Met aandacht las ik het artikel ‘Een strijd om de defensiebegroting’ in de jongste Militaire Spectator[1]. Volgens een Zweedse meubelgigant maakt aandacht immers alles mooier.
Helaas wordt het defensiebudget met alleen aandacht niet mooier, hoezeer het blad in het intro de foutieve lof uit dat “sinds 2014 beetje bij beetje weer [wordt] geïnvesteerd in de krijgsmacht”.
Defensie profileert zich al enige tijd niet meer als de beste werkgever. Na jaren van bezuinigingen, reorganisaties, afgesnoepte secundaire arbeidsvoorwaarden en ordinaire diefstal op het salarisstrookje drijft de Defensieorganisatie boven alles op de ongeëvenaarde überloyaliteit van haar personeel.
Ondanks het feit dat de signalen overduidelijk zijn, wordt er geen actie ondernomen om het personeel eindelijk eens financieel te compenseren en beloften na te komen. Dat is broodnodig.
Steeds meer lijkt het erop dat loyaliteit de ziel van de krijgsmacht is, niet de ondergeschiktheid. Dat is een kwalijke ontwikkeling.
Natuurlijk is de soldaat nog steeds gehoorzaam aan de generaal, maar niet alleen omdat de krijgstucht dit zegt. Het lijkt vooral ook te gebeuren als gevolg van de ingedrillde loyaliteit aan en respect voor elkaars vakmanschap in combinatie met de kameraadschap in de krijgsmacht. Kameraadschap die er altijd debet aan is en garant staat om met z’n allen voor één te staan en als één voor elkaar.
Helaas blijft Defensie in gebreke.
Defensie lijkt zich meer en meer te ontpoppen als een op zichzelf staand bastion, geïsoleerd van de burgermaatschappij, met Kafkaëske en Orwelliaanse trekjes. En dat heeft nu eens niets te maken met het opschorten van de dienstplicht en de daaruit voortvloeiende (vermeende?) verontmaatschappelijking van de krijgsmacht.
Zodra de waarheid op bepaalde fronten naar buiten zou moeten komen, sluit de organisatie zich hermetisch af en betrekt ze de loopgraaf. Die organisatorische geslotenheid holt haar uit.
Ook bij Defensie geldt dat alles van waarde weerloos is. De kwantiteit en kwaliteit van de krijgsmacht worden niet afdoende verdedigd door hen die dat in de eerste plaats zouden moeten doen:
- Onze minister van Defensie laat zich volgens velen in het kabinet ringeloren en wegcijferen. In de eerste plaats is haar personeel stelselmatig de dupe van vooral financiële uitkleedpraktijken.
- Onze communicatiemedewerkers zijn in de externe gerichtheid nog te veel toegespitst op wat wij doen in het geopolitieke spectrum en de politieke context. Terwijl juist ook wat wij doen voor alle Nederlanders van levensbelang is voor de organisatie. Als de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, bijvoorbeeld aangeeft dat afschrikking terug op de agenda staat, zegt dit alles over geopolitieke verhoudingen maar niets over de impact die dit op alle Nederlanders heeft of kan hebben. Juist zij zullen moeten begrijpen Defensie voor hun gezinnen en portemonnees van vitaal belang is; de kans dat zij uiteindelijk op een politieke partij kiezen die Defensie goed gezind is wordt daarmee vanzelf groter.
- Al het Defensiepersoneel dient zich, binnen de door de organisatie gestelde kaders, te conformeren aan Every soldier a spokesman. Het gaat er dan niet om hoe open militairen kunnen en mogen zijn in het geven van informatie, het gaat erom welke tijding ze verspreiden en welk effect ze daarmee bereiken. Als vertegenwoordiger van de krijgsmacht moet iedere militair de media en publieke opinie kunnen verduidelijken waarom het werk van Defensie belangrijk is.
Veel van wat gecommuniceerd kan worden omdat het niets met de operationele veiligheid (OpSec) te maken heeft, wordt niet gecommuniceerd. Of – en dat is nog erger – in doofpotten gestopt, monddood gemaakt of anderszins het zwijgen toegebracht.
Dergelijke zaken komen uiteindelijk toch naar buiten, al is het soms jaren of decennia later, dankzij onderzoeksjournalistiek, klokkenluiders of intern lekken. Dat is schadelijk voor het imago, de geloofwaardigheid en ultimo dus ook voor de slagkracht van de krijgsmacht. Dan is het kwaad geschied.
Burgerlijke ongehoorzaamheid van militairen, vooral op de diverse sociale media, lijkt tegenwoordig gekoppeld aan de – omgekeerd evenredige – weerspannigheid van Defensie jegens haar personeel. Metaforisch: ze volgt niet haar zelfgestelde regels op, maar verlangt wél dat haar werknemers altijd de autogordel dragen, gidsen bij het achteruitrijden en nooit de maximumsnelheid overschrijden.
Ronduit ergerlijk is hoe de inkadering van het ‘bedrijfsnieuws’ van de organisatie ervoor zorgt dat de burgermaatschappij een onvolledig of zelfs onjuist beeld heeft van wat er bij Defensie gebeurt. Daardoor wordt de krijgsmacht bezien door een roze bril, ook door onze volksvertegenwoordigers.
Defensie bewijst lippendienst aan al die keihard werkende mannen en vrouwen, maar in daadkracht geeft ze vaak niet thuis. Ze zwijgt waar het erop aankomt dat rechtstreeks met het personeel wordt gecommuniceerd.
Intussen lopen de frustratie en irritatie bij het krijgsmachtpersoneel huizenhoog op. Velen zitten niet lekker meer in hun vel of verlaten het zinkend schip. Uit loyaliteit en uit angst voor maatregelen zwijgt het merendeel van het personeel, sommigen hanteren de sociale media.
Blijkbaar gelden de kernwaarden die de krijgsmacht zo sterk maken vooral op de werkvloer.
De krijgsmacht is allang geen afspiegeling meer van de saamhorigheid in de maatschappij. Die is ook daar immers ver te zoeken. De krijgsmacht lijkt een afvoerputje geworden, waar kernwaarden met voeten worden getreden en slechts weinigen hun mond durven open te trekken op straffe van loopbaanconsequenties.
De krijgsmacht is een verwarde rechtspersoon geworden. De organisatorische janboel en personele verwarring hollen haar steeds verder uit.
Als er dan, zoals nu het geval is, een complete brigade in Polen oefent, wordt dit in een grootscheeps public relations-offensief gecommuniceerd. Alsof de Nederlandse krijgsmacht nog een vuist kan maken en iets in de pap te brokken heeft. Hoe grootschalig ook, BISON DRWASKO lijkt veeleer een publicitaire stuiptrekking om aan te geven dat niet voldoen aan de 2%-norm van de NAVO geen enkele reden is om niet rustig te gaan slapen[2].
Defensie is een lijk dat al jaren drijft zonder dat de politiek actie onderneemt. Soms volgt er een goedbedoelde motie uit christelijke hoek die wat ‘extra’ miljoenen genereert, maar de adviezen die er toe doen – van de denktanks AIV, Clingendael en HCSS – om miljarden te investeren worden terzijde geschoven.
Defensie lijkt in alles bang voor de dynamiek die kan ontstaan als ze zich transparanter maakt in plaats van gesloten blijft. Ze realiseert zich echter niet dat angst een slechte raadgever is en dit zelfs de meest überloyale werknemers op termijn conditioneert tot angsthazen en koplampkonijnen.
Martijn Cornelissen
[1] http://www.militairespectator.nl/thema/artikel/een-strijd-om-de-defensiebegroting Artikel van Keetje Walenkamp, rijkstrainee bij het Ministerie van Defensie.
[2] https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrikus_Colijn#.27Ga_maar_rustig_slapen.27
Schaar me achter deze conclusie, het wordt tijd dat onze politiek weer “legergroen” gaat denken, en in ieder geval minstens 2 miljard extra gaat investeren!
Vrijheid kent haar prijs, terecht wordt tevens opgemerkt dat alleen de kleine christelijke partijen zich de afgelopen jaren hebben bekommerd om Defensie. Te schandalig voor woorden! Iemand die zijn land zo lief heeft, dat hij/ zij hun leven ervoor willen geven, die waardeer je! Dus ook met goede arbeidsvoorwaarden! Toen ik bij Defensie kwam, toen begon de afbraak al. (Relus) Het wordt tijd om weer op te bouwen!
Martijn, complimenten namens Coalition For Defense. Wij werken aan een voorstel voor de heropbouw van de Krijgsmacht naar een robuuste, moderne, JOINT FORCE, inzetbaar tot in het hoogste geweldspectrum. De aspecten die jij hierboven noemt , naast materieel vervanging, uitbreiding van personeel, en ( alternatieve) financiering worden in klip klare taal aan de orde gesteld, maar bovenal een dringende noodzaak tot een cultuur omslag binnen het ministerie. Het plan is gericht aan de Nederlandse Kiezer, voor hun in begrijpelijk taal opgesteld, geen vakjargon. Het zal gelanceerd worden rond 15 maart a.s. met een perscampagne, inschakeling social media en uiteraard toegestuurd worden aan regering en parlement.
Houd moed, er zal en moet een verandering plaats vinden zowel binnen het ministerie als wat betreft de houding van onze bevolking t.a.v. Defensie dat de noodzaak van een krachtige Defensie met gemotiveerd personeel in hun eigen belang en die van hun (klein) kinderen is, om a secure and propsperous Europe en Nederland voor de komende decennia te waarborgen.
Het plan is zodanig geschreven dat het the hearts and minds and the purse van ieder weldenkende Nederlander zal raken.
Come Fly with me, Ton Welter
Waarde heer Welter,
Ik hoop met u van ganser harte dat de gemiddelde Nederlander eindelijk het belang van een goede Defensie in gaat zien. Maar heb er een hard hoofd in. Want wij zijn hardleers in het leren van onze geschiedenis. Bovendien, Duitsland en Polen liggen nog voor ons, dus ach….
Wij moeten heel erg snel gaan “optoppen”, qua mensen EN materieel! Als echter veel mensen op links gaan stemmen, zal er weinig tot niets gebeuren voor Defensie. Dat is waar ik bang voor ben. Want de gemiddelde NL-er wil ook een betaalbare zorg, en goed onderwijs. En die scoren altijd beter dan het Leger. Ja, als er dan nog ergens een potje is…..dan misschien! Maar dat potje zal dan zeker geen 2 miljard zijn! De enige partijen die dat noemen zijn de SGP, de CU en het CDA, naast VNL.