Een sterke Defensie is essentieel voor de verdediging van onze waarden en belangen. De huidige staat van de Krijgsmacht is zorgelijk. Dat zegt D66 in antwoord op vragen van het Defensie-PLatform. De Krijgsmacht moet volgens de partij scherpe keuzes maken en zich specialiseren. Ook moet er meer opgetrokken worden met Europese partners. Nu ziet D66 een Krijgsmacht die op het tandvlees loopt.
1) Hoe belangrijk vindt u (uw partij) Defensie?
D66 vindt een sterke defensie essentieel voor de verdediging van onze waarden en belangen. Zelfs in een geglobaliseerde wereld is ons land eindverantwoordelijk voor de eigen veiligheid. Daarbij ziet D66 defensie als één van de drie pijlers van het buitenlandbeleid, naast een sterke diplomatie en ambitieuze internationale samenwerking. Een weloverwogen en modern buitenlandbeleid heeft naast een uitgestoken hand een geloofwaardige vuist nodig.
In het huidige, onzekere, tijdsgewricht zal Europa meer zelfredzaamheid aan de dag moeten leggen op het gebied van defensie. Nederland moet daar een geloofwaardige bijdrage aan leveren door de eigen krijgsmacht op peil te hebben. Die bijdrage ziet D66 nadrukkelijk in Europees verband. D66 wil in de komende perioden de defensie-uitgaven naar het Europees gemiddelde brengen. Daarbij maken we de politieke keuze voor meer Europese samenwerking, om investeringen optimaal te laten renderen.
Nieuwe investeringen moeten alle aspecten van het defensiebeleid op orde brengen of zelfs verbeteren. De paraatheid en technische mogelijkheden moeten voldoen aan de eisen van deze tijd, maar ook de menselijke en maatschappelijke aspecten van defensie zijn voor D66 van het hoogste belang. Militairen moeten zonder zorgen over hun arbeidsvoorwaarden en hun gezondheid kunnen dienen. Veteranen verdienen onze waardering en respect, en de maatschappelijke waarde van reservisten moet beter worden benut.
Nederland heeft zichzelf als internationale missie de handhaving van vrede, veiligheid en stabiliteit gegeven. Dat kan niet zonder een moderne, direct inzetbare defensiemacht – in Nederland én Europa. Een defensie die binnen een geïntegreerde benadering kan opereren, in samenhang met diplomatie en ontwikkelingssamenwerking.
2) Hoe beschrijft u de huidige staat van de Nederlandse Krijgsmacht? En wat zou daar volgens u aan moeten veranderen?
D66 vindt de huidige staat van de Nederlandse krijgsmacht zorgelijk. De basisgereedheid bij alle krijgsmachtonderdelen is onvoldoende. D66 ziet een krijgsmacht die op haar tandvlees loopt en gebukt gaat onder een grote hoeveelheid taken en intensieve inzet. Door het grote beroep dat momenteel wordt gedaan op de krijgsmacht, zijn veel eenheden niet volledig operationeel gereed. Het materieel is overbelast en er zijn tekorten aan reserveonderdelen en munitie. Daarbij loopt de training van personeel achter en er is simpelweg te weinig personeel. D66 wijst erop dat ook de Algemene Rekenkamer al jaren concludeert dat Defensie een onhoudbare wissel op zichzelf trekt. Zij concluderen: eerst basis op orde.
De verandering die D66 voor zich ziet is tweeledig. Meer middelen is één deel van de oplossing. Wij hebben recente initiatieven voor meer geld naar defensie gesteund. In het herfstakkoord van 2013, waar D66 aan meeschreef, is gebroken met de trend van slinkende defensiebudgetten. Die financiële trendbreuk moet echter opgevolgd worden door nieuwe investeringen en gepaard gaan met een andere wijze waarop we de krijgsmacht vormgeven en inzetten.
Bij nieuwe investeringen moeten in de visie van D66 dus scherpe keuzes gemaakt. Ten aanzien van de Nederlandse krijgsmacht wil D66 dat er wordt gekozen voor meer specialisatie. Nederland kiest daarbij voor zijn sterke punten, binnen een algemeen Europees raamwerk.
3) Hoe ziet u de rol van de Nederland in de wereld? En wat voor Krijgsmacht past daar volgens u bij?
Nederland heeft een indrukwekkende staand van dienst opgebouwd, als land dat zijn verantwoordelijkheid neemt op het internationale toneel. We zijn sinds de Tweede Wereldoorlog altijd een betrouwbare partner en aanjager geweest op het gebied van internationale samenwerking. Ook wanneer er zwaar werk verricht moest worden
In internationale crises heeft Nederland meermaals op defensie kunnen bouwen om die reputatie hoog te houden. Defensie heeft daarbij veel ervaring opgebouwd, met een typisch Nederlandse aanpak van crises die wereldwijd geroemd wordt. Het leeuwendeel van die ervaring zit in het menselijk kapitaal van defensie. Dat kapitaal moet behouden blijven, wil Nederland zijn internationale rol behouden, zoals D66 die voor zich ziet.
De reputatie, van een land met een buitenlandse agenda van waarden, staat haaks op een passief wereldbeeld, waarin Nederland zich afzijdig houdt. Wij spreken ons altijd uit vóór mensenrechten, vóór de democratische rechtsstaat en vóór individuele vrijheid. D66 strijdt tégen onderdrukking, tégen ongelijkheid en tégen schending van internationale normen. Wij zien dit als échte liberale prioriteiten, die de unieke rol van Nederland in de wereld hebben vormgegeven. Dat Nederland en zijn krijgsmacht hier internationaal om bekend staat, is iets om trots op te zijn.
D66 laat zich voorstaan op haar vijf sociaal-liberale richtingwijzers, waaronder het motto denk en handel internationaal. Wij accepteren het niet wanneer in Nederland, noch in andere landen, de rechtsstaat om zeep wordt geholpen, mensenrechten worden geschonden of het internationaal recht aan de laars wordt gelapt. Dit brengt ons bij een buitenlandbeleid, waarin erkend wordt dat we onze belangen niet los kunnen zien van onze waarden. D66 wil dat die waarden consequent – in binnen- én buitenland –verdedigd worden.
Gelet op de gordel van instabiliteit aan de grenzen van Europa, is de inbreng van Nederland en andere Europese landen in Mali, Irak en Syrië gewenst. D66 ziet een verantwoordelijkheid voor de politiek om ervoor te zorgen dat defensie die inbreng in de toekomst kan blijven leveren.
4) Het huidige budget van Defensie is ongeveer 1,1% van het BNP. Binnen NAVO-verband is afgesproken dat er minimaal 2% van het BNP aan Defensie besteed moet worden. Vindt u dat het Defensiebudget verhoogd moet worden richting de 2%?
D66 vindt dat het Defensiebudget stapsgewijs moet toegroeien naar het Europese gemiddelde.
5) Vindt u dat de dienstplicht weer moet worden ingevoerd? (eigenlijk: vindt u dat de opschorting van de opkomstplicht moet worden afgeschaft?) Waarom wel, of niet?
Nee. Herinvoering van de dienstplicht zal meer problemen veroorzaken dan oplossen. Niet in de laatste plaats, omdat er bij Defensie geen behoefte is aan dienstplichtigen. De analyse die heeft geleid tot het opschorten van de dienstplicht is nog grotendeels van kracht.
Om te beginnen is de Nederlandse krijgsmacht een professioneel beroepsleger. De doelstelling is om goed uitgeruste, goed getrainde beroepsmilitairen paraat te hebben. Daarin slaagt de Nederlandse krijgsmacht, zelfs in tijden van krimpende budgetten, glansrijk. Nederland staat internationaal bekend om de hoge kwaliteit slagkracht van onze krijgsmacht. Een grote groep dienstplichtigen die vanaf nul aan moeten worden opgeleid en getraind zal niet aan de genoemde doelstelling bijdragen. Het is eerder een extra last die afleidt van de dagelijkse werkzaamheden, training, oefening en inzet van de zeer bekwame en deskundige Nederlandse militairen. Momenteel loopt ons leger op zijn tandvlees; invoering van de dienstplicht zou regelrechte roofbouw plegen op onze krijgsmacht. Zeker wanneer de middelen er niet zijn.
Dat brengt ons bij een tweede bezwaar: de kosten. De herinvoering van de dienstplicht is kostbaar. 25 jaar geleden, toen de dienstplicht er nog was, kostte het bijna €800 miljoen per jaar (ruim 1,6 miljard gulden). Daar komen extra kosten bij voor nieuwe kazernes, extra materieel, meer oefencapaciteit, kleding en het opbouwen van opleidingscapaciteit. Dat is geld dat niet gaat naar het wegwerken van bestaande achterstanden bij defensie. D66 heeft vertrouwen in ons professionele beroepsleger en wil extra middelen aanwenden voor dat doel.
Tot slot is de krijgsmacht geen heropvoedingsinstituut. De hernieuwde interesse in de dienstplicht lijkt ingegeven door de wens om raddraaiers en jeugdige vandalen te disciplineren. D66 vindt dat we sociale problemen van deze tijd moeten aanpakken, maar daar is de krijgsmacht als middel niet voor bedoeld. De Nederlandse krijgsmacht is er om onze waarden en vrijheden te verdedigen, niet om lastige jongeren te heropvoeden. Wat D66 betreft blijft de dienstplicht opgeschort, voor man en vrouw.
De maatschappelijke rol van defensie is ook zonder dienstplicht onverminderd groot en kan op allerlei manieren tot uiting komen; niet in de laatste plaats dankzij een goed reservistenbeleid.
6) Defensiepersoneel loopt de poort uit, terwijl de Krijgsmacht moeite heeft met de vulling. Een oud-officier vindt dat het personeel tot over de pijngrens geëxploiteerd wordt. Wat vindt u dat de politiek daaraan moet doen?
Militairen moeten voortdurend en onvoorwaardelijk inzetbaar zijn. Die onvoorwaardelijke inzet stelt fysieke en psychologische eisen aan de militair, die nergens in onze maatschappij in dezelfde mate en in die combinatie voorkomen. Zij zoeken niet zelden letterlijk de pijngrens op, maar dat mag nooit als vanzelfsprekend gezien worden.
In het licht van deze hoge eisen is het goed dat de positie van militairen is vastgelegd in specifieke wet- en regelgeving. Daarbij moeten militairen de gemoedsrust hebben van een goed arbeidsvoorwaardenpakket, waarin recht wordt gedaan aan diezelfde hoge eisen.
Zonder personeel vaart, vliegt of rijdt geen enkel voertuig. Alle kennis en ervaring die tijdens missies is opgedaan, zit in de mannen en vrouwen die dienen. Zonder personeel zijn missies niet mogelijk. Kortom: de politiek moet te allen tijde beseffen dat het personeel van Defensie het belangrijkste kapitaal van de krijgsmacht is. Dat besef is nodig om de rol van de politiek, als controleur van de regering en medewetgever, goed uit te voeren. De politiek moet controleren of Defensie ervoor waakt dat het personeel niet overbelast raakt.
Wanneer toch blijkt dat te veel is gevraagd van militairen dan zet D66 zich in voor een oplossing. Zo heeft D66 in de Tweede Kamer bijvoorbeeld gepleit voor een woon-werkvergoeding voor alle militairen, volledige compensatie van het AOW-gat bij oud-militairen, een beter en professioneler personeelsbeleid en het aantrekken van nieuw personeel. Ook vinden wij dat zowel actief dienende militairen als veteranen de (na)zorg moeten krijgen die zij verdienen. Gezondheidsproblemen, lichamelijk en psychisch moeten de aandacht krijgen die recht doet aan de bijdrage die onze vrouwen en mannen in uniform hebben geleverd.
7) De waan van de dag lijkt te regeren ten aanzien van Defensie. Hoe staat u tegenover het vastleggen van meerjarige begrotingen en plannen die uitgevoerd kunnen worden ongeacht de regering die er op dat moment is?
De roep om meer stabiliteit en minder politieke koehandel ten aanzien van defensiebegrotingen is volledig terecht. Prioriteiten voor defensie hebben de afgelopen jaren te vaak gewisseld. Desalniettemin is D66 er geen voorstander van om de Defensiebegroting meerjarig vast te leggen. Als de waan van de dag regeert, dan is de oproep voor een meerjarenbegroting daar net zo zeer een symptoom van. Een meerjarenbegroting geeft schijnstabiliteit en zet de politiek in de verkeerde verhouding tot Defensie.
Het is de taak van de regering en het parlement om de Rijksbegroting jaarlijks vast te stellen. De volksvertegenwoordigers in het parlement krijgen een mandaat van de kiezer. Die heeft met zijn stem al een voorkeur uitgesproken voor het defensiebeleid. Goede afspraken in coalitieakkoorden, de mogelijkheid om meer geld bij te schrijven indien nodig en het blijven zoeken naar draagvlak, hebben de voorkeur van D66.
8) In Frankrijk worden reservisten meer ingezet, terwijl In Nederland reservisten nauwelijks meer kunnen oefenen. Op welke manier ziet u de rol van de Nationale Reserve?
Reservisten zijn een belangrijk onderdeel van de krijgsmacht. Net als beroepsmilitairen zetten zij zich in voor vrede, veiligheid en vrijheid wereldwijd. Reservisten brengen bovendien kennis en expertise uit de maatschappij mee, waar de krijgsmacht behoefte aan heeft.
Door een grote groep experts en specialisten achter de hand te hebben, waar desgevraagd een beroep op kan worden gedaan, dragen reservisten bij aan het adaptieve vermogen van de krijgsmacht. Op die manier kan Defensie beter en sneller inspelen op veranderingen. Al met al levert onze nationale reserve een belangrijke bijdrage aan de slagkracht en flexibiliteit van de krijgsmacht.
Andersom profiteert de maatschappij van de ervaring die reservisten opdoen bij de krijgsmacht. D66 ziet hier kansen voor Defensie, om de banden met het bedrijfsleven te versterken. Het leren werken onder moeilijke omstandigheden en omgaan met stressvolle situaties, zijn waardevolle lessen die reservisten toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Naast de krijgsmacht zelf profiteren dus ook de reservisten en hun eventuele werkgevers van onze Nationale Reserve. In de ogen van D66 een driedubbele win-winsituatie.
Het militaire én civiele belang van reservisten is wat D66 betreft dus helder. Onze inzet zou zijn om dat belang in het defensiebeleid tot uiting te laten komen. Helaas is de afgelopen jaren bezuinigd op het aannemen, inzetten en opleiden van reservisten. Dat is erg spijtig, en wat D66 betreft echt een verkeerde keuze.
Wij vinden dat de Nationale Reserve meer voor vol aangezien moet worden, met een eigen reservistengeneraal. Deze generaal valt direct onder de CDS en zit aan tafel met collega’s van de krijgsmachtonderdelen. Hiermee wordt het beleid en de aansturing van reservisten hoger binnen de organisatie belegd. Deze persoon heeft dan voldoende zeggenschap – en moet voldoende middelen krijgen – om de belangen van reservisten te behartigen binnen de krijgsmacht.
9) In welke middelen zou de Krijgsmacht volgens u juist wel, of juist niet moeten investeren?
D66 vindt dat Defensie vooral moet investeren in die zaken die bijdragen aan een toekomstbestendige en technologisch geavanceerde krijgsmacht. Daarbij heeft taakspecialisatie in lijn met de sterke punten van onze krijgsmacht prioriteit, aangevuld met een grotere weerbaarheid op het digitale slagveld . Een hightech slagveld, zowel digitaal als fysiek, vergt specialistisch personeel en hoogstaand materieel. D66 denkt dat samenwerking met buurlanden gewenst is, zeker wanneer de gevraagde investeringen intensief zijn. Samenwerking vergroot de mogelijkheden om het juiste materieel te kunnen aantrekken.
Het huidige Defensiebeleid sluit in het licht van bovengenoemde prioriteiten slechts deels aan bij de visie van D66. Enerzijds vinden wij het een zeer verstandig besluit van de minister van Defensie dat zij de vloot wil gaan vervangen samen met België. Dit sluit aan bij de visie van D66 op de krijgsmacht. Daar tegenover staat het uitstellen van de Reaper-drone tot 2022. Drones vormen een belangrijk onderdeel van het arsenaal van de krijgsmacht. Een toekomstbestendige krijgsmacht heeft drones juist nodig. Als het aan D66 ligt maken we werk van het versneld aantrekken van deze capaciteit.
Daar moet in geïnvesteerd worden.
Daarnaast is D66 van mening dat een extern toezichthouder moet worden aangesteld voor de aanschaf van groot materieel, dus met waarde van €100 miljoen of meer. Zulke verwervingsprojecten zijn zeer complex. Daarom is het goed als er een toezichthouder is die een onafhankelijke analyse kan maken van de aanschaf, de risico’s kan schatten en de kostenraming, inclusief eventuele kostenoverschrijdingen. In andere landen bestaat dat ook al.
10) Wat wilt u in het algemeen nog opmerken ten aanzien van de Krijgsmacht?
D66 vindt het belangrijk dat Nederland over een slagvaardige krijgsmacht beschikt, die onze waarden kan verdedigen, onze vrijheden kan waarborgen en onze belangen in een snel veranderende wereld kan beschermen. Dat doet de Nederlandse krijgsmacht in Europees verband. Europa zal de komende jaren weer meer zelfredzaamheid moeten tonen op het gebied van defensie. Aan onze partners, in Noord-Amerika en elders in de wereld, maar ook aan de landen in onze eigen regio waar instabiliteit heerst. Het is van belang dat Nederland daar een geloofwaardige bijdrage aan levert.
De tijd van bezuinigen is dan ook voorbij. De tijd van investeren is aangebroken; ten behoeve van onze veiligheid, nu en in de toekomst. We zien een agressief Rusland en een inkomende president van de Verenigde Staten die ons meer aan het eigen lot wil overlaten. Daar moet Nederland op inspelen. D66 stelt daarbij wel twee voorwaarden:
Ten eerste moet het geld goed besteed worden. In algemene zin door de bedrijfsvoering weer op orde te brengen zodat extra investeren ook gaat renderen. Specifiek wil D66 investeringen doen met oog op de toekomst. Denk daarbij aan bijvoorbeeld drones en cyber.
Ten tweede moeten we meer en beter samenwerking zoeken met onze Europese partners. We kunnen het niet alleen, maar zullen zij aan zij moeten optrekken met landen als Duitsland, België en Frankrijk. We moeten vooruit.
Door: Eduard van Brakel
Foto’s: Defensie.nl
Het heeft te lang geduurd, maar ook bij D66 dringt het besef nu door dat Nederland zijn Krijgsmacht moet heropbouwen tot een multimdiciplinaire joint Krijgsmacht, met overtuigend voortzettingsvermogen, en een tot in het hoogste geweldsspectrum inzetbare, professionele Krijgsmacht, zowel qua personeel als materieel. Dat betekent een sterke vloot, een geloofwaardige luchtmacht en een modern en goed bewapende landmacht.
Maar het zijn slechts woorden, CFD is benieuwd of D66 zijn rug zal recht houden bij de a.s kabinetsformatie, dan weten wij of deze mooie woorden ook in krachtige daden woorden vertaald.
In het belang van Nederland, onze internationale handelspositie en de veiligheid van onze
( klein) kinderen hoopt CFD vurig dat D 66 stand houdt in deze positie.
Coalition For Defense houdt D 66 aan zijn huidige positie t.a.v. Defensie en diens Krijgsmacht en zal D 66 in die zin scherp en bij de les houden.
Ook D66 roept syraks weer: “minder, minder, minder.” Maar WEL NA DE VRKIEZINGEN
“straks” en na de VERKIEZINGEN
Dat is precies waar ik ook bang voor ben.
Mooie woorden van D66. Als ik me goed kan herinneren was het ook deze partij die roofbouw heeft gepleegd op onze defensie. Ook nu blijft deze partij een tweesporenbeleid voeren. Er wordt meer ingezet op samenwerking dan op het hebben van eigen materiaal. Dus toch niet al teveel uitgeven voor nieuw materiaal. Letterlijk staat er: “D66 vindt dat het defensiebudget stapsgewijs moet toegroeien naar het Europees gemiddelde” In hoeveel stapjes dit gaat gebeuren en in welk tijdsbestek, daar laat deze partij zich niet over uit. De huidige krijgsmacht kan met die paar manschappen en het handjevol vliegtuigen ons niet verdedigen. We hebben aan materieel en personeel geen enkele buffer bij een eventueel conflict. Dit soort wazige toezeggingen is nu exact datgene waar tot heden toe, buiten de SGP, de gehele politiek in Den Haag zich aan schuldig maakt. Deze mensen blijven onbetrouwbaar en moeten goed in de gaten worden gehouden of zij straks inderdaad doen wat zij beloven.
“Veel beloven en weinig geven, doen de gekken in vreugde leven,” zeg ik maar altijd! Nog niet zo lang geleden liep de leider van deze partij, ene mr. Pechtold op Facebook te kraaien:” Onze militairen moeten pang-pang roepen, wat grappig!” Of woorden van gelijke strekking. Nee, ik heb geen goed gevoel bij een D66 die het zogenaamd goed voor heeft met Defensie!
Europees gemiddelde? Waar heeft D66 het over? Eerst jarenlange afbraak steunen en nu mooi weer spelen? Wat een gotspe! Deze partij is het bekijken niet waard. Was de kaasschaaf methode niet het woord uitgevonden door D66? Nee dan vergis ik me maar het had gekunnen. En niet naar 2% maar Europees gemiddelde? 0,8%? Weet het niet maar ze blijven wel heel wazig.
D’66 heeft maar 1 belang en dat is het Europese/EU belang en als Nederland daar een bijdrage aan kan leveren is het belangrijk voor D’66 maar het Nederlandse belang in dit geheel is daarbij absoluut ondergeschikt voor D’66.
Na maart zal men deze pro-defensie keutel waarschijnlijk weer snel intrekken mocht men regeringsverantwoordelijkheid krijgen…
Prachtige woorden, maar zoals gewoonlijk weer eens zonder verstand van zaken. Een Europees leger is een utopie. Kijk maar naar de gezamenlijke bouw van marinevaartuigen door Nederland en België. Nog tijdens het ontwerp liggen de visies sterk uiteen. Een dergelijke innige samenwerking tussen tientallen Europese staten aangaande alle krijgsmachtdelen zal de slagkracht alleen maar verslechteren. En laat dat nou eens niet de bedoeling zijn.
Bovendien wordt er gezinspeeld op verhoging van het defensiebudget naar het Europees gemiddelde. Dat is nog steeds lager dan de NAVO-landen met elkaar hebben afgesproken. D’66 legt dus internationale afspraken naast zich neer als het gaat om defensie terwijl de partij bij andere zaken de internationale samenwerking belangrijker vind dan de nationale behoeften.
De enige oplossing is eerst het op orde brengen van de Nederlandse krijgsmacht tot het punt dat ze daadwerkelijk op basis van gelijkwaardigheid de samenwerking met andere landen kan intensiveren. Er is nog echter nog een andere optie: wereldvrede zodat we geen gewapende krijgsmacht meer nodig hebben. Maar zoals de afgelopen dagen weer eens is gebleken is ook dat een utopie. Dan blijft alleen de eerste optie over.
Ik wens de dames en heren politici op het Binnenhof veel wijsheid toe voor 2017. Maar dat zal denk ik wederom een utopie zijn.