Hier een grap, daar een bemoedigend klopje op de schouder, vervolgens nog een opmerking waarin hij zichzelf niet te serieus neemt, om daarna vol energie door te gaan naar de volgende afdeling. De gedrevenheid van Richard Betten, voormalig landmacht officier, straalt er vanaf in het fraaie gebouw van APM Terminals aan de Turfmarkt in Den Haag. ‘Als manager moet je je niet verschuilen achter een bureau’, zo licht hij zijn houding toe aan het Defensie-Platform.
Naam: Richard Betten
Leeftijd: 40 jaar
Jaar in dienst: 1994
Periode: 1994-2008
Onderdeel: Landmacht, Cavalerie, Verkenner
Na zijn carrière bij de Krijgsmacht, trad hij in dienst van APM Terminals,een wereldwijd opererend bedrijf met een miljardenomzet en hij klom daar snel op tot directeur. Richard Betten leidt nu wereldwijde b2b-projecten met grote rederijen en terminals. ‘Daarbij zet ik in op het gebruiken van elkaars sterke kanten, en op meer efficiency in het Netwerk van de klant en de efficiency binnen APM Terminals. ’ Iets heel anders dan het leiden van verkenningspelotons of commandant zijn van de VakTechnische Officiers opleiding (VTO) Verkenningen, zo lijkt het op het eerste gezicht. Volgens Betten valt dat wel mee: ‘De overeenkomst is leiderschap, zorgvuldig omgaan met de mens. Ik stel de mens centraal om tot resultaten te komen, en niet andersom. Elke dag stel ik duidelijke doelen voor mezelf en elke dag kijk ik naar de ontwikkelmogelijkheden van mijn mensen. Ik zeg bewust geen verbeterpunten, maar ontwikkelmogelijkheden, want iedereen heeft kwaliteiten en capaciteiten die ingezet kunnen worden.’ En dan, met een glimlach: ‘Daarnaast doe ik hier aan Bedrijfsmatige Opdrachtgerichte Commandovoering’.
Relativeren
En waar managers zich vaak verschuilen achter bureaus en drukke agenda’s, daar loopt Betten dus letterlijk rond. Niet meer in gevechtspak, maar in een kostuum, met stropdas. Uitzendingen en oefeningen werden vervangen door dienstreizen. ‘In mijn eerste jaren was ik soms 40 weken per jaar op reis. Nog meer dan bij Defensie’. Nu reist hij minder, maar loopt nog wel met militaire pas en houding door het pand: schouders recht, hoofd omhoog, met open blik en open vizier. Opvallend is dat op welke afdeling hij ook komt, hij zijn collega’s lachend achterlaat. ‘Enerzijds komt dat omdat ik zo ben. Anderzijds komt dat omdat ik alles relativeer. Daar heeft Defensie wel aan bijgedragen, aan dat relativeren. Diep in de shit zitten, beschoten worden in Afghanistan… Het feit dat er hier niemand op me schiet – het draait hier immers om stalen bakken, containers -, relativeert wel. Het is hier veilig. Ik kan nu zelfs genieten als ik in de file sta”.
‘Trots op mijn vrouw’
Ondanks de gevechten die hij in Afghanistan voerde, kijkt Richard Betten wel trots terug op zijn periode bij de Landmacht. ‘Ik ben vooral trots op mijn vrouw. Dat ze het heeft uitgehouden met een militair. Een militaire baan is geen baan, het is een roeping. En werk gaat dan altijd voor privé. Als ik weg was regelde mijn vrouw alles met de kinderen, de boodschappen, het huishouden en dat terwijl ze onregelmatig werkte en zwanger was. Op haar ben ik echt trots. ‘
‘Meer militair gezien ben ik trots op de jongens, mijn mannen. Sommige van hen werden in de kazerne gestigmatiseerd als losers. En op missie waren het juist die mannen, die zich ontwikkelden en onderscheidden. Hun kwaliteiten werden toen pas echt zichtbaar’.
Genieten van succes
Na een militaire carrière van bijna 15 jaar die begon als onderofficier, was het in het bedrijfsleven wel anders, vindt Betten. ‘Er is in het bedrijfsleven een groot verschil tussen leiderschap en management.’ Het bedrijfsleven zou wel wat kunnen leren van Defensie, vindt de voormalig verkenner: ‘Compleet voor elkaar door het vuur gaan, vasthouden aan een koers, ook al is er tegenslag. Maar ook genieten van succes, dat was bij Defensie veel meer het geval. Na een geslaagde missie in Afghanistan, als iedereen weer veilig terug was, namen we de tijd om dat succes te vieren, om daar ’s avonds over te reflecteren, en daar ook de tijd voor nemen. In het bedrijfsleven draait het vaak maar 24/7 gewoon door. Je gaat van het een in het ander, zonder stil te staan bij een succes.’
Defensie bedrijfsmatiger
Tegelijk ziet Betten ook verbeterpunten voor Defensie: ‘Nepotisme mag geen plaats hebben in het personeelsbeleid. Niet bevorderen op basis van anciënniteit, maar op basis van capaciteiten’, zo steekt hij van wal. ‘Het is allemaal leuk die accreditering op hbo of universitair niveau van de opleidingen van de NLDA (Nederlandse Defensie Academie waar officieren worden opgeleid – red) , maar dan leid je vooral managers op en geen militair leiders. Verder mag Defensie wel wat bedrijfsmatiger werken, met een KPI- structuur (Kritische Prestatie Indicatoren – red) die tot op pelotonsniveau doorgevoerd wordt ’, zo ontvouwt de voormalig officier zijn visie. ‘ En dan de commandanten 50% afrekenen op het behalen van de KPI’s en voor 50% op basis van hun capaciteiten. Waarbij de capaciteiten zwaarder moeten wegen. Dat een commandant die zijn KPI’s niet heeft gehaald, maar onder onmogelijke omstandigheden toch het maximale eruit hebben gehaald, wel gewoon door kan groeien. Want dat is waar mensen als Gijs Tuinman, en al die andere jongens die onderscheiden zijn het verschil hebben gemaakt. Onder de meest moeilijke omstandigheden het onmogelijke mogelijk maken, met gevaar voor eigen leven’.
Defensie moet bevorderen op basis van kwaliteit, niet anciënniteit
Loyaliteit
Verschil maken. Iets waar Betten voor leeft. Hij weet af en toe niet waar die drive vandaan komt, maar probeert toch een verklaring te geven: “Ik was vroeger een klootzakje. Ik schopte alle heilige huisjes om, en trapte deuren open waarvan ik wist dat ik dat beter niet had kunnen doen. Daar heb ik wel van geleerd. Defensie heeft daarvoor goed gedaan. Ik doe het nu nog steeds wel, maar niet meer op zo’n manier dat ik mezelf daarmee schade berokken’.
Om vervolgens aan te geven dat hij inmiddels veel beter kan luisteren naar wat er speelt: ‘Want dat is ook wel iets bij Defensie. Ongeacht rang zouden ze daar meer naar elkaar moeten luisteren. Defensie gaat kapot door alle regelnichten die er zitten, het is veel te hiërarchisch en bureaucratisch. Terwijl het personeel zo loyaal is, dat ze zich voor 4,30 euro bruto per uur kapot laten schieten in Afghanistan. Ik heb ooit een huzaar die het verdiende bevorderd gekregen tot korporaal, door hem een maand te plaatsen op een korporaalsfuntie bij de staf en aansluitend weer terug gehaald bij het peloton. Niet gebruikelijk, maar dat soort dingen zou veel gemakkelijker moeten kunnen.’
Politieke steun
‘Defensie is geweldig bedrijf, met geweldige mensen’, vindt Betten. En dat bedrijf en die mensen verdienen meer steun vanuit de politiek: ‘De politiek moet een duidelijke strategie neerleggen. Niet elke drie jaar de strategie veranderen, maar bedrijfsmatig werken. Als dat was gebeurd hadden we die pas ingevoerde en nu weer verkochte CV90’s (infanteriegevechtsvoertuig – red) nog gehad.’
‘Maar ook efficiënter werken. Efficiënter met geld omgaan. Elk jaar als we alle spullen van de eenheid gingen tellen, waren er dingen over. Die gingen in dan bij veel eenheden in de matsvoorraad. Ik heb voertuigen zien rondrijden die officieel verdwenen waren, want dat was ‘handig’. Betten spuugt de woorden bijna uit: ‘Volgens mij kan je van die matsvoorraad van alle eenheden bijna 2 bataljons volledig uitrusten’.
Personeel is zo loyaal dat ze zich voor 4,30 euro bruto laten beschieten in Afghanistan
Respect
De directeur bij APM denkt dat zulke zaken ook met respect te maken hebben: ‘Er is steeds minder respect in de samenleving. Van die mensen die de minister van Defensie een stewardess noemen. Geen respect voor stadswachten die handhaving van regels controleren. Tuig in de trein en op straat. We moeten af van de bashingcultuur in Nederland. Mensen afbranden, dat duurt twee minuten en dat kan iedereen. Ik kies ervoor om mensen op te bouwen, niet om af te branden’.
Militaire aanwezigheid, en wellicht zelfs invoering van de dienstplicht kan volgens Betten dat respect weer terugbrengen. ‘Dienstplicht an sich zou kunnen helpen bij het accepteren van regels en normen. Bij het krijgen van respect. Maar de dienstplicht moet wel zinvol ingevuld worden. Misschien wel als voorloper van bepaalde functies. Dat je alleen bij de politie mag, of stadswacht mag worden, als je dienstplicht hebt gedaan.’
Maar eerst denkt Richard Betten dat er anders gedacht moet worden over de taken van de Krijgsmacht. ‘Defensie zit lastig. Je hebt NAVO-taken, Koninkrijkstaken, en bestrijding van terrorisme, de non-reguliere oorlogsvoering. Ik denk dat wanneer je alle middelen efficiënt inzet de krijgsmacht al deze taken kan laten uitvoeren.’ Hij vindt dat Defensie ook een sterkere signaalfunctie kan hebben: ‘Zijn de Koninkrijkstaken alleen het vullen van zandzakken als er een dijk doorbreekt? Of is het meer? Of denk jij dat dat tuig in de trein zich ook zo gedraagt als er twee militairen met een Diemaco staan?’.
Hele mooie bijdrage Richard, top! Ik kan niet anders dan beamen. En ik vind het krachtig dat je stelt: “Nepotisme mag geen plaats hebben in het personeelsbeleid. Niet bevorderen op basis van anciënniteit, maar op basis van capaciteiten”. Want zo is het maar net. En ook hierin is nog een lange weg te gaan. Groet, Sander
Meneer Betten vergeet een ding de bevorderingen vinden niet alleen op capaciteit plaats maar ook voor een aanzienlijk deel op vriendjes politiek .
Top gesproken en weergegeven.
Helemaal mee eens. Het is alleen heel jammer dat juist de hele goede leiders, zoals Richard, de krijgsmacht verlaten. Ik heb het een paar jaar geleden al eens gezegd; Al het hogere kader dat duidelijk goede capaciteiten heeft, wordt weggekocht bij defensie door het bedrijfsleven. Wat overblijft zijn de kneuzen en degene die het echt leuk vinden. Helaas is de eerste groep in de meerderheid”. Als het heel erg mee zit zal er over een jaar of 10 iemand opstaan met hetzelfde idee. Tot die tijd is de krijgsmacht de sluitpost van de begroting, tot de eerste echt serieuze aanslag in Nederland een feit is en de goegemeente van het gebroken geweertje moord en brand schreeuwt om ingrijpen van die zelfde krijgsmacht…..en net in 1940 is het dan te laat.
Mee eens moet eerst maar is weer aanslag zijn in nederland en dan kan en mag alles weer. Krijgt def. Weer geld maar dat hadden ze al veel eerdermoeten doen. Want dan is het weer telaat. Mij is in def tijd geleert…EEN GOEDE VERDEDIGING IS DE BESTE AANVAL. Maar je gr ex klp1 voerman
Richard wellicht zou je eens contact willen opnemen.
Tirralleurs 103. Hagen.
Verkenningen103@gmail.com
Discipline is sowieso ver te zoeken, net als respect. Net als het idee dat Nederlanders alleen maar een handelsvolkje zijn. Alles miskenning van de Nederlandse krijgsverrichtingen.
Mee eens. KPLLDA bd