Door redactie Defensie-Platform Coen van den Braber
Nederlandse onderzeeboten die tijdens de periode van de Koude Oorlog Russische schepen bespiedden en afluisterden. Geheime operaties waarbij de onderzeeboten Russische vloten soms wel op anderhalve meter benaderden, zonder dat de Russen daar ook maar enig benul van hadden. Het klinkt als een spannend fictieboek, maar Jaime Karremann, hoofdredacteur van Marineschepen.nl en schrijver van het boek In het diepste geheim kwam erachter dat het nog waar is ook.
Karremann heeft na zijn studie Communicatie gewerkt als militair en burger bij de Koninklijke Marine. Hij voerde daarbij opdrachten van de wervingsafdeling van de marine uit. Vanaf 2011 is hij fulltime bezig als, zoals hij het zelf noemt, marinejournalist.
Mag je dat wel vertellen? vroeg ik
Mag je dat wel vertellen?
De operaties die door Nederlandse onderzeeboten werden uitgevoerd, waren geheim. Toch heeft Karremann veel informatie gepubliceerd. Hij kwam achter de ontdekking toen hij meevoer met een onderzeeboot. “Toen ik aan boord was, sprak ik met een man van de Onderzeedienst. Ik vroeg hem over zijn tijd in de Koude Oorlog. Daar mocht naar al die tijd wel iets over gezegd worden. Na dat gesprek heb ik anderhalf jaar lang niks met de informatie gedaan.” Totdat Karremann met een man aan boord van onderzeeboot Tonijn in het marinemuseum in Den Helder in gesprek ging. “Mag je dat wel vertellen vroeg ik. Thuis kwam ik erachter dat er dingen werden gezegd die geheim moesten blijven. Later heb ik gehoord dat er mensen zeiden dat dit niet naar buiten mocht komen, sommigen wisten ook niet wat er was gebeurd.”
In totaal gaat het om zo’n zestig operaties die tussen 1968 en 1991 zijn uitgevoerd.
Al die onderzeeboten gingen soms wekenlang naar een operatiegebied om informatie te verzamelen. Eerst vooral in de Noordzee en Noorse Zee, later werd dat de Middellandse zee. “De Sovjets hadden in de Middellandse Zee geen havens, maar het was wel een heel belangrijke zee met ankerplaatsen voor de kusten van Egypte en Tunesië. Bij die ankerplaatsen kun je schepen van de Sovjets opzoeken in plaats van af te wachten tot ze langskwamen. Nederlandse onderzeeboten waren dieselelektrische boten en konden in de ondiepe kustwateren varen en kwamen daarom dichtbij de ankerplaatsen van de Sovjets.”
Een onderzeeboot kan ongezien bij een Sovjetschip en een Sovjet-ankerplaats komen
Radarsignalen aan boord opvangen
Veel andere landen hadden die capaciteit niet. En dus heeft Nederland volgens de marinejournalist een belangrijke rol gespeeld door veel informatie met hun onderzeeboten op te halen. Dat was vooral mogelijk omdat onderzeeboten moeilijk op te sporen zijn. Je ziet ze simpelweg gewoon niet. Maar waarom werden de Sovjets afgeluisterd? “Om aan informatie te komen”, zegt Karremann. “Een onderzeeboot kan ongezien bij een Sovjetschip en een Sovjet-ankerplaats komen. Zo’n onderzeeboot kan informatie verzamelen, radarsignalen die door schepen worden uitgezonden, die via een mast opgevangen worden. Tegelijkertijd werden er filmopnames gemaakt waardoor je ziet welke radars er draaien en wat er op het schip gebeurt.”
Ook het geluid van een schip werd opgenomen. “Dat geluid werd later in de jaren ’80 door de inlichtingendiensten geanalyseerd, dan kun je elk tandwieltje uit die geluiden halen. Al die onderdelen kun je specificeren en kun je achterhalen welk schip het is. Want je kunt onder water als onderzeeboot veel geluiden horen, nog ver voordat je een schip ziet. Dan is het fijn om te weten welk schip je hoort en je bereik wordt zoveel groter omdat je het kunt horen, terwijl het Sovjetschip je niet aan ziet komen.”
Er was een lek in die tijd. Bij onderzeeboten kun je dat niet hebben.
Diplomatieke rel
Volgens Karremann had de operatie tot een diplomatieke rel kunnen leiden. Bijvoorbeeld als er Nederlandse boten tegen een Sovjetschip aan waren gevaren of de onderzeeboot zonk. “Want dan heb je de vraag wat doet die onderzeeboot daar?” Het spionagewerk door de Nederlanders was zelfs zo geheim, dat de onderzeeërs niet eens door bevriende NAVO-schepen mochten worden opgemerkt. “Ook niet eens door Nederlandse marineschepen. Maar de NAVO ook niet, want er was een lek in die tijd. Bij onderzeeboten kun je dat niet hebben. En de kans dat er informatie naar buiten zou komen, was vrij groot, dan heb je altijd de kans dat er iemand tussen zit die meeluistert.”
Benieuwd hoe Karremann aan zijn informatie voor het boek kwam?
“Ik ben in eerste instantie mensen gaan interviewen”, zegt Karremann. “Bij de Traditiekamer van de Onderzeedienst heb ik veel interessante informatie opgehaald. Ik sprak daar iemand die hele spannende verhalen had waarvan ik dacht als ik dit opschrijf, is het al heel interessant. Maar ik had geen enkel bewijs en kon zijn verhalen niet hardmaken. En in de journalistiek geldt één bron is geen bron.
En dus ging hij aan de slag bij de historische afdeling van defensie met de vraag of er patrouillerapporten waren. “Aan het einde van een operatie werd namelijk een verslag geschreven met alles wat ze hadden gegaan van minuut tot minuut plus alle informatie die verzameld was. Helaas kon ik daar niet zomaar bij, want dat lag bij de inlichtingendienst. Ik heb bij een hoorzitting bezwaarschriften aangevraagd en de conclusie was dat het niet openbaar gemaakt mocht worden.
Daar stond niks geheims in, werd mij gezegd. Maar als iedereen dat zegt, gaat niemand kijken
Maar al snel werd Karremann een alternatief aangeboden: de scheepsjournalen. “Officieren aan boord schreven een logboek van wat er de afgelopen uren is gebeurd. Daar stond niks geheims in, werd mij gezegd. Maar als iedereen dat zegt, gaat niemand kijken. Maar in die scheepsjournalen vond ik juist wel veel interessante informatie, omdat mensen soms dingen opschreven die er niet in mochten staan. Ook kwam ik bemanningslijsten tegen en 50 duizend pagina’s handgeschreven teksten, die ik later heb gedigitaliseerd. Pagina voor pagina. Dan heb je 50 duizend pagina’s van al die zes boten waarvan ik wist dat daar de geheime operaties inzaten. Aan de hand van de bemanningslijsten ging ik mensen bellen en heb hen gevraagd of ze wat konden vertellen en vroeg of ze op die boten waren geweest. Daar is dit boek uit ontstaan.”
Daarom worden de nieuwe onderzeeboten zeker weer diesels! En Nederland is hier nog steeds goed in, ergo, de capaciteit zou moeten worden uitgebreid naar 6 onderzeeboten!
Ik heb het boek gelezen erg spannend nooit geweten van deze operaties.
Leest heel gemakkelijk door de manier van schrijven blijft spannend.