Al enige jaren wordt er gesproken over meer inzet van reservisten. Daartoe zijn er diverse verschillende argumentaties opgezet, vanuit diverse vertegenwoordigers. De vorige defensie minster, Jeanine Hennis-Plasschaert heeft de reservist zelfs nadrukkelijk en expliciet op de agenda gezet. Er zijn dan ook meer reservisten nodig, maar hoe gaat Defensie die krijgen? Op dit moment werft bijvoorbeeld het Korps Mariniers actief oudgedienden als reservist voor operationele taken. Ook bij de Koninklijke Landmacht is deze derde reservistentaak inmiddels in een speciaal project belegd. Wil defensie echter over (veel) meer reservisten kunnen beschikken, dan zal Defensie af moeten van de huidige onjuiste (want er wordt met twee maten gemeten) werkwijze daarin.
Reservisten ingezet buiten taakgebied
Wat is dan die werkwijze met dubbele moraal van Defensie momenteel? In de huidige situatie worden steeds vaker en zeker met grote regelmaat reservisten ingezet buiten het taakgebied waarvoor zij zijn aangesteld. Zo worden reservisten van 1 CMI Co, initieel bedoeld voor het inbrengen van hun specifieke deskundigheid in missies (expeditionaire inzet), vooral ingezet in de bedrijfsvoering. Soms als zogenaamde backfiller (wanneer een tijdelijke vacature ontstaat doordat iemand op uitzending gaat), waarin de specifieke civiele expertise van de betrokken reservist er niet bijzonder toe doet en soms juist wel vanwege zijn/haar specifieke civiele expertise. In dergelijke gevallen biedt de reservist een goedkoper alternatief voor bepaalde (tijdelijke) werkzaamheden dan het inhuren van een marktpartij.
En daar wringt nu de schoen. Deze alternatieve inzet van reservisten heeft een verdringingseffect voor de markt. Daar komt nog een ander fenomeen bij, waaruit de dubbele moraal spreekt. Wanneer de betrokken reservist in zijn inzet bij Defensie op enig moment zijn werkzaamheden zou moeten opschalen en daarbij bedenkt dat zijn civiele werkgever (of zijn eigen bedrijf) daarin uitstekend zou kunnen leveren, maakt die werkgever geen enkele kans. Immers, Defensie geeft dan op grond van integriteit niet thuis en roept dan direct dat er een ‘level playing field’ moet zijn. Sterker nog, met een beetje pech is de reservist in kwestie meteen persona non grata. Deze hele kwestie is gestart met de oneigenlijke inzet van betrokkene. Ter illustratie een hypothetisch voorbeeld.
Een hypothetisch voorbeeld
Defensie heeft behoefte aan een programmeur voor informatiemanagement in bijvoorbeeld het brigadehoofdkwartier in Havelte. Deze klus kan aan een marktpartij worden uitbesteed, maar het inzetten van een reservist heeft diverse voordelen, waaronder overduidelijk ook financiële. Defensie schrijft dan een uitvraag voor een reservist. Een reservist is in zijn civiele loopbaan werkzaam bij een ict bedrijf. Hij steekt de hand op en gaat, na een selectieprocedure, aan de slag in de vredesbedrijfsvoering. Gedurende de looptijd van de opdracht boekt de reservist aardig wat progressie en daardoor ontstaat de behoefte om het resultaat van zijn inspanningen uit te rollen over grotere delen van de organisatie. Als de reservist aangeeft dat zijn werkgever het opschalen goed kan uitvoeren, gaat die vlieger helaas niet op. Dan zijn er plotsklaps integriteitsaspecten die verhinderen dat die werkgever betrokken wordt en die ook’afstralen’ op de betrokken reservist.
Voordeel voor werkgever
Door niet langer met twee maten te meten, krijgt de werkgever er ook mogelijk financieel voordeel van, wordt de relatie minder moeizaam en is er een basis voor uitbreiding van het reservistenaanbod ontstaan. Defensie denkt dan ook, net als de werkgever, in het belang van de ander. Immers, daar waar werk ligt in het verlengde van de inzet van zijn reservist, mag de werkgever ook daaraan invulling geven. Wil Defensie daadwerkelijk meer inzet van reservisten en daarvan op meerdere fronten de zoete vruchten plukken, dan moet Defensie invulling geven aan het zo gewenste en veel genoemde ecosysteem met oog voor de belangen van het bedrijfsleven.
Door: Windmill
Foto’s: Defensie.nl