Dringend vraag ik uw aandacht voor de maatschappelijke discussie over Nederland en zijn internationale veiligheid. De internationale dreigingen en onzekerheden gekoppeld aan de te ver doorgevoerde bezuinigingen op Defensie hebben niet alleen op het formele politieke niveau aandacht getrokken. Coalition for Defense Europe is een Nederlands initiatief vanuit de bevolking om stem te geven aan de ongerustheid die veel Nederlanders voelen bij de ontwikkelingen rond onze externe veiligheid. Lobby’s vanuit de zorg of het onderwijs zijn in Nederland goed georganiseerd, beschikken over fondsen en kunnen eenvoudig doordringen tot de publiciteit en het maatschappelijk debat. Bij vredesvraagstukken is dat ingewikkelder. Dan is de lobby al snel een industrieel belang of het komt van de redelijk goed georganiseerde kring van veteranen. Alle burgers hebben belang bij een goed bondgenootschap en een verstandig en solide Nederlands aandeel daarin. Coalition for Defense Europe geeft stem aan die burger.
Net als veel andere Europese NAVO-landen lijkt Nederland begonnen met het verhogen van de uitgaven voor externe veiligheid. Rutte III gaat voor deze kabinetsperiode uit van € 1,5 miljard structureel. Dit kan inderdaad het begin zijn van een wezenlijke omslag, maar zeker is dat nog lang niet. Zo is er nog geen serieus begin gemaakt met een poging om de defensie-uitgaven voor een veel langere termijn af te schermen van schommelingen in de conjunctuur of van tussentijdse politieke opportuniteiten. Voor een serieus Cordon Budgettair zijn afspraken nodig die om een politieke dekking vragen die zittende coalities ruim overstijgen, zeker in het huidige tamelijk instabiele electorale beeld. Er is tot nu toe in die richting nog geen enkele beweging waargenomen, noch vanuit de minister-president, noch vanuit de vakministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, noch vanuit de politieke leiders van de coalitiepartijen. Dat wil zeggen dat verdere verhogingen van deze uitgaven bij een nieuwe coalitie opnieuw moeten worden onderhandeld tegen de dan toevallige politieke actualiteit en opportuniteit, tegen de conjunctuur en tegen de onstuitbare dynamiek van budgettaire groeiers, zoals volksgezondheid. Dat is een erg onzeker gesternte om op te koersen.
Vrede en veiligheid lijkt gratis te zijn
Politiek en samenleving realiseren zich amper dat interne en externe veiligheid uiterst wezenlijk elementen zijn van de welvaartseconomie. Hoewel oorlog en terreur elke dag in het nieuws zijn, lijkt 73 jaar na de Tweede Wereldoorlog vrede in ons deel van de wereld vanzelfsprekend en dus gratis te zijn. Het hoort er gewoon bij. Oorlog is primitief en dat doen wij niet meer, dat gevoel. Maar zelfs als dat al waar zou zijn, quod non, dan nog kan het ons overkomen door anderen. Nog minder is er het bewustzijn om wat voor kosten het dan zou moeten gaan. Dat maar enkele voetbalclubs het niveau van Barcelona of Bayern München halen, begrijpen we. Ook dat je voor tikkie-takkie groot talent moet hebben, maar bovendien veel moet oefenen om volledig op elkaar te zijn ingespeeld. Dat ook een krijgsmacht eindeloos en intensief moet oefenen, en dan ook nog met uiterst gecompliceerde wapensystemen in veelvoudige opstellingen, realiseren we ons helemaal niet. Dat topsport steeds meer, veel meer kost begrijpt iedereen. Bij Defensie kijken we zuinig en vinden we al snel een euro extra één te veel.
Drie uitdagingen voor de Krijgsmacht
Inmiddels staat de Nederlandse krijgsmacht na jarenlange bezuinigingen voor drie grote uitdagingen:
- Hoe komen we met onze al gekannibaliseerde gevechtsmiddelen plus de enorm ingrijpende technologische vernieuwingen op het niveau dat internationaal standaard is.
- Hoe krijgen en houden we voldoende gemotiveerd en goed opgeleid en geoefend personeel.
- Hoe kunnen we onze bondgenootschappelijke taken qua noodzakelijke omvang en aantal waar maken.
Ondanks de jarenlange en enorme inzet van de Nederlandse militairen krijgen al deze vragen een onvoldoende cijfer als beoordeling. Het Nederlandse dubbeltje heeft de eerste rij, waar wij vinden dat wij behoren te zitten, ruim buiten bereik gebracht.
Ongeruste geluiden
De afgelopen tijd hebben steeds meer bezorgde en ongeruste geluiden, vooral internationaal, hierover het maatschappelijk debat bereikt. Het is een belangrijke reden waarom Rutte III inderdaad weer meer geld wil uittrekken voor Defensie. Wel blijft onze nationale veiligheid de maatschappelijke lobby missen die uitgaven voor welzijn, gezondheid en onderwijs als vanzelfsprekend genieten. Onderwijsgevenden op de basisscholen staken en krijgen van Den Haag vrij snel meer geld, maar intussen klotst het geld bij veel onderwijsinstellingen al jarenlang tegen de wanden op. Het privaat gefinancierde onderwijs werkt bijna driemaal zo kostenefficiënt, maar bijna alle politieke partijen willen nog meer geld naar het bekostigde onderwijs. Nog curieuzer gaat het toe in de zorg, die qua kosten is geëxplodeerd. Tijdens de afgelopen formatie is er noodwetgeving toegepast omdat het eigen risico met een tientje dreigde te stijgen. Noodwetgeving betekent dat zo’n wetsvoorstel in één dag zowel door Tweede als Eerste Kamer gaat. De laatste keer dat dit was gebeurd, was er echte nood, in de meidagen van 1940. Noodwetgeving, nota bene omdat de zorg voor de burger een tientje (!) meer zou gaan kosten. Dat is nood bij welvaart. Bij Defensie moesten tijdens Rutte I vanwege de Griekse crisis 10.000 mensen worden ontslagen en geen burger of politicus heeft er aandacht aan geschonken.
Afschrikking moet geloofwaardig zijn
De bondgenootschappelijke afspraak om 2% BBP aan externe veiligheid te besteden is eigenlijk best te overzien. Zeker als met die zekerheid economie en welvaart zich veilig kunnen ontwikkelen. Het is het dubbele van wat we er nu voor over hebben. Per Nederlands ingezetene is dat grofweg twee tientjes in de week. Zie het als een verzekering. Eigenlijk tuig je Defensie niet op om al die wapens te gebruiken, maar om de mogelijke tegenstander de moed te ontnemen om naar ons bondgenootschap en dus ook naar ons zelfs maar een vinger uit te steken. Dan moet die afschrikking geloofwaardig zijn. Dat wil zeggen state of the art, gemotiveerd en goed geoefend. Momenteel zijn we verre van state of the art, is de NAVO over bijna alles verdeeld, ontbreekt veel motivatie en zijn we uiterst matig geoefend. De dreigende luidruchtigheid van potentiële tegenstanders is niet alleen krijgstaal, maar wordt ook opgeroepen door onze eigen halfslachtigheid. Daar zit reeds het eerste element van al dan niet afschrikking.
Schade voor Defensie groot
Indien wij de blik weer wenden naar de eigen Defensiebegroting dan blijkt de schade nog veel groter dan de gaten die zijn geschoten door bezuinigingen en onvoldoende groeimogelijkheden. De feitelijke uitgaven voor de krijgsmacht als Nederlandse bijdrage aan internationale veiligheid zijn in werkelijkheid nog veel lager dan het officiële cijfer, zoals dat in de boeken staat. Met name het ministerie van Financiën zit aan de voorste mem, want haalt van zijn beschikbaar gestelde begrotingsmiddelen via rechten en belastingen een aanzienlijk deel weer terug. Terwijl veel partners in de NAVO met netto bedragen werken, soms ook zelfs als het gaat om salarissen, is bij ons alles bruto. En dus staat naast het ministerie van Defensie op het Plein in Den Haag een Rijksontvanger om een deel van het beschikbaar gestelde geld voor veiligheid weer veilig op te bergen in de schatkist. Laten we eens wat getallen langslopen.
- In dit begrotingsjaar 2018 mag Defensie € 900 miljoen meer uitgeven. Daarvan is door Financiën pas € 290 miljoen vrij gegeven. De Staten-Generaal mag dan wel akkoord zijn gegaan met het Defensiehoofdstuk van de Rijksbegroting, maar Financiën heeft en houdt de knip. Die gaat niet open als de Tweede Kamer instemt, maar pas als Financiën het eens is met de besteding.
- € 600 miljoen zal nodig zijn om BTW af te dragen aan Financiën.
- Van de begroting van ruim € 8 miljard is € 1,3 miljard bestemd voor pensioenen en wachtgelden. Dat is 15% van geld dat op papier bestemd is voor veiligheid.
- € 180 miljoen gaat naar de Uitkering Gewezen Militairen. Terecht dat er goede nazorg wordt gegeven, maar ook dit geld is voor actuele veiligheid niet inzetbaar.
Kwart begroting niet naar Veiligheid
Ruim 25% van de begroting voor Defensie gaat dus niet naar veiligheid nu. Feitelijk besteedt Nederland dus minder dan 1% BBP aan Defensie, dat is dus minder dan de helft van wat binnen en met de NAVO is afgesproken. Is het dan gek dat de VS geïrriteerd zijn en dat het zelfvertrouwen van politieke leiders als Poetin niet wordt geremd. De achterstalligheid en de tekorten aan munitie, brandstof, kleding, wapens en gereedheid zijn lang nog enigszins gecamoufleerd geweest door de geweldige gemotiveerdheid van het personeel. Daar is de afgelopen jaren dramatisch de klad in gekomen. Er zijn nu bijna 8.000 vacatures die haast niet te vullen zijn. Dat is misschien wel de beste indicator voor de stand der zaken. Het is bar en boos.
Intussen zijn er juist nu kansen, grote kansen. Achterstand kan een voordeel zijn door de wet van de remmende voorsprong. Er is de laatste jaren spectaculair veel veranderd in de krijgstechnologie. Vroeger was het leger de proeftuin voor enorme innovaties. Het internet was een spectaculair recent voorbeeld daarvan. Tegenwoordig volgt Defensie de civiele industrie, die veel sneller is gegaan. De Nederlandse krijgsmacht is thans in de uitdagende positie om bij de vervanging van wapensystemen behoorlijk wat stappen van de laatste jaren over te slaan en met grote stappen het tijdperk in te gaan van robotisering en informatietechnologie. Dat vraagt wel om veel innovatieve kennis en het diepgaand anders inrichten van de personele opbouw en carrièregang.
Dat vraagt dus ook om gemotiveerde bijstand van alle kanten, van de industrie, van TNO en andere kennisinstituten, van de Rijksoverheid in al zijn geledingen. Defensie is bijvoorbeeld rijkelijk laat met cyber begonnen, maar maakt internationaal nu al indruk. De recente aanschaf van kleine drones duidt er op dat de verandering in de boezem van de krijgsmacht een beetje vorm begint te krijgen.
Wat er nu nodig is
Wat er nu nodig is, is allereerst voldoende veranderingsgezindheid bij Defensie en veel kortere procedures. Bij aanschaffingen wordt er niet militair gemarcheerd, maar eindeloos geschuifeld.
Wat er voorts nodig is, is een veel simpeler en sneller besluitvormingsproces met de Tweede Kamer. Via de te grote aantallen politieke overleggen krijgt de externe lobby veel te veel herkansingen om zand in de machine te gooien. Wat er vooral nodig is, is een politiek committment voor een langere periode dan één kabinet en op basis van een stabiele ruime meerderheid in de Tweede Kamer, ongeacht de regerende coalitie.
Wat tenslotte nodig is, is een minister van Financiën die Defensie niet alleen niet langer ziet als wild om op te jagen, maar integendeel zelfs behulpzaam is met financieringen waardoor Defensie voor het gebruik veeleer betaalt dan voor het bezit. Een goede verzekering tegen geweld en oorlog is misschien wel de beste investering die de minister van Financiën kan doen om de economie en de welvaart van ons land te waarborgen en te stimuleren.
Coalition For Defense Europe is een onafhankelijke Non Gouvernementele Organisatie (NGO), geregistreerd als ANBI Stichting op 23 maart 2014 te Den Haag en afhankelijk van giften en donaties. Mocht u ons werk willen ondersteunen dan verwijzen wij u gaarne naar onze website : coalitionfordefense.com / Get Involved/Donate voor private donaties en onder Get Involved/ Sponsorship voor sponsoring door ondernemingen.
Ton Welter
Oprichter en voorzitter van Coalition For Defense Europe