Onlangs had ik het genoegen om luitenant-generaal der Mariniers b.d. Verkerk te mogen interviewen. En tijdens het interview opperde hij het idee om beloning en rang los te koppelen. Die gedachte liet me niet los, ook niet omdat ik sowieso al geen voorstander ben van gelijke behandeling van mensen. Tenminste, niet als het gaat om arbeidsvoorwaarden.
Ik vind dat je mensen serieus moet nemen in hun professionaliteit en benadering van hun vak. En dat betekent dat – binnen bepaalde kader- mensen de ruimte moeten hebben om hun eigen arbeidsvoorwaarden in te vullen. En dat betekent dat je verschillende mensen, met een verschillende achtergrond, met een verschillende thuissituatie, een verschillend carrièreperspectief, een verschillende fysieke inzetbaarheid, en met een verschillend functieprofiel, dus ook verschillend moet kunnen belonen.
De niet-schaarse majoor en de schaarse sergeant-majoor
Dat betekent bijvoorbeeld een dat je een majoor die een staffunctie heeft waarvoor er heel veel kapiteins staan te dringen om die functie over te nemen, een lager salaris geeft dan de sergeant-majoor technicus die van onschatbare waarde is bij de inzet van de drones, of f16’s, of fregatten. Om de doodeenvoudige reden dat die majoor niet schaars is, maar die sergeant-majoor wel.
Zeker in een tijd van hoogconjunctuur, als je als organisatie met letterlijk duizenden moeilijk invulbare vacatures kampt, moeilijk gespecialiseerd personeel kunt vinden, en een hogere uitstroom dan instroom hebt, moet je kunnen grijpen naar onconventionele maatregelen. Want als een technicus, of verpleegkundige, of ander schaars personeel buiten Defensie meer kan verdienen, en meer thuis kan zijn, zul je als Defensie is moeten doen om die arbeidsvoorwaarden te matchen.
Koppel salaris aan functie, niet aan rang
Natuurlijk is Defensie een gaaf bedrijf, met kameraadschap, avontuur, een grote maatschappelijke waarde en gaat het werken veel meer over waarden dan over geld, toch zul je iets moeten doen om schaars personeel naar binnen te halen. En dat betekent bijvoorbeeld dat je salarissen niet meer aan de rang, maar aan de functie moet koppelen. En dus moet kiezen voor een andere waardering van de functie. En dat betekent dat de schaarse sergeant met meer geld naar huis gaat dan de veel minder unieke majoor, of overste.
En nee, dat betekent natuurlijk niet dat de specialistische sergeant niet op oefening hoeft, of niet op uitzending, of niet aan de fysieke en mentale eisen moet voldoen. Want dat zijn nu juist zaken die bij de core-business horen, dat zijn de zaken die de kaders aangeven. Maar de ruimte binnen die kader kan heel anders ingevuld worden.
Door: Eduard van Brakel