Beste minister,
Hoe gaat het met u? Zag u het artikel dat Tweede-Kamerlid André Bosman deelde op twitter? Daarin staat een tabel met het percentage van de bevolking dat bereid is om te vechten voor hun land (Ik schreef er eerder over aan uw voorganger, mevrouw Hennis). Het gaat om Europese landen en de Finnen staan bovenaan, met 74% van de bevolking die bereid is om de wapens op te nemen als dat nodig is. Weet u welk land onderaan staat? Nederland, met 15%. Wij staan vlak onder Duitsland, België en Italië. Het artikel is al wat ouder, maar ik verwacht niet dat er nu heel grote verschillen zijn.
NAVO-norm
Nou kun je met 15% van de bevolking van Nederland nog best een Krijgsmacht van 2,5 miljoen man op de been brengen, maar dat is meestal een utopie. Het is daarom des te belangrijker dat de Krijgsmacht die we hebben, goed gefinancierd is, bijvoorbeeld volgens de 2% NAVO-norm (Hoe staat het daar trouwens mee, komt die norm in zicht bij de herijking van de begroting tijdens de voorjaarsnota?). Maar het betekent ook dat die weinige mensen die wél bereid zijn om te vechten bijvoorbeeld goed betaald moeten worden. En goed getraind. En goede spullen moeten hebben. En andere goede arbeidsvoorwaarden. Maar ook genoeg munitie. Genoeg carrièreperspectief. En genoeg waardering voor het feit dat zij wel doen, wat anderen niet willen.
Het wordt beter, maar eerst nog slechter
Want dat is nog steeds niet het geval. Er zijn nog steeds heel veel vacatures. En met de spullen gaat het beter, maar wordt het in sommige gevallen eerst nog slechter. Bijvoorbeeld onze tanks: die worden beter, want ze krijgen een upgrade. Maar daardoor staan ze straks wel allemaal 2 jaar bij de fabriek om op het juiste niveau gebracht te worden. Dat betekent dat er de komende twee jaar geen gedoe moet komen, want tanks hebben we dan niet inzetbaar. Hetzelfde geldt voor onze helikopters. Die krijgen ook een update en zijn dan ook minder inzetbaar, zo begreep ik van de CDS. En dan is er ook nog de conversie van F16 naar F-35 bij de Luchtmacht waardoor er minder vliegtuigen zijn.
Daarom is het wel fijn dat we zo weinig personeel hebben, dan valt het niet op dat we verder weinig fregatten, onderzeeboten, helikopters, gevechtsvliegtuigen, artillerie, tanks en aanverwante artikelen hebben. Want die zouden anders ook niet inzetbaar zijn, omdat er geen personeel voor was. Reserveonderdelen liggen weer op de plank, maar er zijn te weinig mensen om ze van die planken af te pakken. Personeel dat wel te vinden schijnt te zijn voor de vulling van alle staffuncties, en voor de burgerfuncties. Maar ik hoorde de CDS ook zeggen dat er 500 militairen per jaar terugkomen, die de dienst uit waren, maar de Krijgsmacht te veel missen en weer terugkomen.
Loyaliteit bizar hoog
Die loyaliteit naar de Krijgsmacht die is bizar hoog, dat blijkt uit die terugkeer van spijtoptanten. En dat is uniek: Er zijn niet zo heel veel organisaties waar het personeel niet supergoed betaald krijgt, waar de werkgever cao-overleggen traineert, waar juridisering van personeelsvragen de standaard lijkt, waar mensen bezuiniging op reorganisatie op omvorming te slikken krijgen, en waar dat personeel zich dan toch voor die organisatie inzet, de organisatie (en de kameraden) op handen blijft dragen, en bereid is het hoogste offer voor de organisatie en de missie te brengen. Dat maakt de Krijgsmacht terecht uniek. Maar het lijkt wel alsof de politieke en militaire top misbruik maakt of heeft gemaakt van die loyaliteit. Militairen maken mogelijk wat gevraagd wordt. En ze mogen daar – door hun bijzondere positie – ook niet tegen protesteren.
Commandanten zien leegloop met lede ogen aan
In ieder geval zijn de bezuinigingen in het verleden zo ver doorgevoerd dat het nu jaren en jaren duurt voordat de Krijgsmacht enigszins hersteld is. En het wordt allemaal beter, maar op korte termijn wordt het in sommige gevallen nog slechter, zo hoorde ik de CDS dus zeggen. En de vraag is hoe goed het overgebleven personeel dat nog trekt. Onderofficieren en officieren op de werkvloer vrezen nog steeds een nog grotere leegloop. En zij die met hun voeten in de klei staan, en hun mannen en vrouwen zien vertrekken, hebben geen mogelijkheden om het vertrekkende personeel een andere aanbieding te doen. Zij zien zich geconfronteerd met een goede vent of vrouw die weggaat omdat ze meer kunnen verdienen, omdat ze ergens andere opleidingsmogelijkheden krijgen, of omdat ze ergens anders flexibeler omspringen met de werk-privé-balans. En die lagere commandanten kunnen niks, omdat ze niet de P-mogelijkheden om binnen het systeem een aanbieding te doen. Ze kunnen hun vertrekkende mensen alleen maar succes wensen in hun verder loopbaan. En vaak wil dat vertrekkende personeel wel blijven. Omdat ze de Krijgsmacht wel in hun hart gesloten hebben.
Koester het personeel
En dat personeel minister, bestaat wel uit de mensen die bij de 15% van onze bevolking horen die bereid is om te vechten voor ons land. Dat zijn de mensen die bereid zijn om voor ons land op missie te gaan, desnoods met een fregat (Zr. Ms. De Ruyter) waarvan de motor niet helemaal 100% in orde is (Dat is overigens wél verantwoord volgens de CDS want als het moet kan volle kracht gewoon, maar waarom hebben we er dan ook zo weinig?) Dat personeel verdient het om te werken in de Krijgsmacht die nog beter is dan de huidige. Verdient het om te werken in een Krijgsmacht waar de militair leiders zich wel uitspreken voor een stap naar de 2% financiering en voor nog betere arbeidsvoorwaarden, ook al vinden ze dat zelf hun taak niet. Dat personeel verdient het te mogen werken in een Krijgsmacht waarvan de politiek wel de waarde ziet en wel de gedane beloften nakomt. Zoals Defensie in 2018 aangaf in de lange lijnen naar de toekomst.
Want minister, als 15% van de bevolking bereid is om de kastanjes uit het vuur te halen voor die andere 85%, en je weet dat je die mensen aan boord hebt, dan moet je ze koesteren, dan moet je ze in de watten leggen, dan moet je ze dusdanig trainen, opleiden, betalen en perspectief bieden dat ze nooit meer weg willen.
Misschien dat u daar mee kunt beginnen dit jaar voor de verkiezingen.
Dankuwel alvast.
Foto’s: ministerie van Defensie
Persoonlijke ontwikkeling en loopbasnperspectief gaat nu de goed kant op binnen Defensie. De organisatie zal alleen meer kunnen doen aan communicatie en toenadering in behoud van personeel. Veel medewerkers weten niet welke stappen gemaakt zijn of nog ondernomen worden voor hun perspectief en versterking t.a.v. werkplezier. De mogelijkheden en initiatieven moeten breder gecommuniceerd worden en laat de werkvloer meer betrokken worden in de bijdrage tot meer werkgeluk. Meer salaris is zeker een vereiste voor behoud en aantrekkingskracht. Voornu is communicatie tot de enkele medewerker de oplossing om perspectief tussen de oren te krijgen met erkening en waardering voor loyaliteit in de bijdrage voor vrede en veiligheid.