‘Als de zeespiegel stijgt bouwen we ook dijken’. Dat zei generaal Rob Verkerk, commandant der Zeestrijdkrachten in het AD. Hij pleit daarmee voor meer geld voor Defensie, nu de wereld er steeds minder veilig uit komt te zien. En daarin heeft hij gelijk. Toch is er wel een groot verschil. Het opbouwen van de dijken is een programma dat tot 2050 loopt, en behelst een versterking van onze dijken om een storm te weerstaan die eens in de 4000 jaar voorkomt. Terwijl Defensie er politiek gezien bekaaid afkomt qua visie en geld.
Miljarden worden gestoken in onze bescherming tegen water. Van oudsher een van Nederlands grootste vrienden en vijanden. En de politiek anticipeert daar wel goed toekomstgericht op. Waarom dan niet dezelfde visie en daadkracht vertonen bij Defensie?
Sinds 1648 is ons land – en voorgangers van ons Koninkrijk – betrokken geweest bij ongeveer 40 oorlogen. Dat is door de bank genomen elke 10 jaar een oorlog. De laatste jaren hebben we vooral overzee gevochten, maar de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog is desondanks levend.
De verschrikkingen van de Watersnoodramp 1953 worden mede gebruikt om ervoor te zorgen dat er genoeg geld is voor onze dijkbescherming. Dat er terecht geld is voor onze bescherming tegen het woeste water. Klimaatmodellen worden erbij gehaald, samen met bevolkingsgroeiprognoses en economische modellen om te pleiten voor hogere, bredere, sterkere dijken. Die een storm moeten kunnen doorstaan die 1x in de 4000 jaar voorkomt.
Oorlog komt vaker voor. Oorlog en geweld zijn altijd latent aanwezige bedreigingen voor ons land, en voor onze bevriende partnerlanden. Toen de dijken braken in 1953 kwam het Deltaplan in een stroomversnelling. Je kunt zeggen dat dat toen te laat was, maar in ieder geval hebben we ons lesje geleerd. En bouwen we toekomstgericht aan onze droge voeten.
13 jaar voor de Watersnoodramp moesten we met spoed onze Krijgsmacht opbouwen. Die daarop een Duitse inval niet kon weerstaan, ondanks dat er verschrikkelijk gevochten is. Daar lijken we echter niet van geleerd te hebben. Hoewel er nu een kentering is in het Defensiebudget, de bezuinigingen zijn gestopt, boekhoudkundig kun je zelfs spreken van meer geld, lijkt het die kentering in iedere geval rijkelijk laat te komen.
De spanningen lopen op, terwijl onze bevelhebbers de noodklok luiden. Onze Landmacht kan niet meert op brigadeniveau vechten, de marine gaat nu ook oefenen in het hogere geweldsspectrum. Onze F16’s doen dat al, maar liggen op apegapen. Maar misschien komt de politiek nog op tijd bij zinnen, en komt er een Deltaplan voor Defensie. Ook toekomstgericht. Waarbij het belang van veilige voeten, net zo groot wordt als het belang van droge voeten.
Door: Eduard van Brakel
Foto Deltawerken: Beeldbank Rijkswaterstaat