Oud-marinier Mark Sterken: ‘Dan loop ik wel een tandje harder’

Hij is al jaren de dienst uit, maar dat hij Marinier is geweest, is moeilijk over het hoofd te zien. Met grote passen, rechtop lopend, komt hij op me af in het restaurant waar we voor het interview hebben afgesproken: ‘Hoi ik ben Mark Sterken’, zegt hij.

Naam: Mark Sterken
Leeftijd: 45 jaar
Onderdeel: Korps Mariniers
Periode in dienst: 1992 -2000
Uitzendingen: Cambodja, Bosnië

Sterken ging in 1992 bij het Korps Mariniers. ‘Alleen die naam al: Korps Mariniers, dat zegt al wat’, denkt Sterken trots terug, ‘Het avontuur trok, en er zaten een paar jongens uit het dorp bij het Korps. Daar keek ik tegenop. En het is mooi om fysiek bezig te zien, en het avontuur trok.’
Mark Sterken werkt nu als begeleider in een jeugdinrichting, met moeilijke, criminele jongeren, en hij kan goed toepassen wat hij geleerd heeft tijdens zijn tijd bij het Korps: ‘Je weet nooit hoe een dienst verloopt, of het rustig blijft, of dat het onrustig wordt. Of dat er nieuwe jongens komen waardoor het groepsproces begint: wie staat er onderaan en wie bovenaan. Dat is het mooiste om dat te mogen begeleiden. Dat heb ik ook meegenomen bij het Korps, dat je inschat hoe die mensen zijn, wat voor types en hoe je dat het beste kunt aanpakken. ‘

Trots op de baret

Hij is trots op zijn werk en ook trots op zijn tijd als marinier: ‘Dat neem je toch overal mee. Ik ben echt trots op die baret. Ik zat mijn hele carrière als marinier 1 bij het 1^e Mariniersbataljon. Koudweertrainingen gedaan, in Schotland geweest. Maar ook uitzendingen naar Cambodja en Bosnië. Ik heb geen rustplaatsing tussendoor gehad’, lacht hij. ‘Het mooiste waren toch wel die uitzendingen, en Noorwegen en Schotland. Dat je skiet door de sneeuw, of dagen met je maten loopt zonder dat je iemand tegen komt. Werken in teamverband. Dat heb ik echt geleerd bij de mariniers.’
Om je zo lang te handhaven bij een eenheid als het Korps Mariniers, moet je van goeden huize komen. ‘Mark Sterken? Een topmarinier’, zo wordt Sterken omschreven door een majoor der Mariniers die met hem werkte. En dat hij van goeden huize komt, bewijst Sterken ook in zijn werk in de Jeugdinrichting: ’Ik neem de discipline mee uit het Korps, afspraken nakomen, duidelijk zijn, het goede voorbeeld geven, doen wat je zegt. Want anders krijg je geen vertrouwen van die jongens en dan worden ze druk en onrustig. Dan zie je vaak dat andere collega’s mijn bagage uit het Korps missen en dat de groepen daar onrustiger zijn. Bij het Korps Mariniers heb ik dat ook van mijn leidinggevenden geleerd: rustig blijven en vertrouwen geven. Dat doe ik ook bij die jongeren, vertrouwen geven. Maar ook vertrouwen geven binnen het team.’

‘Belangrijk om kwaliteiten te zien’

En dat vertrouwen geven doet Sterken ook als er nieuwe collega’s komen in de jeugdinrichting. Daar waar anderen eerder de kat uit de boom kijken, doet de oud-marinier dat anders: ‘Als er een nieuwe collega komt, hoor je altijd negatieve opmerkingen van anderen. Maar ik ga er vanuit dat iedereen talenten heeft. Dat leerde je in dienst: dan kwam er iemand nieuw bij de eenheid, en dan dacht je eerst: nou, wat is dat? Maar op een gegeven moment ga je oefeningen draaien en dan accepteer je dat iemand steeds te laat komt, of zijn spulletje vergeet, omdat die persoon ook zijn kwaliteiten heeft en die kwaliteiten laat zien. Het is belangrijk dat je dat ziet. En daarom haal ik nu al die nieuwe collega’s bij me en help ik ze, omdat ik weet dat ze kwaliteiten hebben. En anders loop ik wel een tandje harder.’

Ik wil graag oud-militairen bij elkaar brengen, zodat we elkaar kunnen helpen

En bij veel organisaties buiten Defensie gaat dat heel anders volgens Sterken: ‘In het bedrijfsleven zie je vaak dat de aandacht gaat naar wat iemand niet kan. En als iemand iets niet kan, loop ik wel een stapje harder. Dat is wel een dingetje dat het bedrijfsleven echt wel kan leren. Er wordt vaak gekeken naar wat niet kan, omdat de organisatie er niet klaar voor is, of dat de organisatie zegt dat het niet kan, terwijl er gewoon een beslissing genomen moet worden. Vooral als je de dienst hebt verlaten zijn dat dingen waar je echt tegenaan loopt.’

‘Ik ben duidelijk’

Waar besluitvorming op de werkvloer bij veel organisaties – en ook soms in de jeugdinrichting – wel eens wat te traag gaat naar de zin van Sterken, ziet hij ook mogelijkheden om zijn bij de Mariniers opgedane actiegerichtheid anders in te zetten: ‘Mede dankzij mijn werk bij de Mariniers ben ik nu goed in processen verbeteren. Ik zie wat er mis gaat op de werkvloer, en kan dat verbeteren. Dat is wel een kwaliteit. En doordat ik zoveel met collega’s in moeilijke omstandigheden heb gewerkt bij de Mariniers kan ik goed coachen. Ik ben dan wel duidelijk, want wij van Defensie zijn wel recht voor zijn raap. Niet om iemand af te branden, maar om zijn of haar kwaliteiten naar boven te halen.’
Mariniers blinken uit in doorzettingsvermogen en hebben veelal een grote ambitie, zo ook Sterken: ‘Ik kan natuurlijk in de jeugdzorg blijven werken. Maar het lijkt me ook leuk om het land in te gaan als troubleshooter. Bij verschillende locaties kijken wat er beter kan, of daar problemen oplossen met een team of andere zaken als procedures en regelgeving verbeteren. Dus enerzijds een beetje kantoorwerk, maar ook veel op weg zijn en veel contact met mensen.’

Ambitie: oud-militairen bij elkaar brengen

Maar zijn ambitie gaat verder. Hij kijkt met voldoening terug op zijn tijd als marinier, maar had het na zijn overstap naar het burgerleven niet altijd gemakkelijk. En heeft dan ook plannen om militairen die de dienst willen verlaten te helpen met hun overstap: ‘Ik heb zelf moeite gehad met de overstap qua solliciteren. In mijn tijd was er nog niks geregeld, het was einde contract en je loopt zo de poort uit. Ik denk dat nu met die uitzendingen, en militairen die langer dienen dan vroeger, je oud-defensiepersoneel nog beter moet begeleiden. Ik zou ook graag oud-militairen met een bedrijf en oud-militairen zonder bedrijf bij elkaar brengen. Als je ziet hoeveel oud-defensiemedewerkers een bedrijf hebben, groot of klein, dat die misschien zouden kunnen helpen met coachen van oud-militairen, of andere oud-militairen helpen bij het opzetten van hun bedrijf. Want het is echt een groot verschil: de Defensiemaatschappij of de burgermaatschappij. Defensie doet zelf wel aan begeleiding, maar oud-militairen die al in de burgermaatschappij zitten, kunnen dat veel beter. Die snappen wat militairen hebben meegemaakt. Daar loop ik al een tijd mee in gedachten en ik zoek sparringpartners om dat verder uit te werken.’

• Wil je sparren met Mark Sterken? Check zijn linkedin-profiel en neem contact op.

Door: Eduard van Brakel