De afgelopen jaren is er enorm veel innovatie geweest in de militaire omgeving. Daar moet Nederland aan meedoen. Achterblijven betekent doodeenvoudig dat onze militairen kwetsbaarder worden en dat onze taken veel minder succesvol kunnen worden uitgevoerd.
Om hun veiligheid en hun slagkracht te vergroten zijn er niet alleen brede investeringen nodig, maar zal de krijgsmacht zelf een broedplaats moeten worden van innovatie. De anderen zitten ook niet stil. Om een paar voorbeelden te noemen. Er zijn drones beschikbaar ter grootte van vogeltjes die over kilometers terrein kunnen verkennen. In vijandelijk gebied zijn dat geweldige ogen voor individuele militairen. Wij hebben ze nog niet. Gevechtspakkenstof kan allerlei IT-toepassingen in het weefsel hebben.
Daarnaast zijn er onbestuurde toestellen die (vijandelijk) terrein kunnen verkennen of die zeer gericht projectielen kunnen afvuren. Het is een manier van militair opereren die steeds breder wordt toegepast. Het is logisch dat Nederland ook hier investeert.
In het algemeen kan worden gesteld dat wij alleen wapensystemen ter verdediging willen hebben die voldoende inzicht bieden in de werking van het systeem. Van elk interessant nieuw systeem zal de krijgsmacht inzicht moeten hebben in offensieve en defensieve mogelijkheden. De keuze hoe de systemen gebruikt gaan worden zal mede afhankelijk zijn van de aard en omvang van het militaire probleem dat moet worden geklaard. Voor deze innovatie en R&D zal binnen de defensiebegroting jaarlijks minimaal € 500 Miljoen gereserveerd moeten worden.
Van oudsher zijn de militaire spullen eigendom van de krijgsmacht. Defensie betaalt (grote) investeringen bijna altijd contant. Plus 21% BTW, over te maken aan de schatkist. In de burgereconomie worden aanschaf en contante afrekening steeds schaarser. Luchtvaartmaatschappijen leasen vliegtuigen. Dienstverlenende ondernemingen leasen hun auto’s. Voor Defensie kan dat ook.
Interessant aan lease is dat de krijgsmacht op korte termijn tegen dezelfde kosten kan beschikken over een veelvoud van materieel, in vergelijking met de situatie dat er elk jaar een plukje kan worden gekocht. Alleen betalen voor wat je gebruikt is in de economie niet meer weg te denken.
Een voorbeeld. Voor een investering van € 4 miljard in schepen voor de Koninklijke Marine is dan slechts per jaar € 155 miljoen nodig. Dan kunnen tegelijk ook andere investeringen plaatsvinden.
Bovendien, tot nu toe werd het materiaal opgebruikt en dan kwam pas (misschien) nieuw. Schepen en vliegtuigen zijn na 40 jaar echt verouderd. Technisch zijn ze achterhaald en ze zijn kwetsbaar op het slagveld. Wie rijdt er voor zijn werk nog in auto’s van begin jaren 80 vorige eeuw? Onze F-16 jachtvliegtuigen stammen uit die tijd. En inmiddels ontwikkelt de techniek zich nog veel sneller. Bij lease is het eenvoudiger om veel eerder afstand te doen van het materieel en opnieuw state of the art te verwerven.
Van belang is natuurlijk dat Defensie zijn investeringsbeleid goed afstemt met de Nederlandse industrie. De enorme bestedingen van Defensie kunnen zo voor een belangrijk deel ten bate komen van de Nederlandse economie en de Nederlandse werkgelegenheid.
Inderdaad, er bestaan Europese afspraken over aanbesteding, maar de grote Europese landen storen zich daar amper aan. Nederland moet hier kiezen voor zijn eigen voordeel. In de aan defensie en veiligheid gerelateerde industrie, merendeels MKB, zijn in ons land ruim 25.000 mensen werkzaam. Bij vernieuwende financiering kan dat aantal belangrijk oplopen. Met TNO, NLR en bedrijven als Fokker, Thales, Damen Naval Shipyards en Ten Cate heeft Nederland zelfs internationaal een toonaangevende positie. Dan gaat het om innovatieve radar- en detectiesystemen, marinebouw, cruciale vliegtuigonderdelen en ultramoderne weefsels. Deze bedrijven en instellingen werken met de Overheid samen in de zgn. ‘Gouden
Driehoek ‘.
In de tabel hieronder volgt een overzicht hoe de eerder genoemde minimale aantallen aan materieel en overige voorzieningen op basis van Innovatieve Financiering op korte termijn gerealiseerd kunnen worden.
Door: Ton Welter
Coalition for Defense
Dit is het slotdeel van het Manifest Ik zal handhaven – Steun voor de Krijgsmacht van Coalition for Defense.
Lees ook de vorige hoofdstukken:
Beste heer Welter, als inderdaad lease een optie is, om sneller tot het oh zo nodige materieel te komen, moet dat haalbaar zijn. Het is in ieder geval een optie! Om uw vraag te beantwoorden, tot 3 jaar terug reed ik in een Ford Granada, uit 1983! Uiteraard verouderd, maar wel goed onderhouden! Ik hoop wel dat er gauw budget vrij komt voor Defensie, het gepraat over een nieuwe regering duurt veel te lang! Haast is geboden! Maar volgens mij is vergaderen in Den Haag uitgevonden. In ieder geval zie ik dit als een serieuze mogelijkheid!
Er zitten voor en nadelen aan lease constructies…
Grootste voordeel:
Onze overheid heeft een nogal slechte raputatie opgebouwd de afgelopen 25 jaar als verkwanselaar van militaire wapen systemen en matrieel!
Vrijwel net aangeschafte systemen of systemen die vaak net gemoderniseerd waren heeft men massaal verkocht vaak voor een appel en een ei, het inventaris is nu bijna leeg.
Met een leaseconstructie zit de overheid vast aan een aantal wapensystemen die men heeft afgenomen bij een leverancier en dan niet even simpel kan verkwanselen als men weer geld wil wegschrapen bij defensie of als het even niet uitkomt politiek gezien, kort gezegd de landelijke politiek kan defensie dan niet meer even simpel beroven van cruciale wapensystemen die gewoon nodig zijn voor de verdediging en helemaal niet gemist kunnen worden…
Alleen al daarom is lease een overweging omdat we een onbetrouwbare overheid/politiek hebben op defensie gebied die alles verkoopt wat los en vast zit als hun dat even goed uitkomt!
Dit is een totaal verkeerde voorstelling van zaken .