Beste minister, geachte mevrouw Ollongren,
Hoe gaat het met u? Ik hoop dat alles ok is, en dat u zo langzamerhand de weg vindt in de Defensiewereld. Door de bank genomen klinkt er vooral goed nieuws over Defensie. Er is eindelijk – en gelukkig! – een nieuwe cao die behoorlijk veel beter is dan de vorige. Er komt meer geld voor Defensie waardoor we in ieder geval 2 jaar aan de 2% Norm van de NAVO voldoen. En dat is goed nieuws, hoewel die norm natuurlijk een minimaal bedrag is wat is afgesproken en geen maximum, maar dat terzijde.
Verder is het goed om te zien dat er steeds meer vrouwelijke officieren doorstromen naar topposities en zelfs het commando van eskaders op zich nemen. Hopelijk vervullen ze daarmee een voorbeeldrol om naar een steeds evenwichtiger personeelsbestand te gaan, zonder dat ingeboet wordt op de gevechtskracht, want verschrikkelijk moeten kunnen vechten is de kerntaak van de Krijgsmacht. Dat vergeten mensen wel eens: Defensie is er om oorlog te voeren als het moet.
Maar het is goed dat er meer aandacht komt voor diversiteit, want in een organisatie waar vrouwen veelal als ‘meisje’ worden aangeduid, is er nog een lange weg te gaan voordat voordelen weg zijn. Als ik dat bij mijn huidige werkgever zou zeggen over mijn vrouwelijke collega’s, kan ik – terecht – mijn spullen gaan inpakken. Maar ik wil ook een ontboezeming doen: Ik weet zeker dat ik, toen ik op de KMA rondliep eind jaren ’90 van vorige eeuw, zeker niet altijd heb bijgedragen aan een cultuur waarin het voor iedereen veilig was om zichzelf te zijn. Ook ik maakte me schuldig aan seksistische opmerkingen en ander gedrag dat eigenlijk niet door de beugel kon, maar wel gemeengoed was. En dat is een toch een beetje trieste constatering als het gaat om je eigen gedrag. Mij excuses aan degenen die ik toen gekwetst hebt.
Meer is nodig
Nu we het toch hebben over dingen die niet goed gaan: Het is niet zo handig dat u onze houwitsers weggeeft aan Oekraïne. Die hebben we zelf nodig. Niet alleen om vuursteun in huis te hebben, maar ook om onze militairen te kunnen trainen en opleiden. Het is allemaal leuk en aardig dat steun geven, het is niet zo dat we zelf iets kunnen missen aan materieel. Sterker nog: we hebben heel veel meer en extra materieel en mensen nodig. Niet morgen, maar gisteren.
Net zoals dat we meer ASW-fregatten nodig hebben. En vooral meer onderzeeboten. En die moeten, net als de fregatten, ook nog eens sneller geleverd worden, want anders zitten we straks zonder. Eigenlijk moeten we de patrouilleschepen ook vervangen voor fregatten. Ook moeten er eigenlijk nog meer F-35’s komen, want op de originele benodigd geachte 110 stuks zitten we nog lang niet. En dan nog tanks. Houwitsers. Drones. Logistiek. Munitie. Eigenlijk alles om de Krijgsmacht weer als geheel te laten functioneren en om dodelijk geweld op de mat te leggen. Want de Krijgsmacht moet kunnen vechten.
Vanaf de zijlijn
Maar voorlopig aanschouw ik dat vanaf de zijlijn. Defensie houdt mijn bovenmatige interesse, maar ik schuif het Defensie Platform voorlopig terzijde. Na bijna 8 jaar is het mooi geweest. Het doel was om met mijn artikelen bij te dragen een Krijgsmacht die goed uitgerust en goed gefinancierd is, waarin het personeel goed getraind, goed uitgerust, met goede arbeidsvoorwaarden hun gevaarlijke werk zo veilig mogelijk kan doen. En daar zijn we nog niet, maar er zijn wel goede stappen gezet, met de nieuwe cao en de forse investeringen die gedaan gaan worden.
Ik ga bezien hoe het nu verder gaat met Defensie. Ik hoop dat er in het omgaan met kandidaten en reservisten wel verbeterd is ten opzicht van mijn traject. Wat nadat ik werd teruggevraagd duurde het 20 maanden voordat het rond was, inclusief screening van de AIVD, en toen was het toch niet rond, omdat een commandant, die graag meewerkte aan het zichtbaar maken van zijn club op dit Platform, me toch te zichtbaar vond. En daarna werd een aanstelling van majoor opeens een aanstelling als korporaal. En dat is toch een beetje een smetje, maar vooral een frustratie bij mij.
Het maakte wel dat ik fulltime voor mijn werkgever, Koninklijke Boom uitgevers, ging werken, minister. Ik ben natuurlijk ook gewoon eindredacteur van Management Impact (Binnenkort het het overigens Boom Management), en waar ik voorheen 1 dag werk aan het Defensie Platform besteedde, is er nu sporadisch tijd op een zondagavond. Ook heb ik inmiddels een eigen bedrijfje – Hokipa Media – waarmee ik bij onderwijsinstellingen als docent online markting en communicatie, seo en webschrijven fungeer. En dat kost ook dermate veel tijd dat ik het Defensie Platform niet meer goed kan doen. En daarbij begin ik mezelf na 8 jaar te herhalen, en dat is nooit goed.
Een website met invloed
Het Defensie Platform heeft me veel goodwill opgeleverd, veel contacten, er zijn Kamervragen gesteld over artikelen, bij sommige onderwerpen hing de afdeling persvoorlichting al aan de telefoon voordat ik überhaupt begon met schrijven, en het Defensie Platform wordt gezien als een invloedrijke website over Defensie. Het heeft mij heel veel tijd en geld gekost om dat voor elkaar te krijgen. En dat is voorlopig ook mijn legacy: een website die invloed had. En een website waar ook anderen voor hebben geschreven, en zo ook geholpen hebben bij het groot maken van dit Platform. Mijn dank en waardering voor hen is ook groot
Minister, veel brieven schreef ik aan u, en aan uw voorgangers. Ik maakte ook mooie artikelen over onderdelen van de Krijgsmacht, interviewde gave mensen die te maken hadden met Defensie, en ik nam het waar ik kon op voor de Krijgsmacht als geheel, en voor het personeel in het bijzonder. Soms ging ik er met gestrekt been in richting politici, bewindspersonen en commandanten. Daardoor leeft bij mensen binnen de Krijgsmacht het idee dat ik een of andere kritische lul ben (Het zure toontje van de heer Van Brakel, schreef een van de voorlichters ooit op twitter), maar dat ben ik eigenlijk niet. Door de bank genomen ben ik eigenlijk wel ok, of zoals een van de criminele jongeren met wie ik in 1999 werkte op het OCLOG tegen me zei: ‘U bent eigenlijk heel aardig.’ Het was misschien het mooiste compliment dat ik ooit kreeg. Ik daag natuurlijk altijd wel leiderschap uit, en vind de Krijgsmacht (onze veiligheid) onwijs belangrijk. En dat kwam samen in het Defensie Platform.
Het gaat om veiligheid
Mijn kritiek was en is gericht op het feit dat onze veiligheid de afgelopen decennia is verkwanseld. En dat er bij Defensie een angstcultuur heerst(e) (aan den lijve ondervonden) waardoor problemen niet opgelost werden, maar juist verergerden. En dat kan niet als het gaat om veiligheid. Daar zou elke politicus en elke generaal of admiraal zich van bewust moeten zijn. En daar verantwoordelijkheid voor moeten nemen, ongeacht de consequenties voor zichzelf. Want dat is wat in ultimo gevraagd wordt van onze militairen. En dat is waarom alles voor hen goed geregeld moet zijn: geld, salaris, spullen, munitie, training, slaapverblijven, alles. En dat is waar ik me dus ook zo druk om heb gemaakt (en nog maak).
Meet het uitspreken dat ik het vertrouwen heb dat er nu echt stappen op dit gebeid worden gezet, neem ik – in ieder geval voorlopig – afscheid van de lezers van het Defensie Platform. Mocht het nodig zijn, dan neem ik de pen weer ter hand, de website blijft in de lucht.
Ik wens u, minister, veel succes met het opbouwen van de Krijgsmacht in deze turbulente tijden. En voor de mannen en vrouwen van Defensie: Het was me een genoegen om voor en over jullie te mogen schrijven. Ik heb het diepste respect voor jullie inzet! Dankjulliewel!
Door: Eduard van Brakel
Waardeer dit artikel!
Het Defensie Platform zette zich bijna 8 jaar belangeloos in voor een sterke Krijgsmacht. In elk artikel zit (vrije) tijd, moeite en kunde. Als je dit waardeert, kun je een kleine donatie doen. Dank voor je bijdrage!
Eduard,
Heel begrijpelijk dat je stopt maar daarom niet minder jammer. Ik wil je bedanken voor je inzet voor het defensie platform. Het ga je goed!