Voor het Defensie-Platform spreek ik met veel (oud-)militairen en ook in mijn vriendenkring bevinden zich veel militairen of oud-militairen. Mijn werk daarentegen bracht me langs verschillende bedrijven en organisaties, waaronder beursgenoteerde organisaties. Ook daar sprak ik veel mensen en leerde ik veel mensen kennen. Door de bank genomen is er echter een groot verschil tussen militairen en de collega’s van de commerciële bedrijven.
Als ik met militairen praat dan hoor ik verhalen over waarden, of idealen, over waarde leveren, over de wereld mooier maken. Bij commerciële bedrijven gaat het veel vaker over waarde, producten winstgevender maken, en het bedrijfsresultaat verbeteren. Daarvoor moeten dan wel gave dingen gedaan worden, maar het resultaat – uitgedrukt in geld – staat voorop.
Bij militairen staat het resultaat ook voorop. Alleen is resultaat daar een geslaagde missie, waarbij iedereen levend en onbeschadigd is teruggekomen. Er staat veel meer op het spel dan geld. Er staan levens op het spel. Levens die ingezet worden niet om geld te verdienen, maar om een hoger doel, namelijk een veiligere wereld veilig te stellen. Dat militairen daarbij kiezen voor het avontuur en dat de uitzendtoelages ook aantrekkelijk zijn, is een mooie bijkomstigheid. Maar daar hebben ze het niet over als ze op missie gaan.
Daarom zie je dat veel ex-militairen ook goed kunnen floreren en functioneren binnen commerciële organisaties. Juist omdat hun focus ligt op het leveren van toegevoegde waarde, zullen ze kijken hoe de dienstverlening van een organisatie zoveel mogelijk waarde oplevert voor een klant, om van daaruit meer geld te verdienen. Maar dat doen ze wel in die volgorde. Bij veel commerciële bedrijven wordt eerst bedacht waar mogelijk veel geld mee verdiend kan worden, om daar vervolgens een product met toegevoegde waarde bij te kiezen.
Dat lijkt hetzelfde, maar is het niet. Omdat geld verdienen als uitgangspunt wordt genomen, zal altijd de commercie de boventoon voeren. Geld verdienen is de missie. Een missie die gestuurd wordt door een directie die beloond wordt met bonussen bij winstgevendheid, door aandeelhouders die winst eisen, omdat anders hun vermogen verdampt, en door collega’s die pas een goed salaris verdienen als ze hun winstafhankelijke bonus krijgen. Winst staat gelijk aan kwaliteit. Het congres mag dan slecht beoordeeld, maar er is wel 30.000 euro winst op gemaakt, dus was het goed. Een militair neemt daar geen genoegen mee. Die baalt harder als het kwalitatief niet goed was, dan dat de winstgevendheid iets minder was.
Want uiteindelijk gaat het om leveren van waarde aan je klant. Het gaat er om dat er iets goeds wordt neergezet. Om het leveren van een prestatie die onovertroffen is, om het leveren van een topproduct. En als je dat levert, dan komt de winstgevendheid ook. Maar wel pas daarna.
Het bedrijfsleven zou moeten leren om meer vanuit toegevoegde waarde te denken, in plaats van op korte termijn winstgevendheid. Omdat door toegevoegde waarde de langere termijn meer wordt gediend dan door korte termijn successen. Tegelijk zou Defensie ook wat kunnen leren van de geldgerichtheid van commerciële organisaties. Ik raakte ooit in een discussie met een Nederlandse Brigade-generaal die zat te vertellen over een van zijn uitzendingen onder een Amerikaanse generaal. Die generaal had budget over, en besloot daarvan een snackbar te bouwen voor de manschappen. Ik vond dat bizar, omdat ik van mening ben dat als er budget over is, je dat niet perse op hoeft te maken. Want dat budget kan naar de reserves, zodat je mindere tijden op kunt vangen.
Door: Eduard van Brakel