“Wat sterk is uit innerlijke overtuiging, faalt nooit.”
Het zijn deze woorden van verzetsstrijder Johannes Arnoldus (“Frank”) van Bijnen waar ik op de Generaal Spoorkazerne in Ermelo een blik op werp. De woorden staan op een plaquette op het poortgebouw, in het deel waar zich nu de KMS bevindt.
Ik kijk nog eens…
Vanaf eind jaren ’90 vervulde ik mijn militaire dienstplicht. Dit was nog net in het tijdvak van de Koude Oorlog.
Ik werd onmiddellijk gegrepen door het virus van kameraadschap dat me als een warme deken in de greep hield. En dat tot op heden nog steeds doet.
Kort en goed: mijn dienstplicht ging over in een aanstelling als beroepsmilitair, met de val van de Muur eindigde de Koude Oorlog, de dienstplicht werd opgeschort en ik was ervan overtuigd dat wat ik deed nut en belang had.
Overtuigd van de noodzaak van een krijgsmacht. Ten volle overtuigd dat je je altijd moet voorbereiden op de worst-case situatie – oorlog – als je vrede wilt behouden. Si vis pacem, para bellum. Daar is geen woord Spaans bij.
Liefst duurzame vrede natuurlijk.
Vrede is echter nooit duurzaam. Ze is per definitie een evengrote illusie als een konijn dat uit een hoge hoed wordt getoverd. Vrede is immers de afwezigheid van oorlog in een onbestemde periode die wordt afgebakend tussen de vorige en de volgende oorlog.
De enige zekerheid van een vredessituatie is dat deze altijd wordt gevolgd door oorlog. De cyclus van het leven.
Intussen faalde ik zelden en was ik gegrepen door het kameraadschapsvirus.
Altijd zei ik ja, zelfs als mijn gezin recht had op een volmondig nee aan het adres van mijn baas.
Nooit zei ik nee, omdat ik er heilig van overtuigd bleef dat wat ik deed voor een heel goede zaak was, dat de baas ook mij nodig had om vrede en veiligheid mogelijk te maken.
De intrinsieke motivatie om dingen te doen in de tijd van de baas was zeer groot, de innerlijke overtuiging ook.
Door de jaren heen deed ik mijn ding, ging op uitzendingen en oefeningen en werd jaar in jaar uit geconfronteerd met bezuinigingen.
In mijn beginjaren bij de KL had ik geen idee wat er speelde in het land der bezuinigingen. Ik deed m’n ding en liet me door mijn commandanten en hun plaatsvervangers inspireren tot dadendrang.
Maar uiteindelijk kon mijn overtuiging steeds moeilijker geïnspireerd worden. Zelfs niet door mijn beste commandanten. Want ook hun commandanten faalden in overtuigingskracht.
De doodsteek voor ‘mijn’ landmacht was de grootschalige bezuiniging onder minister van Defensie Hans Hillen, waarmee bijvoorbeeld de tank van het krijgstoneel verdween.
Vanaf dat moment ging het pijlsnel bergafwaarts, zowel met het materieel en personeel van de Defensieorganisatie als met mijn motivatie en overtuiging.
Uiteindelijk kon ik steeds moeilijker achter de lijfspreuk van “Frank” van Bijnen staan.
Voor mij geldt nu: “Wat sterk is uit innerlijke overtuiging, kan gemakkelijk onderuit worden gehaald door politici die zich niet wensen voor te bereiden op oorlog.”
“Frank” zou zich omdraaien in zijn graf op het erehof in Driebergen.
Een laatste keer kijk ik naar het citaat van Van Bijnen. Ik draai me om en steek het square van de KMS over. Mooie ervaringen rijker en een illusie armer…
Martijn Cornelissen
Waarde heer Cornelissen, ik zeg er maar een ding op; “In het verleden gemaakte fouten bieden geen garantie voor de toekomst!”
Onze premier heeft geschiedenis gestudeerd, hij blijkt kennelijk weinig te hebben opgestoken van de periode 1930-1940.
Ook toen begon ons land TE LAAT met investeren in Defensie! De geschiedenis herhaalt zich! Helaas!