De kogel is door de kerk, of beter gezegd: het besluit is genomen door de Tweede Kamer. De eerste acht JSF/F35 gevechtsvliegtuigen worden aangeschaft. Coalitiepartijen PvdA en VVD besloten daartoe en werden gesteund door het CDA, de ChristenUnie en de SGP. Deze eerste acht toestellen moeten in 2019 operationeel zijn bij de Koninklijke Luchtmacht.
Volgens minister Hennis van Defensie was het besluit hard nodig, ook gezien de ontwikkelingen rondom Rusland en de strijd tegen de Islamitische Staat: “Het is hoog tijd dat de Luchtmacht duidelijkheid krijgt over met welk toestel er in de toekomst gevlogen wordt.’ De discussie over de opvolging van de F16 loopt al sinds de jaren ’90 van vorige eeuw. Door dit besluit is er nu een einde gekomen aan een jarenlange discussie en is de keus voor de Joint Strike Fighter definitief.
D66 stemde maakte tijdens het debat dat werd gehouden nog een draai. De partij wisselde de afgelopen jaren van standpunt over de JSF, maar leek voor te zijn. Uiteindelijk besloot D66 toch tegen de JSF te stemmen, en sloot zich daarmee aan bij partijen als de PVV, SP en GroenLinks. De draai kwam D66 wel op kritiek van de coalitiepartijen en het CDA.
Het CDA vond dat een besluit niet nog langer kon worden uitgesteld. D66 voerde aan dat er nog onduidelijkheden zijn over de ontwikkelkosten, betrouwbaarheid en inzetbaarheid van de JSF. D66 is er niet van overtuigd dat de JSF het beste toestel voor de beste prijs is. Voor de coalitie was het point of no return al gepasseerd. Er zijn al testtoestellen aangeschaft en Nederland heeft al veel bijgedragen aan de ontwikkeling van het nieuwe toestel.
In totaal koopt Nederland 37 Joint Strike Fighters. De rest wordt de komende jaren besteld en aangeschaft. De kosten voor aanschaf bedragen 4,5 miljard euro, de exploitatiekosten per jaar 285 miljoen euro. Daartegenover staat volgens het kabinet dat het bedrijfsleven voor meer dan 1 miljard aan orders binnen heeft gehaald door de aanschaf van de F35. Het kabinet rekent erop dat dit bedrag oploopt tot 9 miljard euro.