Geachte minister,
Het is vakantietijd, en de vijfde tropische dag van het jaar is begonnen. Misschien bent u ook wel op vakantie, maar misschien geniet u ook wel van de mooie natuur die Nederland te bieden heeft. Lekker wandelen door de bossen, recreëren in het groen. Dat moet u aanspreken, omdat u ooit heeft aangegeven dat u graag een militaire carrière gehad had. Als u dan in een bos bent, dan moet u niet schrikken als er gecamoufleerde mannen en vrouwen rondlopen die – aldus de Telegraaf – ‘Pang, Pang, Pang’ roepen. Dat zijn dan oefenende militairen die geen munitie meer hebben.
Misschien heeft u ook wel een beetje gelachen om dat berichtje in De Telegraaf, minister. Dat berichtje over het Pang, Pang, Pang. Ik moest wel een beetje gniffelen. Want militairen die zonder munitie zitten, roepen helemaal geen Pang, Pang, Pang. Die roepen ‘Pinda, Pinda, Pinda’. Ze hebben dus geen bronnen op de werkvloer, die journalisten van De Telegraaf.
Ik heb ooit, in 1999, ook wel eens ‘Pinda, Pinda, Pinda’ geroepen. We hadden met de officiersopleiding van de KMA een oefening, en mijn peloton moest een aanval uitvoeren op een ander peloton van de KMA. Maar we hadden ongeveer 12 losse flodders (volgens de sergeant bestonden losse flodders niet, maar was het oefenmunitie) per man. Die zijn met vier keer de trekker overhalen van de – toen nog – Diemaco, er al doorheen. Daarna (na een seconde of 15 in de aanval dus) gingen we over op Pinda, Pinda, Pinda. Ik schaamde me dood. Zeker toen onze kapitein tegen mij begon te schreeuwen, dat ik harder ‘Pinda, Pinda, Pinda’, moest roepen. Toen schaamde ik me nog meer. Onze kapitein, getooid met zijn hoofddeksel van de Gele Rijders, met zijn Luchtmobiele Brigade herinneringsding op zijn rechterborst, die vol overgave ‘Pinda, Pinda, Pinda’ stond te roepen. Dat kon toch niet waar zijn?
Ik stel me zo voor, mevrouw Hennis, hoe u met de Commandant der Strijdkrachten door het bos loopt. U als burger, gewoon over het paadje, terwijl de generaal met zijn persoonlijk wapen een meter of 10 van het pad af tactisch door de struiken gaat. En dan op vijand stuit. Middendorp gaat plat, en roept ‘Pinda, Pinda, Pinda’. En u vuurt hem aan: ‘Kom op Middendorp, enthousiaster, hier wordt niemand bang van! Je bent toch geen mietje! Harder: Pinda, Pinda, Pinda!’
Na die enerverende actie, moet u naar huis, net als de generaal natuurlijk. Dan is het even wachten op een nieuw voertuig. Want eerst moeten er twee voertuigen van werkende onderdelen ontdaan worden, om een derde rijdend te krijgen. Want zo is het gesteld met onderdelen. U moet dan wellicht even een MRE (Meal Raedy to Eat) eten, of een Struijk-blik met tuinbonen, want die bleven altijd over omdat ze niet te vreten waren. Samen met de CDS, lekker knus in de bosrand. Een oventje graven, eten warm maken, en daarna wel de mestin en de pioschop goed schoonmaken, minister.
En vervolgens naar huis. Uzelf over 16 jaar nog afvragend hoe het in hemelsnaam mogelijk is, dat onze militairen ‘Pinda, Pinda, Pinda’ moeten roepen. Het beschamende gevoel dat u een volwassen militair, met gevechtservaring, uitzendervaring en persoonlijkheid vol overgave, ‘Pinda, Pinda, Pinda’ hebt horen schreeuwen. Omdat de kogels op waren. Omdat het geld op is. Omdat de begroting van Defensie niet hoog genoeg is. Omdat de politiek er een zooitje heeft gemaakt. Dat Pinda, Pinda, Pinda vergeet u uw leven niet.
Ik wens u een prettige vakantie verder, en geniet van het mooie weer!
Met vriendelijke groet,
Eduard van Brakel

Ach, mijn oom zat bij de Marine, ten tijde van de Iraq-Iran oorlog moest al het personeel op de mijnenvegers zoveel mogelijk toilet-papier inkopen en meenemen!
Tijdens de 1e golfoorlog kochtten de VS alle granaten van ons over voor hun geupdate abraham-tanks……
Het is inderdaad beschamend wat voor een gedegradeerd leger wij hebben gekregen. Ik snap volledig dat door de gewijzigde wereldverhoudingen bezuinigingen zijn ingezet, dat mag echter niet wegnemen dat een militaire organisatie ten alle tijden moet kunnen inspelen op de gewijzigde verhoudingen en derhalve ook moet kunnen beschikken over de juiste, en vooral, volledige ondersteuning van de Nederlandse politiek.
We leven op dit moment in een wereld waarbij pinda, pinda, pinda geen indruk zal maken op onze Oost-Europese vriend of die gekken van IS.
De landvoorraad munitie is zo goed als nihil en zo geldt dat ook voor andere tactische zaken. Toevallig heb ik dan wel iemand die op de werkvloer actief is en het is niet meer de organisatie die het in onze KMA-tijd was
Het was Q3 2011 waarin ik als sergeant-majoor afscheid heb genomen van Defensie in het algemeen en de Landmacht in het bijzonder. Met toch wel een beetje pijn in het hart, dat wel. Die pijn werd voor een kort moment ook weer direct weggenomen toen ik met een club klaar stond om de schietbaan op te gaan. Keurig conform protocol ingeschreven en de mannen en vrouwen onderhoud voor het vuren (alvast) laten uitvoeren. Want in afwachting van de munitie. Die kwam alleen niet…. Munitie was op, even geen voorraad.
Net zoals de voorraad reservedelen welke toen een beschamend dieptepunt had bereikt. Kleding idem, gekleed worden voor een missie en geen broeken krijgen…. “Zet maar op de mancolijst, sturen we wel na…”
Met een beetje pijn in het hart lees ik dagelijks nog de teloorgang van Defensie en daarmee tevens de Landmacht.
Met veel vreugde kijk ik terug en koester ik de mooie en leerzame momenten die op dat moment misschien niet als zodanig herkenbaar waren.
Een beetje pijn in het hart naar de collegialiteit maar er zijn grenzen. Ik wens mijn ex-collega’s al het goede vanaf deze plek en misschien worden de pinda’s nog eens opgewaardeerd naar studentenhaver….
De politiek ligt er geen minuut wakker van, toen niet, nu niet en straks ook niet.
Laat mij beginnen met het stellen dat de bezuinigingen op de defensie mijn inziens veel te ver zijn gegaan, helemaal gezien de huidige geopolitieke situatie.
Dat materieel niet inzetbaar is is een schande en dat de collega’s die op uitzending gaan spullen bijeen moeten sprokkelen om de goed beslagen ten ijs te komen is ronduit belachelijk!
Maar dat militairen pinda-pinda of pang-pang roepen is niets nieuws (in komkommer tijd wel blijkbaar).
Het vak van infanterist bestaat voor 99% uit skills en drills, deze ben je pas meester als het 1000 en 1 keer gedaan hebt. En dan ben je pas op niveau 1, individueel niveau (het gaat tot niveau 8, leger korps).
Als je alle oefeningen met oefenmunitie gaat doen ben je binnen een paar weken door alle beschikbare voorraad heen. Het is dus helemaal niet vreemd om militairen tegen te komen die pinda-pinda roepen tijdens oefeningen in het bos. Dat ze dat nu ook moeten roepen tijdens schietoefeningen, daadwerkelijk op de schietbaan, lijkt me heel sterk.
Om te janken. Minister Hennes en al uw voorgangers; schaam uzelf hoe u Nederland verkwanseld!
Ik doe wel eens mee met oefeningen, als slachtoffer, tango, crimineel etc. het staat wel raar als er een peleton op je afkomt en jij staat daar in je jungle pak en C8 in je handen pinda-pinda te roepen, moet wel zeggen dat de eerste keer erg grappig was
Niets nieuws dat te kort aan munitie. Dat is volgens mij van alle tijden. Eind jaren 60 en begin 70 kregen wij overigens geen 12 maar slechts 5 losse flodders per man. We riepen geen pang en geen pinda maar hielden wel de Russen op afstand. En voor toiletpapier gold, “Gebruik in deze barre tijden toiletpapier aan beide zijden.” Ook toen werden onderdelen “gekannibaliseerd “. alleen toen was er geen geld om herrineringsmedailles te slaan en nu schijnbaar wel. Toch nog iets positiefs na al die jaren. ;-).
Wat mij verbaast, is dat je geen protest hoort van de bevolking. Er heerst stilte. De houding van de politiek is niet veel anders dan die van de kiezers.
De kiezers krijgen dat, waarvoor zij gekozen hebben. Een groot gedeelte van de nl begroting gaat naar sociale programma’s en het in stand houden van rechten. Ik zie het niet zo snel gebeuren dat de kiezers minder geld gaan inzetten voor de sociale programma’s, en dat geld gaan besteden aan het leger.
Dir is een sociale democratie, en dat betekent dat de kiezer liever het geld niet naar het leger ziet gaan, maar naar zichzelf. Daarbij moet ook gezegd worden, dat de belastingen opgehoest wordt door de kiezer. Dit is dus het RESULTAAT van een democratie. Het heeft niets te maken met de verkeerde mensen of de verkeerde regels, maar het uitvoeren van de WIL van het merendeel van de kiezers.
Ik snap nooit zo goed waarom men dit soort artikelen altijd aan de minister wijdt. Het is toch immers niet de minister die dit soort specifieke logistieke besluiten neemt, budgettair er ook maar ooit iets van hoort of ziet, niet door haar besloten is maar allemaal bedacht, onderhandeld, verdeeld door dezelfde mensen die op ieder departement de baas zijn: de “topambtenaren”. Kortom: onze generaals. Wie lopen er al eeuwen in diezelfde wandelgangen rond? Ooit met een mindef mogen lunchen in klein gezelschap. Maakte er geen geheim van dat zijn macht erg beperkt is en werd door generaals die er absoluut andere denkbeelden op na hielden (die vooral op de tijd van voor de val van de Berlijnse Muur gestoeld waren) en actief bepaalde zaken dwarsboomden. Dat was minder dan 5 jaar geleden.
Daarnaast, zoals een andere lezer al terecht opmerkte, is het de vraag of het noodzakelijk is om *altijd* en *eenieder* met oefenmunitie uit te rusten. Verspilling is ook zoiets. Gelukkig in mijn recente diensttijd niet teveel pinda pinda moment gehad maar ze waren er wel. Nog schandelijker vond ik persoonlijk, dat we aan rekruten moesten vragen hun eigen spul (zwembroek, sportschoenen, baret bij de dump) te kopen. Dat vond ik echt beschamend.