De volgende herijking van de Defensiebegroting komt volgend voorjaar en waarschijnlijk wordt dan duidelijk welke grote dossiers van Defensie het huidige kabinet naar een volgend kabinet doorschuift. De groei naar de 2% NAVO-norm komt in ieder geval op het bordje van een volgens kabinet, zo zei staatsecretaris Visser in het NIDV-magazine: ’Groeien naar de 2-procent-NAVO-norm in 2024 en verder is aan een volgend kabinet’.
Kabinetsoverstijgend
Tegelijk zegt Visser in datzelfde interview: ‘Wil je de mammoettanker die Defensie is kunnen bijsturen dan heb je tijd nodig. Vastgoed en grote materieelprojecten zijn kabinetsoverstijgend.’ En die zin zou de deur kunnen openen naar echte kabinetsoverstijgende meerjarenplannen. In het verleden werden die plannen standaard gemaakt door Defensie, en ook de vorige CDS schijnt opdracht te hebben gegeven voor het maken van meerjarenplannen, die de politiek kan gebruiken om onze Krijgsmacht stabiel te financieren, dat wil zeggen onafhankelijk van opeenvolgende kabinetten. Maar die plannen zijn al lang geen gemeengoed meer.
Het zou goed zijn als Visser en Bijleveld dingen als groei naar de 2% NAVO-norm, maar ook materieelprojecten níet niet doorschuiven naar volgende kabinetten, maar nu het economisch nog goed gaat juist doorpakken. Onder de vorige minister Hennis is de kentering geweest en werd het bezuinigen gestopt. Onder Bijleveld en Visser is er zelfs de eerste jaren sprake van lichte groei, hoewel bij de huidige begrotingsplannen van Defensie en ramingen van economische groei de 2% NAVO-norm verder uit het zicht raakt. Zeker als je de begroting beziet door de echte regels van die norm.
Corporate Governance
Daarmee kom je op het terrein van goed bestuur, op het terrein van Corporate Governance. En dat is misschien geen sexy onderwerp, maar wel een onderwerp wat Defensie veel geld kan opleveren. Want ‘corporate governance gaat over bestuur en beheer, over verantwoordelijkheid en toezicht. Integriteit en transparantie spelen hierbij een grote rol’ (Commissie Corporate Governance, 1996 in Strikwerda, 2004 – bron Management Impact). En als je die definitie over Defensie heen legt, is er nog veel werk aan de winkel. (De komende tijd komen op het Defensie Platform meer artikelen die de corporate governance van Defensie beschouwen).
Als het bijvoorbeeld gaat over bestuur en beheer, dan moet de bestuurder bijvoorbeeld zorgen dat er genoeg geld is om alle taken uit te voeren. Die taken van de Krijgsmacht staan in de grondwet gedefinieerd: Bescherming van het grondgebied en de belangen van ons Koninkrijk, en bijdragen aan versterking van de internationale rechtsorde. En dat is geen kwestie van het een of het ander, dus moet Defensie dat allebei kunnen, tegelijk het liefst. Dat betekent dat financiering daarvoor afdoende moet zijn.
Visie voor afdoende financiering
Maar om financiering afdoende te krijgen, is er wel visie nodig. Als je niet weet wat je wilt, is het geld altijd genoeg, of altijd te weinig. Dat Defensie te lijden heeft gehad onder de bezuinigingen, dat is wel duidelijk, maar wat dat de Krijgsmacht zou moeten kunnen en hebben, om aan die grondwettelijke taken te voldoen, dat is nog onduidelijk. Die onduidelijkheid moet worden weggenomen, want nu lijkt het nog zo te zijn, dat wanneer er extra geld komt, de Krijgsmachtdelen elkaar de tent uitvechten om te bepalen wie prioriteit krijgt waarvoor. Als er een goede visie ligt, hoeft dat niet meer, want dan is er duidelijkheid en kan de organisatie rustig groeien.
Als die visie dan ook nog eens gefinancierd wordt met een kabinetsoverstijgend meerjarenplan, is er helemaal rust in de tent, omdat Defensie zich dan niet vertwijfeld af hoeft te vragen hoe de pet van de volgens minister van Financiën staan (want daarbij ligt Defensie aan de ketting), en of er wel of geen geld komt. Die rust zou Defensie zou de Krijgsmacht ten goede komen, en de overheid zou daarmee een belangrijke stap kunnen bij het broodnodige herstel van vertrouwen in de politiek, en van het Defensiepersoneel in de top van de organisatie.
Zwaardmacht
Het wordt dus tijd dat de politiek regelt dat Defensie voor langere termijn zicht krijgt op de hoogte van de financiering, waardoor investeringen echt gedaan kunnen worden en de Krijgsmacht zich kan oprichten. Alleen op die manier kan de Krijgsmacht worden wat de Krijgsmacht is: een intrinsiek sterke zwaardmacht voor uitvoering van de grondwettelijke taken. Maar dan moet Defensie geen zaken doorschuiven naar een volgend kabinet, zoals Visser aangeeft te willen doen, maar moet Visser zich, samen met minister Bijleveld en de militaire top, keihard maken om met die meerjarenvisie te komen, die wordt gesteund door keiharde meerjarenafspraken voor de benodigde financiering. Die financiering beweegt zich dan natuurlijk naar de 2%, en overstijgt die indien nodig, want de 2%-norm is een afspraak voor minimale financiering, en betekent niet dat 2% de max is.
Door: Eduard van Brakel
Foto’s: Defensie.nl