In 2015 publiceerde ik al een blog (een drieluik) over het personeelsbeleid bij defensie, de Koninklijke Landmacht in het bijzonder. Een voortdurend toenemende druk, omdat het ambitieniveau niet naar beneden wordt bijgesteld en aangepast aan de nieuwe situatie. Niet willen toegeven op het dalende voortzettingsvermogen en beleid dat is gebaseerd op ad hoc besluiten om op korte termijn maximale financiële besparingen te realiseren. Besparingen over de rug van de medewerkers, soms letterlijk.
Een verantwoordelijke Landmacht Kolonel (inmiddels Generaal…) vroeg mij via Facebook om een persoonlijke toelichting. Dan weten we dat er blijkbaar een pijnpuntje is geraakt. Zorgvuldig heb ik via de mail mijn ervaring en visie op dit probleem uiteengezet. Het was niet verrassend dat mijn bijdrage werd gebagatelliseerd en weggewuifd, omdat ik ‘maar’ Kapitein was bij de Koninklijke Landmacht en nu bovendien nog ex-officier ook. Niet verrassend, wel pijnlijk om wederom te constateren hoe een hoofdofficier met zorgwekkende berichtgeving van het middenkader omgaat.
Zoals we allen weten liegt de berichtgeving er niet om gedurende de twee jaar erna. Zouden de Minister en haar politieke Generaals en Kolonels zichzelf nog in de spiegel kunnen aankijken?
Durven zij nog steeds het woord integriteit in de mond te nemen?
Het is beschamend en ik word er oprecht onpasselijk van.
De eigen organisatie is het échte gevaar
Net als een politieman of een brandweervrouw is de militair zich geheel bewust van het gevaar dat hij kan lopen tijdens inzet op missies. Laat hier geen misverstand over bestaan. De risico’s kunnen aanzienlijk zijn en ze zijn vaak niet weg te nemen, sterker nog, ze zijn vaak de reden dat de militair überhaupt wordt ingezet. De militair weet dit en maakt ook zijn thuisfront hiervan bewust.
Maar dat het gevaar en het risico aanzienlijk toeneemt door slecht beleid binnen de eigen organisatie, dat de eigen organisatie het échte gevaar is, is toch schrijnend.
Defensie besluit moedwillig tot inzet waar ook ter wereld, wetende hoe minimaal de mannen en vrouwen worden uitgerust en toegerust voor hun dagelijks werk en hun zware taak op missie ver van huis. Tenminste, als de leidinggevende commandanten eerlijk en transparant rapporteren in hun gereedheidsrapportages. Want ook deze officieren willen een carrière en bagatelliseren de staat van hun eenheden nogal eens vanuit de ziekmakende ‘Can Do!’-mentaliteit. Groene kleurtjes en percentages boven de 80% resoneren nu eenmaal beter bij hun commandanten in de lijn.
Een papieren waarheid houdt de illusie van inzetbaarheid in stand; eenheden en hun materiaal slechts op papier inzetbaar melden is voor Den Haag gelijk aan de waarheid.
Over de échte deplorabele staat van het militaire apparaat hebben we al genoeg kunnen lezen. Operationele inzet waarbij een personeelsplafond leidend is in plaats van de doelstelling en de te bereiken effecten. Onvoldoende munitie, gebrek aan reserveonderdelen, geen geld voor diesel of munitie, onvoldoende operationele en functiegerichte opleiding & training en tekorten aan basisuitrusting. De lijst wordt steeds langer en de consequenties schrijnender. Dodelijke slachtoffers door wanbeleid! De eigen organisatie blijkt het échte gevaar te zijn.
Can do!
De politieke en militaire leiding beroepen zich keer op keer op de extreme loyaliteit, onuitputtelijke creativiteit en ‘can do’-mentaliteit van haar medewerkers door met steeds minder personeel en middelen, steeds meer van hen te vragen. Voortdurend poogt de militaire leiding haar eigen medewerkers te overtuigen van hun eigen commitment en kunnen:
“Doorgaan waar anderen stoppen!” en “Ik daag u uit!”
In een organisatiecultuur waar politiek gewin en nepotisme de boventoon voeren zijn dit natuurlijk ook heerlijke zinnetjes om uit te blijven spreken. Bevordering, benoeming en opvolging zijn gebaseerd op anciënniteit en relatie in plaats van op kwaliteit, talent en capaciteit. Het ‘old boys network’ wordt in stand gehouden en bevochten, tot op het Haagse niveau. Falende commandanten en politiek verantwoordelijken worden niet aangesproken, maar beschermd en weggepromoveerd.
Defensie blijft nemen en verwacht van haar medewerkers dat ze blijven geven om de politieke doelen te bereiken. Maar de liefde moet van twee kanten komen. Juist bij een bijzondere organisatie als defensie. Zonder haar medewerkers is defensie niet meer dan een zielloos en leeg omhulsel.
In plaats van dit besef te hebben blijft defensie het verschil tussen personeel en organisatie alleen maar vergroten. Met alle (dodelijke) gevolgen van dien.
Herstel van vertrouwen
Een meerderheid van de medewerkers heeft weinig tot geen vertrouwen meer in de beleidsmakers en defensie als werkgever, niets nieuws onder de zon. Ook nu verbinden medewerkers daar consequenties aan: er is alweer sprake van een exodus.
Juist nu zou het een valide overweging zijn om eerst te komen tot een cultuuromslag die daadwerkelijk en voelbaar in alle gelederen bijdraagt aan een gevoel van rust, vertrouwen, respect, integriteit en veiligheid. Juist nu lijkt het mij een puik idee om in plaats van voortdurend over de rug van de medewerkers snelle politieke winst te behalen, eerst eens de falende besluitvorming en bedrijfsvoering grondig tegen het licht te houden.
Juist nu pleit ik voor het herstel van vertrouwen.
Want is het gebrek aan vertrouwen van de militairen wenselijk bij een organisatie die haar medewerkers fysiek en mentaal tot het uiterste drijft om – indien nodig met geweld – vrede en veiligheid te brengen? Is vertrouwen niet de belangrijkste voorwaarde binnen een organisatie als defensie?
Nederland kantelt!
Zoals Jan Rotmans treffend beschrijft zal Nederland de komende decennia transformeren naar een nieuwe samenleving waarin de machtsverhoudingen zoals we die nu kennen radicaal zijn omgegooid. In de media worden we gewaar van deze kanteling. Wangedrag bij zorgbestuurders, banken, woningcorporaties en gemeenten wordt niet meer geaccepteerd. Heilige huisjes brokkelen langzaam af, in maatschappelijke sectoren wordt de mens stapje voor stapje weer centraal gesteld, traditionele machtsverhoudingen staan onder druk. Een mooie ontwikkeling die defensie ook niet zou misstaan.
Ik pleit voor een transitie waarbij de militair en zijn thuisfront weer centraal komt te staan. Een transitie waarin nepotisme en falend leiderschap plaatsmaken voor een politieke en militaire leiding die haar verantwoordelijkheid gaat nemen voor de mannen en vrouwen die vanuit loyaliteit, kennis en kunde hun gevaarlijke werk willen uitvoeren. “Can do!” of “We gaan door waar anderen stoppen!” volstaan als antwoord allang niet meer en gaat enkel ten koste van uw personeel!
Hoe te beginnen?
Ik citeer graag: “Een trap veeg je van boven schoon!“
Door: Sander Denk
Sander Denk is officier b.d. Hij ging op missies naar Kosovo en Bosnië. Nu werkt hij als zelfstandig trainer, consultant en (interim) projectmanager via zijn bedrijf ThinkAble.
(Persoonlijk) leiderschap en Lean management zijn stokpaardjes van Sander.
- Bekijk het Linkedin-profiel van Sander Denk
Geachte heer Denk,
Leest u graag ons White Paper : ‘ Ik zal Handhaven’ van onze website : coalitionfordefense.com te downloaden. In de Engelse versie : ‘ Je maintiendrai, the restructuring of the Netherlands Armed Forces 2017-2024’ die al deze oorzaken benoemt en aanbevelingen doet ter verbetering, aan, en door beleidsmakers van het Ministerie zelf,
( de interne ‘ cultuur’ ) het Personeelsbeleid, aanschaf van materieel etc etc. Maar vooral dient er een mentaliteit en cultuuromslag plaats te vinden. Niet alleen bij Defensie, maar zeer zeker onder het Nederlandse Publiek, het parlement, de politieke partijen, die deze jarenlange afbraak en risico mijdende cultuur hebben mogelijk gemaakt. Alle politieke partijen, het parlement en met name de kabinetten sinds 1989, zijn hier schuldig aan, het is stuitend om daarvoor nu Mevrouw Hennis aan de schandpaal te nagelen.
Zij is de 1st Minister van Defensie sinds vele jaren, die moord en brand heeft geschreeuwd over deze situatie, gebruld heeft voor een onmiddellijke verhoging van 2,5 Miljard van het defensie budget, doch slechts in baby pasjes hondenbrokken werd toegeworpen door PM Rutte c.s.
Bij deze en voorgaande regeringen Rutte, ligt in eerste instantie de verantwoordelijkheid, zij dienen schuldbewust een MEA CULPA uit te spreken en terstond handelend en overtuigend op te treden om aan deze ellende een einde te maken, in financieel, moreel en materieel opzicht. Te beginnen met een nieuw kabinet Rutte III.
En last but not least : eindelijk de visie, durf en verantwoordelijkheid nemen voor het uitwerken van een Grand Strategy
om de positie van een internationaal handelsland als ons Koninkrijk vast te stellen, een daarop afgestemd coherent Buitenlands Beleid ( wat wordt/ is onze positie binnen EUROPA in de 21st eeuw ) met daarop afgestemd een krachtige, wereldwijd inzetbare krijgsmacht als loyale, consistente en betrouwbare bondgenoot van de NATO. Ook daar heeft Nederland ernstig verzaakt , Nederland heeft niet voor niets het predikaat van ‘ FREE RIDER ‘.