De laatste vaarten van vliegdekschip De Karel Doorman maakte hij mee. Annee Andeweg (66 jaar) koos niet voor het avontuur, of voor de idealen voor de Koninklijke Marine, maar vooral omdat hij daar een gratis opleiding kreeg. ‘Ik kon me ontwikkelen, tussen collega’s voor wie ik door het vuur ging’, zo zegt hij in het interview met het Defensie-Platform. Hij bleef acht jaar, en achteraf betreurt Andeweg het dat hij niet heeft bijgetekend.
Naam: Annee Arie Andeweg
Leeftijd: Van 9 november 1948 (66 jaar)
Jaar in dienst: 1965
Tijdsperiode: 8 jaar
Onderdeel: Koninklijke Marine (dienstvak radio-radarmonteur)
Wat voor werk doe je? En wat drijft jou daarin?
Ik ben al ruim een jaar gepensioneerd, maar was sinds 1974 werkzaam in de IT.
Eerst in de hardware en later een aantal jaren in de software.
De techniek boeit mij al sinds m´n tiende, toen ik mijn eerste kristal-ontvangertje bouwde. Dat is een radio, maar dan in de meest eenvoudige vorm.
In mijn derde jaar bij de Marine kreeg ik een opleiding in digitale techniek.
Vanaf dat moment kreeg ik de ambitie om mijn brood in de toekomst met IT te verdienen.
Ik heb echter nooit overwogen om bij te tekenen. Dat heb ik later wel betreurd, want daarmee had ik nog veel meer scholing in de elektronica kunnen krijgen. Uiteindelijk heb ik op eigen kracht gezorgd dat ik die gemiste kennis alsnog op deed.
Waarom heb je besloten om ooit onder de wapenen te gaan?
De meeste jongens die zoals ik vroeg in militaire dienst gingen, kozen voor het avontuur of wilden thuis iets ontlopen. Dat eerste heeft voor mij wellicht mee gewogen. Maar toch was de belangrijkste beweegreden voor mij het verder leren zonder al te veel kosten te maken. Bij de marine kreeg je zelfs salaris tijdens de opleiding. Eén en ander werd natuurlijk ook ingegeven door het feit dat ik het eerste kind was van een groot gezin, waar het geld niet voor het oprapen was. Zo kon ik mijn steentje bijdragen. Ik was niet echt gedreven door idealen als ‘het land verdedigen’.
Waar kijk je het meest positief op terug?
Ik heb prachtige reisjes gemaakt en veel gezien van de wereld op jonge leeftijd. En dat ging dan samen met een leerproces in de elektronica.
Daarnaast kwam ik in een wereld waar ik me goed kon ontwikkelen tussen collega’s waarvoor, vooral op zee, ik door het vuur wilde gaan. We waren daar veelal op elkaar aangewezen. Je moest elkaar kunnen vertrouwen. Er ontstond dan een kameraadschap welke ik later in de burgermaatschappij soms moest ontberen.
Ook na m’n diensttijd heb ik nog steeds contact met een aantal ‘dienstmaten’, hoewel ik moet toegeven dat dat met de jaren verslapt. Maar dat is in belangrijke mate mijn eigen schuld. Na mijn pensioen groeit dat weer, kan ik gelukkig zeggen.
Bij het zien van foto’s van acties op het vliegkampschip Hr. Ms. Karel Doorman kan ik enorm genieten. Op 28 mei 1968 werd een feestje gehouden naar aanleiding van het 20 jarige jubileum van de Karel Doorman. Ik heb daar nog een penning van liggen als herinnering. Ik was er bij toen dat schip haar laatste reizen maakte.
Later was ik met Hr. Ms. Luymes een jaar in de Cariben met als thuishaven Willemstad op Curaçao. Nog steeds zeg ik vaak dat dat de mooiste tijd van m’n leven was. Het leven aan boord had minder weg van een militaire bodem. Dit schip was uitgerust voor hydrografische werkzaamheden. Het in kaart brengen van de zeebodem. Het onderhoud van de apparatuur daarvoor (echolood, etc.) viel onder de verantwoordelijkheid van mij en een collega. Ook waren er soms wetenschappers aan boord om monsters van zeewater of de bodem te bestuderen. Deze wetenschappers brachten dikwijls hun eigen apparatuur mee, en soms mochten wij die repareren. Toen we de Atlantische Oceaan overstaken hebben we zelfs een ‘spoel’ achter ons aan getrokken om het aardmagnetisch veld te meten.
Op de kruiser Hr Ms de Ruyter sliep je met ruim honderd man op een slaapvertrek. De lucht van zweetsokken was er om te snijden. Toch achteraf een geweldige tijd.
Het reisje met Hr. Ms. Tjerk Hiddes naar Afrika en Amerika bleef me ook bij. Met dit schip hebben we een aantal schokproeven doorstaan bij Portsmouth.
Nog steeds bezoek ik graag de vlootdagen om een vleugje sentiment mee te krijgen. Jammer dat je dan zo weinig van de schepen te zien krijgt. Als oud-marineman zou je daar wat extra rondleiding moeten kunnen krijgen.
Wat mis je het meest uit je diensttijd?
Achteraf waren het de avontuurlijke dingen die je meemaakte aan boord en in allerlei interessante havens. Dat zijn de mooie dingen waar je op feestjes en verjaardagen nog graag over vertelt.
Ook gewoon een viering van Sinterklaas met een optreden van de scheepsband blijft je bij. Bovendien waren er leuke gebeurtenissen die ik hier maar beter niet vermeld.
Wat heb je in je militaire tijd geleerd, dat je nu nog toepast?
Uiteraard is de basis van alles wat ik van elektronica weet gelegd in mijn diensttijd.
Ook een begin van digitale techniek leerde ik bij de Marine en dat heeft de basis weer gelegd voor de rest van mijn loopbaan in de burgermaatschappij, waar ik nog wel moest aanpoten om wat te bereiken.
Bij de Marine moest ik ook altijd klaar staan om eventuele reparaties acuut uit te voeren. Als dat nodig was moest ik de lunch maar overslaan. Die discipline was bij menig functie in m’n latere werkkringen ook noodzakelijk. En daar had ik dan ook weinig moeite mee.
De kameraadschap zoals ik die aan boord meemaakte heeft mij denk ik wel een bepaalde positieve houding meegegeven in mijn latere loopbaan.
Op de kruiser Hr Ms de Ruyter sliep je met ruim honderd man op een slaapvertrek.
Welke raakvlakken zijn er tussen je huidige werk en Defensie?
Ik ben nu gepensioneerd. Dus zou je kunnen zeggen dat het genieten van het leven een raakvlak is.
Maar bij mijn loopbaan in de burgermaatschappij was dat natuurlijk mijn vakkennis.
Moet de dienstplicht weer ingevoerd worden? En waarom wel of niet?
Zolang er voldaan kan worden aan de vraag voor mankracht (en tegenwoordig ook ‘vrouwkracht’) denk ik dat dat niet zou moeten. Volgens mij past dienstplicht niet meer zo in deze tijd. Maar wie weet. Alles verandert ook heel snel tegenwoordig. Ik denk dat het voor veel jongeren wel iets zou toevoegen aan hun opvoeding en mentaliteit.
Wat kan de Nederlandse Krijgsmacht nu gebruiken?
Daar waar bewapening en de apparatuur waar mee gewerkt wordt verouderd, mag naar mijn menig wel geïnvesteerd worden in moderne techniek. Maar anderzijds mag de zorg voor zieken, zwakken en hulpbehoevende bejaarden er niet onder lijden. Dat is een zaak voor de regering en mijn stemgedrag van de laatste tijd laat zien dat mijn mening net zo hard zwalkt als hun beleid.
Moet er meer of minder in de Krijgsmacht worden geïnvesteerd en waarom?
Ik denk dat ik die vraag met de vorige vraag beantwoord heb. Wel moet worden gesteld dat de situatie in de wereld, waar steeds meer krachten werkzaam zijn die bestreden moeten worden, een vergroting van de krijgsmacht vereist. Al zal dat tegenwoordig belangrijker zijn voor de missies waar we onderdrukten steunen, dan het ouderwetse verdedigen van ons land.
Een heel leuk en interessant verhaal waarin je de gedrevenheid om te leren, kameraadschap maar ook het plezier van andere werelddelen te ontdekken naar voren komt. Menigeen zal met gemengde gevoelens aan hun tijd bij de Marine terugdenken.
Groet, Ria Adriaansen-Schotting
Ik weet niet waar de heer Andeweg woont, maar hij zou een warm welkom krijgen als vrijwilliger tussen de andere ex-KM vrijwilligers aan boord van de Ex Hr.Ms.Mercuur in Scheveningen. Zie http://www.museumschip-mercuur.nl
Groet Steven Muetstege
Ik woon niet in de buurt, maar ik kom zo snel mogelijk kijken aan boord.
Annee Andeweg.
Ik woon niet echt dichtbij, maar ik kom zo snel mogelijk op de Mercedes kijken.
Annee Andeweg.
Toen ik snel na de plaatsing van dit artikel de reactie van Steven Muetstege zag wilde ik even snel reageren. Toen ik dacht dat mijn reactie niet door kwam, deed ik nog een poging. Even daarna zag ik dat m’n beide reacties door kwamen. Ik constateerde dat ik de foute correctie van de ‘type-hulp’ op m’n mobieltje ook niet had opgemerkt. Maar goed, “Mercedes” is wel een eervolle kreet voor het prachtige schip de “Mercuur”.
Toen ik later naar de webpage van de Mercuur ging, was ik verbaasd dat ik zo’n mooie gelegenheid om toch eens in radiohut te kijken gemist heb.
Bij het zien van de foto de van equipment in de radiohut, herkende ik de grijzende man op die foto niet direct. Toen ik de naam van de man zag, herkende ik ‘m wel: Rinus Hemelop. Ooit kreeg ik les van de korporaal toen ik 3e klassertje (baroe) was. Ik zat toen in klas RM61b op de “Electronische School” op fort Erfprins.
Geweldig om die apparatuur te zien zoals die B40, de Racal en de HZO. Aan zo’n Siemens T100 heb ik heel veel gewerkt.
Ik las ook dat het museumschip pas in april te bezichtigen is. In april kom ik zeker kijken.
Groet, Annee Andeweg.
Ook voor mij was de tijd op de Luymes 1 van de mooiste bij de marine.
2 jaar in de west dec 1970 tot en met dec1972 terug naar Holland gevaren
Als machinist 1 olieman.Nu 72 jaar en woon in Australie.Ik miste de zon in Nederland vandaar de verhuizing 😅