Opnieuw ligt de cultuur binnen Defensie onder vuur. Het rapport van de Commissie Giebels, die onderzoek deed naar de sociale veiligheid bij Defensie, constateert dat Defensie een hechte cultuur heeft die het aantrekkelijk maakt om er te werken, maar ook dat die cultuur zorgt ‘men de neiging heeft om leden van de eigen groep te beschermen, ook bij grensoverschrijdend gedrag, en collega’s die buiten de groep vallen af te straffen.’ Daarnaast zijn volgens het rapport binnen de Defensieorganisatie aspecten zichtbaar die duiden op een angstcultuur ‘die tot angst onder gemotiveerde en gekwalificeerde werknemers hebben geleid.’ Ook moet er anders omgegaan worden met functiewisselingen bij Defensie: ‘Uit ons onderzoek komt een beeld naar voren van een carrousel van functiewisselingen die gekenmerkt wordt door carrière-gerichtheid.’ En meldingen staan een succesvolle carrière in de weg, zo concludeert Giebels.
Visser: werk aan de winkel
Volgens staatssecretaris van Defensie Barbara Visser is het belangrijk dat Defensiemedewerkers zich veilig kunnen voelen bij Defensie, maar is er nog veel werk aan de winkel: ‘Alle medewerkers van Defensie moeten zich veilig kunnen voelen bij elkaar en bij de organisatie. Dit rapport laat zien dat we dat nog onvoldoende op orde hebben.’ Het rapport Giebels is overigens niet het eerste rapport dat problemen met de cultuur bij Defensie benoemt. Eerder waren er al de rapporten van Staal (2006), Blauw (2010), SCP (2017) en Van der Veer (2018).
Nadelige gevolgen melding
De meldingsbereidheid bij Defensie moet omhoog, omdat die er laag is, zo constateert de commissie Giebels: ‘Een veel gehoorde opmerking van commissiemelders was: “Als ik dit vooraf had geweten dan had ik nooit een melding gedaan”. We vinden dit een belangrijke observatie omdat een lage meldingsbereidheid vaak wordt bestreden met het voornemen om personeel duidelijk te maken dat het belangrijk is om misstanden of vermeende integriteitsschendingen te melden. Echter, dit urgentiebesef is waarschijnlijk niet het probleem. Medewerkers beseffen wel dat het belangrijk is om schendingen te melden maar zolang melding doen nadelige gevolgen heeft voor de individuele medewerker, blijft de meldingsbereidheid laag.’ Staatssecretaris Visser vindt ook dat de meldingsbereidheid omhoog moet. Zij zegt: “Naast de mogelijkheid om bij de eigen leidinggevende te melden, komt er één onafhankelijk centraal meldpunt buiten de commandantenlijn. We gebruiken daarvoor de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), die volgens de commissie over noodzakelijke deskundigheid beschikt. Daar kunnen alle medewerkers vertrouwen in hebben. We gaan bovendien de capaciteit versterken en we verruimen de bevoegdheden. Zo gaat de COID ook zorgen dat bij interne onderzoeken de kwaliteit en onafhankelijkheid beter worden gewaarborgd. Daarnaast komt er een beter registratiesysteem voor meldingen, waarin de privacy beter is geborgd.”
‘Melders ontslagen’
En die privacy is belangrijk. Want melding doen van een misstand, onveilige situatie, pesten, of intimidatie blijft niet zonder gevolgen voor de melder, zo blijkt uit het rapport. ‘Vrijwel alle commissiemelders rapporteren negatieve gevolgen voor hun welbevinden door hun ervaring met ongewenst gedrag en/of door de afhandeling daarvan.’ Er zijn melders die uit hun functie werden gezet, of zelfs ontslagen, zo meldt de commissie. ‘Wat opvalt is dat slechts een klein deel van de commissiemelders alleen “milde” gevolgen rapporteert, zoals verminderd werkplezier of een negatiever zelfbeeld. Het grootste deel van de commissiemelders rapporteert dat hun ervaring met ongewenst gedrag bij Defensie verstrekkende gevolgen heeft gehad voor henzelf en hun naasten’, zo staat in het rapport.
Kortom, het is niet veilig voor Defensiepersoneel om misstanden te melden, of om problemen aan te kaarten. Slechts een klein deel van degenen die contact hebben gezocht met de commissie Giebels zegt naast negatieve aspecten ook positieve zaken te hebben ondervonden na hun melding, het gaat dan vooral om in 1-op-1-uitgesproken steun door collega’s (zelden in het openbaar), leidinggevenden die een klacht wel serieus oppakken, of eerdere positieve ervaringen met Defensie. Desondanks waren er geen melders bij de commissie gekomen die alleen positieve ervaringen hadden.
Rehabilitatie leidt nit tot eerherstel
‘Integendeel’, zo staat in het rapport, ‘diverse melders geven aan dat zij het idee hebben dat zij geen aantrekkelijke werknemers meer zijn voor Defensie en dat de melding hen blijft achtervolgen (“burned”, “kruisje achter naam”, “aangeschoten wild”, “gedoe mee geweest”, “onstabiel carrièreverloop”).’ Ook als een klager een terechte melding had gedaan en daarvoor in het gelijk werd gesteld, bleef de klacht de melder achtervolgen, zo stelt de commissie: ‘Formele rehabilitatie leidt niet altijd tot eerherstel. Diverse klachten en meldingen werden door partijen binnen Defensie (COG) of door externe partijen (Nationale ombudsman, rechtbank) gegrond verklaard. Daarmee werd de melder formeel in het gelijk gesteld. Echter, deze formele erkenning werkte meestal niet door in daadwerkelijke erkenning binnen Defensie. De reputatie van de melders bleef beschadigd en een werkplek binnen Defensie was voor hen daarom niet meer mogelijk.’
En dat ondanks dat melders vaak goed en vol met plezier werkten binnen de Defensieorganisatie, zo staat in het rapport: ‘Hoewel negatieve bevindingen de boventoon voerden vanwege de aard en de insteek van dit onderzoek, rapporteerden melders ook positieve ervaringen. Zo blikten zij terug op succesvolle en plezierige loopbanen vóór aanvang van het ongewenst gedrag, uitten zij gevoelens van trots en verbondenheid met Defensie, en ervoeren zij steun of hulp van specifieke personen binnen Defensie (een collega, een leidinggevende, een vertrouwenspersoon).
Last van de melding
Maar uiteindelijk hadden ze dus last van het feit dat ze een melding hadden gedaan (klik op de plaatsjes voor grotere afbeeldingen):
Registratie meldingen op de schop
Verder moet de registratie van meldingen op de schop vindt de commissie Giebels: ‘Een opvallende uitkomst van ons onderzoek was de onvolledige en onjuiste registratie van en rondom meldingen. Daarbij tekenen we direct aan dat meldingscijfers lang niet altijd een reëel beeld van mogelijke problemen geven. Misschien hoeft dat ook niet, want je kunt je afvragen of een hoog aantal meldingen een goed of een slecht teken is. Een tijdelijke piek in meldingen is vaak een teken van cultuurverandering.’ De Commissie Giebels prijst overigens de Commissie Ongewenst Gedrag en de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) in hun afhandeling van meldingen: ‘Waar we in de COG en COID zaken overwegend een zorgvuldige afhandeling zagen, was dat zeker niet het geval bij de overige interne onderzoeken.’
Roulatiesysteem
Daarnaast is het roulatiesysteem ook debet aan het gebrek aan sociale veiligheid bij Defensie, stelt de commissie: ‘Uit ons onderzoek komt een beeld naar voren van een carrousel van functiewisselingen die gekenmerkt wordt door carrière-gerichtheid (“hoe maak ik zo snel mogelijk promotie?”), mogelijke bevoordeling van jaargenoten/vriendjes, en elkaar in de loop der jaren telkens weer tegen komen in wisselende posities. Ook moeten mensen na een bepaalde tijd van een functie af, maar zij kunnen alleen solliciteren op functies die op dat moment beschikbaar zijn. Dit is niet altijd een omgeving of rol die bij de persoon past. Het is daardoor soms lastig om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen. Hierdoor is er bovendien een hele “industrie” ontstaan rondom verplaatsingen… Veel melders gaven aan dat het er bij Defensie vooral om draait dat de reputatie (van een individu en van de organisatie als geheel) ongeschonden blijft. Deze insteek lijkt de basis te zijn voor veel problemen rondom melden en het afhandelen van meldingen.’
De Commissie komt met een aantal aanbevelingen voor Defensie om een betere en meer veilige werkomgeving te creëren:
- Bevorder een cultuur van transparantie, openheid en elkaar durven aanspreken, waarin mensen met elkaar in gesprek gaan en diversiteit wordt gewaardeerd en waar meldingen niet als verraad/negatief worden gezien.
- Installeer een laagdrempelig, eenvoudig meld- en klachtenloket van een onafhankelijke, deskundige partij.
- Investeer in een mensgerichte aanpak.
- Schaf het roulatiesysteem in haar huidige vorm af.
- Kijk met frisse blik naar slepende zaken of heikele kwesties.
Met die maatregelen moet er worden gezorgd voor een veilige omgeving waarin misstanden veilig gemeld kunnen worden. Want dat melders daar last van hebben, is onacceptabel, zegt staatssecretaris Visser:’ Ik betreur zeer wat de melders aangeven te hebben ervaren. Dat is simpelweg niet acceptabel, er is werk aan de winkel”.
Bronnen: Defensie.nl en rapportage Commissie Giebels
Door: Eduard van Brakel
Allemaal ge… zeg ik maar. Wie hoogtevrees heeft veegt liever de ladder niet van boven naar onder schoon. Politiek je nek uitsteken is niet van deze tijd (denk aan generaal Couzy als voorbeeld). Het te krappe budget in de organisatie heeft wellicht teveel mensen op de ladder naar boven gehouden die op hun beurt naar beneden trappen om hun eigen balk in evenwicht te houden. Onze Minister (voor zover) heeft zich niet sterk gemaakt (of ik heb inmiddels iets gemist) om een deel van de besparing op/uit de dividendbelasting te besteden aan Defensie en uit te geven aan de NL-industrie om onze krijgsmacht weer op de rails te krijgen. Dan investeer je immers ook in het NL-bedrijfsleven (?)
En met de recente uitspraak van de Minister over de niet-EU-bestede aanschaf van de winterkleding voor de aankomende oefening in Noorwegen (over welk bedrag gaat het toch ? ) mag toch wel van haar verwacht worden dat zij ditzelfde argument nu gebruikt waar het gaat over het opkrikken van onze defensie op korte termijn (richting de 2% NAVO). Samenvattend: een gezonde en sterke organisatie nodigt niet uit tot “pesten’ want iedereen kan daar zijn weg vinden. Maar als teveel ratten worden opgesloten in een te kleine kooi wordt het vanzelfsprekend hommels.