Duurzaam herstellen is de eerste prioriteit voor de Krijgsmacht. Dat stelt de SGP, die de 2% NAVO-norm wettelijk vast wil leggen en pleit voor meerjarenbegrotingen voor de Krijgsmacht. De partij vindt het treurig dat het kabinet Rutte III met de Defensievisie2035 een goede voorzet geeft voor een langetermijnstrategie, maar hier vervolgens geen financiële consequenties aan verbindt. De SGP vindt dat onze militaire professionals waardering verdienen voor hun tomeloze inzet, en pleit voor nog meer extra F-35’s. Het is volgens de SGP uitermate zorgelijk dat de Krijgsmacht de grondwettelijke taken niet kan uitvoeren, daarom moet in zaken worden geïnvesteerd die daaraan bijdragen.
Hoe beschrijft u de huidige staat van de Nederlandse Krijgsmacht? En wat zou daar volgens u aan moeten veranderen?
De Nederlandse krijgsmacht is nog altijd aan het bijkomen van de opeenvolgende bezuinigingen die de organisatie tot op het bot uitmergelden. Enerzijds zijn de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet met een structurele budgetverhoging en de vervanging van materiaal. Anderzijds zien we dat we nauwelijks dichter bij de NAVO-norm komen, en blijven er structurele uitdagingen bestaan op het gebied van geoefendheid en inzetgereedheid. De SGP heeft daarom gepleit voor een meerjarenbegroting die over kabinetsperiodes heen reikt en Defensie beschermt tegen politiek opportunisme. Daarnaast moet de NAVO-norm wettelijk verankerd worden, zodat Defensie verzekerd is van de minimale financiële middelen die zij nodig heeft.
Hoe ziet u de rol van de Nederland in de wereld? En wat voor krijgsmacht past daar volgens u bij?
Nederland is een (maritieme) handelsnatie die baat heeft bij vrede en veiligheid in de wereld. Hierbij past een actieve internationale rol van de Nederlandse krijgsmacht. Dit betekent dat allereerst dat Nederland actief bijdraagt aan de NAVO en de Europese veiligheid, en open staat voor deelname aan (internationale) vredesmissies. Daarbij moet er een werkbaar mandaat en strategisch kader zijn, zodat missies daadwerkelijk uitvoerbaar zijn. Gezien de huidige toestand van de krijgsmacht zullen we terughoudend moeten zijn met nieuwe verplichtingen: duurzaam herstel is de eerste prioriteit.
Volgens de Rekenkamer – en ook volgens minister van Defensie Bijleveld – kan de Krijgsmacht niet voldoen aan de grondwettelijke taken. Wat vindt u daar van? En wat moet er gebeuren om dat te veranderen?
Dat de krijgsmacht haar grondwettelijke taken niet voldoende kan uitvoeren is uitermate zorgelijk en, om het maar even plat te zeggen, een schande. Het is een van de kerntaken van de overheid om zorg te dragen voor een veilig en vredig Nederland en de verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied. Dat Defensie die taken nu niet naar behoren kan uitvoeren is niet uit te leggen. De belangrijkste oplossing voor dit probleem ligt in het houden van de NAVO-norm om minimaal 2% van het BBP aan Defensie te besteden. Dit moet gebeuren ongeacht de veiligheidscontext, en de SGP betreurt het dat partijen van links tot rechts de afgelopen 30 jaar deze plicht verzaakt hebben.
Het huidige budget van Defensie is ongeveer 1,4% van het BNP. Binnen NAVO-verband is afgesproken dat er minimaal 2% van het BNP aan Defensie besteed moet worden, wat ook in 2014 is bekrachtigd door premier Rutte en de toenmalig minister van Defensie. Maar tot op heden zijn we zelfs niet dichter bij het Europees gemiddelde gekomen. Vindt u dat het Defensiebudget verhoogd moet worden richting de 2%? En zo ja, welke concrete stappen stelt uw partij daarvoor voor?
Ja. De SGP is sinds de val van de Berlijnse Muur in 1989 consistent tegen de bezuinigingen op Defensie geweest, en is al die jaren blijven pleiten voor de NAVO-norm. De huidige maatregelen zijn een goede eerste stap, maar nog onvoldoende, zeker zolang een langetermijnperspectief ontbreekt. Het is in treurig dat het kabinet Rutte III met de Defensievisie2035 een goede voorzet geeft voor een langetermijnstrategie, maar hier vervolgens geen financiële consequenties aan verbindt. Omdat we keer op keer zien dat de regering haar verantwoordelijkheid voor zich uit schuift, pleit de SGP in het verkiezingsprogramma opnieuw om NAVO-norm wettelijk vast te leggen. Hierdoor wordt Defensie beschermd tegen nieuwe bezuinigingen en politiek opportunisme.
Keer op keer lukt het niet om tijdig een nieuwe CAO af te spreken voor het Defensiepersoneel. Daarnaast loopt het moderniseren van het functiegebouw en loonhuis telkens vertraging op. En dat terwijl het personeel op 1 zou komen te staan. Hoe zou deze patstelling volgens u doorbroken moeten worden?
De SGP pleit voor een modern en marktconform loongebouw, en dat is een kostbare opgave. Het is primair aan defensie om hier samen met de sociale partners uit te komen. Enerzijds was de inzet van defensie de afgelopen jaren vaak relatief mager; anderzijds bevinden de bonden zich nog erg in hun ‘loopgraven’. Wat de SGP betreft leidt een hogere Defensiebegroting ook tot verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden. Betreffende het functiegebouw vraagt de 21ste eeuw om meer flexibiliteit om recht te doen aan de wensen en kwaliteiten van het personeel en te voorzien in de behoefte van de moderne krijgsmacht. Onze militaire professionals verdienen waardering voor hun tomeloze inzet.
De Krijgsmacht heeft ongeveer 9.000 vacatures, waardoor 20% van de militaire functies niet vervuld is. Hoe zou dat probleem van de ondervulling volgens u opgelost moeten worden?
De te lage vullingspercentages lijken ten eerste het gevolg van onaantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Er lijkt voldoende animo is bij jongeren om voor Defensie te kiezen, maar ten opzichte van de civiele sector vormen de achterblijvende arbeidsvoorwaarden een drempel om daadwerkelijk voor Defensie te kiezen. Daarnaast vertrekt bestaand personeel bij Defensie omdat de (financiële) verschillen met de civiele arbeidsmarkt te groot zijn ten opzichte van de grote schat aan ervaring en kennis die zij hebben. De SGP pleit daarom in haar verkiezingsprogramma voor een marktconform loongebouw zodat militairen in ieder geval van een goede boterham verzekerd zijn. Daarnaast is het belangrijk om de secundaire arbeidsvoorwaarden op peil te brengen, voor zover dat te combineren is met het militaire beroep. Denk hierbij aan zaken zoals goede huisvesting.
De Commandant der Strijdkrachten (CDS) is de enige militair die zitting heeft in de Bestuursraad van Defensie, naast 3 topambtenaren die burger zijn. Het lijkt alsof in het Besturingsmodel (BUT-model) van Defensie de militaire stem steeds minder wordt. Hoe staat u daar tegenover? Zou dat anders moeten zijn?
De Bestuursraad is bij uitstek het platform waarin politiek en Defensie elkaar raken en beïnvloeden. Het is de politiek die hierin bepaald, Defensie is de uitvoerende partij. De relatie tussen de beide partijen moet gelijkwaardige zijn. Het mortierongeluk in Mali liet zien wat dat politieke ambities en praktische uitvoerbaarheid met elkaar in lijn moeten zijn. De SGP pleit in het verkiezingsprogramma voor gezonde combinatie van ‘can-do’ en ‘speak-up’ mentaliteit.
In welke middelen zou de Krijgsmacht volgens u juist wel, of juist niet moeten investeren?
De Krijgsmacht moet investeren in de belangrijkste zaken die nodig zijn om haar grondwettelijke taken uit te kunnen voeren. Allereerst betekent dit dat de vacatures gevuld moeten worden, zonder personeel kan immers geen enkele taak uitgevoerd worden. Daarnaast moet de basis van de krijgsmacht op orde zijn. Dit betekent dat de marine over voldoende fregatten en onderzeeboten moet beschikken, de luchtmacht over voldoende gevechtsvliegtuigen beschikt en de landmacht voldoende cavalerie- en infanterie-eenheden moet hebben. Het beschikken over deze eenheden en de ondersteunende zaken die voor het daadwerkelijk gebruik nodig zijn moet op orde zijn. Hierin moet ook op de balans tussen de verschillende krijgsmachtdelen gelet worden. De SGP pleit bijvoorbeeld voor de aanschaf van 52 F-35’s, de eventuele aanschaf van extra exemplaren moet goed afgewogen worden tegen de behoeften van de andere krijgsmachtdelen.
Bovenop de basis is het belangrijk om te investeren in capaciteiten die in de toekomst aan belang zullen toenemen, denk aan cyberveiligheid en onbemande capaciteiten. Bij dit laatste hoort ook een grondige ethische bezinning. We moeten ons voorbereiden op de oorlog van morgen, niet die van gisteren.
Het is goed om in het kader van internationale samenwerking extra in te zetten op niche-capaciteiten waar ons land goed in is, zoals Special Forces en ballistische raketverdediging. Toch mag dit er nooit voor zorgen dat we naar een gespecialiseerde krijgsmacht gaan, die op elk niveau afhankelijk zou zijn van bondgenoten. Ook moet de NAVO de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid blijven.
Wat wilt u in het algemeen nog opmerken ten aanzien van de Krijgsmacht in het algemeen en het Defensiepersoneel in het bijzonder?
Er is nog veel te doen. De SGP zal ook de komende jaren blijven pleiten voor een sterke krijgsmacht. Dat betekent voldoende en goed betaald personeel en voldoende en hoogwaardig materiaal. We blijven pleiten voor de NAVO-norm als absoluut minimum voor Defensie. Een nader uitwerking van onze visie op Defensie is te lezen in hoofdstuk 16 van ons verkiezingsprogramma, toegankelijk via https://sgp.nl/actueel/publicaties/verkiezingsprogramma-2021-2025.
Verantwoording
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 stelt het Defensie Platform aan alle politiek partijen dezelfde vragen over Defensie. De antwoorden worden zonder redactionele tussenkomst gepubliceerd. Hiermee biedt het Defensie Platform politieke partijen de mogelijkheid om hun Defensie standpunten toe te lichten. Hebben wij nog geen contact opgenomen met jouw partij? Neem dan contact op met het Defensie Platform.
Realiteitszin, het nemen van verantwoordelijkheid voor onze wereldwijde (economische ) belangen als maritieme handelsnatie, – 7e exportland ter wereld – loyaliteit en nakomen van de verplichtingen jegens de NAVO, een Krijgsmacht gefinancierd met een minimum van 2% BNP, vastgelegd in de Grondwet met een langjarige defensiebegroting die opeenvolgende kabinetten overstijgt, een modern en markt conform arbeidsvoorwaarden beleid, het klinkt mij als muziek in de oren.
In politieke kringen wordt het realiseren van deze ‘ defensie paragraaf ‘ van de SGP als een Fata Morgana minzaam glimlachend afgewezen – ‘ het is onhaalbaar ‘- de SGP is slechts een kleine politieke partij met te weinig invloed op het regeringsbeleid. Is die invloed echt zo minimaal ? Onder de Nederlandse kiezers wordt wel degelijk zeer verontrust gesproken over het Defensie beleid van de kabinetten Rutte I, II, en III. Prominenten uit de Nederlandse samenleving, ‘ private initiatives’ als het Defensie Platform en de Coalition For Defense, verheffen hun stem in dagbladen, magazines, social media en middels conferenties, – al jarenlang- om de regering(en) te wijzen op hun primaire Grondwettelijke taak: de bescherming van de bevolking, ons grondgebied ( inclusief ‘ de West ‘ ), bescherming van de Internationale Rechtsorde, en het nakomen van de verplichtingen jegens de NAVO: de befaamde (minimale) 2% BNP norm voor Defensie.
Deze verplichtingen worden al jarenlang willens en wetens, ondanks vele indringende waarschuwingen uit binnenland ( de AIV, de Rekenkamer) en de voormalige en huidige ministers van Defensie (!! ) en buitenland ( de NAVO,) verzaakt.
Je wordt er moedeloos van, zou je denken. Maar de aanhouder wint. Onze veiligheid, onze ‘ Way of Life ‘ de bescherming van onze wereldwijde economische belangen, het belang van ons Koninkrijk als welvarende natie – ook nu tijdens ‘ Corona’ – , dat alles staat boven alles verheven.
‘ Beschermen om alles wat ons dierbaar is ‘ , de gevleugelde kreet van het ministerie van Defensie, het is niets meer dan een loze kreet, – holle vaten klinken immers het hardst – als niet daadwerkelijk aan die bescherming inhoud wordt gegeven, zoals omschreven in de defensie paragraaf van het SGP. En dan niet te vergeten: de politieke invloed van Nederland op het wereldtoneel, de EU in het bijzonder, die door de houding van Nederland ten aanzien van Defensie steeds meer afneemt, want Nederland wordt bestempeld als een Free Rider.
Ik hoop dat bij de a.s verkiezingen de kiezers , niet alleen met ‘ praten’ , maar juist met hun stem van hun onvrede zullen getuigen over het Defensie beleid, want ook zij zullen zich realiseren dat zonder een krachtige Krijgsmacht als partner/onderdeel van de NAVO, de vrede niet te handhaven is met alle dreigingen die op Europa – en wereldwijd – op ons afkomen. Want zonder vrede, geen welvaart, geen gelukkige samenleving, geen ‘ gaaf Nederland ‘.
De Romeinen wisten het al : Si vis Pacem, para Bellum.: wie ‘ Vrede wilt , bereidt zich voor op oorlog.’
Ton Welter