Groot applaus kreeg het zorgpersoneel voor hun inzet in Coronatijd. Kamerleden konden niet genoeg superlatieven vinden om het goede werk van het zorgpersoneel tijdens de Coronacrisis te omschrijven. Totdat er gestemd moest worden of datzelfde zorgpersoneel niet een veel beter salaris verdient. Toen liepen de Kamerleden die eerst zo hard klapten letterlijk weg voor hun verantwoordelijkheid. Dat zijn ook de Kamerleden die moeten beslissen of er meer geld naar Defensie gaat, zoals hun ministers en de premier hebben beloofd.
De Defensiebegroting is wat gestegen de afgelopen jaren, maar door de economische groei die er ook was, is er geen substantiële stap richting de beloofde 2% NAVO-norm gemaakt. Door de huidige economische krimp door de Coronacrisis zal de relatieve begroting ten opzichte van het BNP dit jaar wel stijgen, maar niemand zal zeggen dat het een verdienste is van de verantwoordelijke politici. Ook de minister zelf zal dat niet zeggen. Zij benadrukt telkens dat er meer nodig is. Hoeveel meer, blijft echter ongewis.
Samenwerking
Ook benadrukt de minister dat we de samenwerking met bondgenoten nodig hebben. Want alleen kunnen we het niet. Nederland heeft de afgelopen decennia nooit aan de 2%-norm – die we zelf hebben afgesproken – voldaan. Daarmee is de Krijgsmacht vele, vele miljarden misgelopen. Miljarden die geïnvesteerd hadden kunnen worden in materieel, in onderkomens, in arbeidsvoorwaarden. Miljarden die gebruikt hadden kunnen worden voor training en opleiding, voor onderhoud, voor gereedstelling, voor innovatie, voor werving en selectie. Miljarden die gebruikt hadden kunnen worden om ervoor te zorgen dat we wel konden voldoen aan de grondwettelijke taken. En miljarden die ervoor hadden kunnen zorgen dat we wel aan de verplichtingen aan onze bondgenoten konden voldoen.
Want binnen ons NAVO-bondgenootschap rommelt het. De VS trekt zich terug uit Europa. En de marines van Griekenland en Turkije doen hun best om elkaar op het randje van oorlog dwars te zitten. De vraag is in hoeverre onze bondgenoten echt in staat zijn (en de wil hebben) om ons te helpen als het moet. Want, ondanks dat Nederland vaak meedoet aan missies, worden we wel gezien als free-rider: we parasiteren op de landen die wel investeren.
Waarom zouden politici de urgentie voelen?
Politici weten dit, of zouden dit moeten weten. Maar voor hen lijkt een herverkiezing belangrijker te zijn dan het waarborgen van veiligheid, en het ervoor zorgen dat de Nederlandse krijgsmacht aan de grondwettelijke taken kan voldoen. Het helpt daarbij niet dat de hoogste commandanten zich door de bank genomen op de vlakte houden over wat er wel nodig is om aan die taken te voldoen. Als vanuit de organisatie de urgentie niet wordt uitgesproken, waarom zouden politici die urgentie dan wel voelen?
De meeste Kamerleden zijn er als de kippen bij om te roepen dat Defensie wel kan bijspringen als de nood aan de man is. Terecht, want dat is precies waar Defensie voor is. En Defensie levert vrijwel altijd, en dat komt vooral door het personeel dat loyaal is, dat kundig is, en dat wel weet welke verantwoordelijkheid ze hebben. Dat in tegenstelling tot politici die heel goed zijn in uitspreken van waardering, zich de handen stuk klappen, maar weglopen en niet thuisgeven op het moment dat er vanuit hun kant geleverd moet worden.
Krachtige boodschap vanuit Defensie
Een krachtige boodschap vanuit de Defensie-organisatie is nodig. Vanuit de militaire top zou krachtiger aangegeven moeten worden wat echt nodig is om te beschermen wat ons dierbaar is. En wat het gevaar is als die investeringen niét gedaan worden. Vertellen wat allemaal goed gaat, is prachtig, maar daarmee wordt het beeld geschetst van een organisatie die alles op orde heeft. Van een krijgsmacht die ondanks de meer dan 9000 vacatures gewoon kan blijven leveren zonder dat het pijn doet. Maar dat is niet zo. De organisatie loopt nog steeds op het tandvlees. Militairen zetten zich nog steeds in tot voorbij de pijngrens. En dat zou veel sterker naar voren gebracht moeten worden vanuit de top. Zodat politici echt niet meer kunnen wegkijken. Want anders blijven ze klappen en weglopen. En is de Krijgsmacht het kind van die rekening.
Door: Eduard van Brakel
Netjes en beschaafd verwoord nu nog een krachtig signaal afgeven.