzingen en operaties niet meer dan een zielloos en leeg omhulsel.
In plaats van dit besef te hebben blijft de Koninklijke Landmacht en defensie als geheel het verschil tussen personeel en organisatie alleen maar vergroten. Het ene (personeels)project na het andere wordt als noodoplossing top down door de strot geduwd…
Volgende week deel 2: Herstel van vertrouwen
Door Sander Denk
- Linkedin Sander Denk
- Volg Sander op Twitter
Sander Denk is officier b.d.. Hij ging op missies naar Kosovo en Bosnië. Nu werkt hij als trainer, consultant en (interim) projectmanager.
Dit doet hij altijd methodisch en resultaatgericht met een groot inlevend vermogen.
(Persoonlijk) leiderschap en Lean management zijn stokpaardjes van Sander.
Goed verhaal Sander, ik verheug me nu al op de volgende sessie. Ik kan alleen maar met je eens zijn…
Als de leiding in een organisatie gaat zeggen dat het personeel de belangrijkste asset is, dan moet je onmiddellijk elders gaan solliciteren. Als ze het moeten gaan zeggen, is het kennelijk niet meer vanzelfsprekend. Je kunt het vergelijken met Kamerleden die in de publiciteit zeggen dat ze vertrouwen in een minister hebben. Die minister zit dan op een schopstoel, want klaarblijkelijk is vertrouwen een issue.