In één van de artikelen over ZAPAD 2017 is de warme relatie tussen Servië en Rusland aangestipt. Een relatie vooral gebaseerd op de obligate Slavische verbondenheid tussen beide landen, heeft tijdens Bosnische burgeroorlog en Kosovocrisis herhaaldelijk geleid tot groeiende spanningen tussen het Westen en de Russische Federatie. Daarom is het niet verrassend dat beide landen weer publiekelijk met elkaar lopen te flirten. De vraag die echter moet worden gesteld, is welke positie Servië in het hybride spel van het Kremlin gaat innemen of misschien al inneemt, welk doel de aangehaalde Slavische broederbanden dienen en hoe het Westen op die opgebloeide genegenheid reageert.
De warme relatie van een Zuid-Slavische met een Oost-Slavische etniciteit
Tussen ongeveer 300 en 700 n.Chr. raken Slavisch sprekende stammen en clans op drift en breken vanuit hun Wieg in diverse windrichtingen uit. Bepaalde historici veronderstellen dat na een culturele ontwikkeling van millennia, in die Wieg omstreeks 500 drie Slavische etniciteiten, het levenslicht zien nl. West-Slaven, Zuid-Slaven en Oost-Slaven.
Iedere “geografische” etniciteit blijkt uit een andere kernetniciteit met een eigen taal, cultuur, normen en waarden te zijn voortgekomen. Daarom onderscheiden die drie etniciteiten zich van elkaar door taal, fysieke bouw, karakter, temperament en cultuur.
Beschouwd door dat prisma lijkt het of de Slavische verbondenheid is gebaseerd op een kwetsbare culturele emotie, versterkt door het min of meer gemeenschappelijke orthodoxe katholicisme.
Die twee aspecten zijn vermoedelijk de belangrijkste Russische drijfveren geweest om de belangen van Servië en Bosnisch Servië in internationale fora te verdedigen. Bosnië en Kosovo zijn daarvan duidelijke voorbeelden. Anderzijds voelt het Servische volk zich gevleid door de bescherming van Rusland en kijkt op naar het veronderstelde militair krachtige en politiek machtige broederland. Servië is daardoor ongetwijfeld gevoelig voor de charmes van het Kremlin en staat toe dat Poetin kan gaan werken aan een Russische uitvalsbasis op NAVO territoir. Er bestaat bij een groot deel van de bevolking geen weerstand tegen een zichtbaar en herkenbaar Russische “aanspreekpunt”
Voortbordurend op die Pan-Slavische gedachte die in beide landen sterk leeft, is het bijna vanzelfsprekend dat Aleksandre Vucic, huidige president van Servië, een paar maanden vóór de start van ZAPAD 2017 een bezoek aan Moskou bracht en in een verklaring uitsprak verheugd te zijn dat Moskou bereid is om de gevechtskracht van de Servische krijgsmacht op te voeren door de levering gevechtsvoertuigen, tanks, vastvleugelige en rotor- luchtplatformen. In ruil voor dat voornemen liet Rusland weten dat het graag een diplomatieke status wilde hebben voor het Russische personeel, werkzaam bij het Disaster Relief Center nabij het vliegveld van de tweede stad van Servië; Nis.
Gemaskeerde acties om NAVO´s reactie te meten
Potentiële brandhaarden in Kosovo, Montenegro en Servië bieden Poetin opties genoeg om de bloeddruk van Westerse politici tot in het rood te laten oplopen. In januari heeft hij vermoedelijk een indruk gekregen van een eventuele Westerse reactie op een Russische provocatie vanuit Servië. Een Servische trein wilde naar Pristina, de hoofdstad van Kosovo, rijden om bijna te eindigen in een confrontatie tussen in Kosovo gestationeerde NAVO-troepen en Russische militante proxy’s. Er werd in de diplomatieke kanalen een aardig robbertje gevochten en het resultaat was dat beide opponenten zich staande lieten uittellen. Het Westen gaf zichzelf een schouderklopje, omdat ze dachten er in te zijn geslaagd de lont voor het binnengaan in het kruitvat, te doven. Het politieke collectief in Brussel meende namelijk een agressieve confrontatie met Rusland´s bondgenoot Servië door standvastig optreden op het nippertje te hebben voorkomen.
Andere opties – zo lijkt het tenminste – waren niet in de beschouwing meegenomen. Waarom hebben zij zich kennelijk niet afgevraagd of die trein geen Russisch proefballonnetje kon zijn, waarmee Moskou duidelijk wilde maken dat het zijn greep op Belgrado heeft versterkt, Servië voor politici in Brussel een voortdurende migraine gaat betekenen en die stekende hoofdpijn de oorzaak zal zijn dat haarscheuren kunnen uitgroeien tot diepe ravijnen? Dat etnische geschillen op Servisch territoir snel en simpel kunnen overslaan naar (nieuwe) NAVO-lidstaten? Bulgarije bijvoorbeeld, is economisch voor een belangrijk deel afhankelijk van de goodwill van Rusland en heeft in de zoektocht naar verdere Russische steun, in de Hongaarse minister-president Viktor Orbán een luisterend oor gevonden. Roemenië is net als Bulgarije van mening dat een verlichting of opheffing van de Westerse sancties in economisch opzicht aantrekkelijk zal zijn voor het eigen land.
Vermoedelijk hebben ze gelijk, maar denkend aan het nationaal belang, gaan ze vlot voorbij aan het doel dat moet worden bereikt: inlossing van het MINSK II akkoord.
In juli van dit jaar drong de Servische minister van Buitenlandse Zaken; Ivica Dacic, er bij zijn regering op aan om op de Russische wens in zake het Disaster Relief Centre op een positieve
manier te reageren. Blijkbaar had de minister vergeten dat het inwilligen van het Russische verzoek zou betekenen dat het Kremlin Russische (militaire) ogen en oren, vermomd als diplomaten, op NAVO grondgebied zou kunnen ontplooien.
Want zonder twijfel zouden de Russische functionarissen vervangen worden door militairen. Het gerucht doet de ronde, dat een groot deel van het Servische electoraat achter een dergelijke beslissing zou staan en blijkbaar niet begrijpt dat een NAVO- of EU lidmaatschap daardoor onder druk komt te staan. Hun diplomatieke onschendbaarheid geeft Russische “diplomaten” ampele mogelijkheden om vanuit Nis een uitgebreid spionagenetwerk op te bouwen en over het hek met buurlanden te communiceren. Ook zonder diplomatieke status zijn de Russen al maanden bezig om daaraan inhoud te geven. Het vliegveld van Nis wordt sinds begin 2016 gebruikt als eerste tussenstop van vluchten naar de tweede stop in Jeddah met het doel om wapens en munitie naar Jemen te sturen.
Aanhalen broederbanden gaat verder
Maar het aanhalen van de broederbanden gaat verder dan Nis. Servische militairen en militaire eenheden blijken al een tijd deel te nemen aan Russische oefeningen. In 2016 stond de teller op 70 keer; allemaal op Russisch grondgebied. Vaak was “het verbeteren van de interoperabiliteit tussen RF, Belarus en Servische gevechtskracht” één van de oefeningsdoelen. Voor de start van ZAPAD 2017 participeerde (eenheden van) het Servische 37ste Gemechaniseerde Bataljon in een tactische oefening; Tskin biatlon, bedacht en geleid door het Russische Militaire District West, op het vlak bij Moskou gesitueerde militaire oefenterrein Alabino. Daarnaast deed een Servische tankbemanning mee aan een wedstrijd van Tankeenheden, waarbij het Servische team een derde plaats behaalde. Naast meedoen in oefeningen, hebben Servische vrijwilligers zich aangemeld voor de gevechten in het Midden Oosten en de Donbas.
Die militair georiënteerde activiteiten met Russische eenheden werpen vanzelfsprekend een schaduw op de betrouwbaarheid van Servische autoriteiten en militaire componenten.
Sussende teksten van de minister van Defensie Zoran Djordjevic na een ontmoeting met de Russische attaché Andrei Kindyakov: “the goal of this exercise was to enhance the interoperability of two armies and improvement of the level of training for performing dedicated tasks” kan het groeiende wantrouwen zeker niet wegnemen. Die minister vergat dat Servische eenheden interoperabel moeten worden met strijdkrachten van NAVO-lidstaten en niet met RF eenheden.
Klaar om te springen?
Uit de bovenstaande tekst blijkt Moskou druk doende te zijn tijdelijke en lokale aanwezigheid op een deel van de Balkan een permanent karakter te geven. Behalve het actief enthousiasmeren van het vechten in de Donbas, probeert Moskou Servische ambities te ontmoedigen om lid van de NAVO en EU te worden. Bovendien moedigt Moskou de Bosnisch-Servische regering in Banja Luka aan zich af te scheiden van Bosnië en Herzegovina en de federalistische republiek te doen imploderen. Moskou stimuleert ook het zenden van Servische agenten naar Kosovo om bestaande haarscheuren te doen verdiepen. Tenslotte zullen de buurlanden van Servië niet staan te juichen, dat de gevechtskracht van Servië opgewaardeerd wordt met Russisch materieel. Het is duidelijk dat de veronderstelde Slavische bloedrelatie met Moskou, Belgrado op dit moment geen windeieren legt.
Door: Victor A.C. Remouchamps. Luitenant-kolonel der Artillerie (b.d.)
Politiek en militair analist
November 2017